NL
Informatie m.b.t. de veiligheid
• Deze installatie mag alleen in een vorstvrije ruimte worden
geplaatst.
• De regelelektronica is uitsluitend geschikt voor het gebruik
in gesloten ruimtes.
• Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen en acces-
soires worden gebruikt. Bij het gebruik van andere onderde-
len gelden de garantie en het CE-keurmerk niet meer.
Technische gegevens
• Voeding
(transformator 230 V AC/12 V AC)
• Opgenomen vermogen
Opgenomen vermogen standby < 1 VA)
• Detectiebereik met Kodak Gray Card, grijze
kant, 8x10", liggend (instelling af fabriek):
• Spoelvolume
• Tussenspoeling
(instelling af fabriek: geactiveerd)
• Automatische spoeling
• Klassering
• Minimale stromingsdruk
• Werkdruk
• Aanbevolen stromingsdruk
• Testdruk
• Temperatuur
• Leiding
• Aansluitschroefdraad
• Geïntegreerde voorafsluiting
Elektrische testgegevens
• Softwareklasse
• Verontreinigingsgraad
• Bemeten stootspanning
• Temperatuur van de kogeldruktest
De test van de elektromagnetische verdraagbaarheid
(storingstest) werd uitgevoerd bij ontwerpspanning en
ontwerpstroom.
Goedkeuring en conformiteit
Dit product komt overeen met de voorwaarden van
de betreffende EU-Richtlijnen.
De conformiteitsverklaringen kunnen op het volgende adres
worden aangevraagd:
GROHE Deutschland Vertriebs GmbH
Zur Porta 9
D-32457 Porta Westfalica
Speciaal toebehoren
• Infraroodafstandsbediening (best.nr. 36 206) voor het
wijzigen van de fabrieksinstellingen en het kiezen van
speciale functies.
Bediening
De infraroodelektronica straalt onzichtbaar, gepulseerd licht
uit. Wanneer dit licht door een gebruiker minstens 10 sec.
(= min. verblijfsduur) lang wordt gereflecteerd en weer door
de elektronica wordt ontvangen, wordt het magneetventiel
ca. 1 seconde na het vertrek van de gebruiker aangestuurd.
Het magneetventiel gaat open en het bekken wordt gespoeld.
De reikwijdte hangt af van de reflectiekarakteristieken van het
object.
Installeren
Bepleister de muur en breng tegels aan tot tegen de
beschermkap.
Eindassemblage
1. Beschermkap (A) van de besturingskast vlak tegen de muur
afsnijden, zie afb. [1].
2. Open de voorafsluiter (B), spoel de leiding ten minste 5 sec.
en sluit de voorafsluiter (B) weer, zie afb. [2].
230 V AC
3. Zet het bovenstuk (C) van de transformator op het
onderstuk (D), zie afb. [3a] of [3b], eerst beschermkap vóór
1,8 VA
de contactpennen verwijderen.
4. Verwijder de doorspoelhulp (E) en schroef het
magneetventiel (F) met de hand erin, zie afb. [4].
45cm
5. Lijn het frame (G) uit en bevestig het met schroeven (H),
2 l (instelling af fabriek)
zie afb. [5].
om de 2 min (max. 14x)
6. Sluit het bovenstuk (C) van de transformator en het
magneetventiel (F) op de elektronica (J) aan, zie afb. [6].
24 uur (instelling af fabriek:
7. Open de voorafsluiter (B), zie afb. [2].
geactiveerd)
8. Haak de plaat (K) onder op het frame (G) vast en klik deze
IP 55
door iets omhoog schuiven vast, zie afb. [7].
0,5 bar
9. Fixeer de plaat (K) met de borgbout (K1).
max. 10 bar
1 – 5 bar
Instellingen configureren
16 bar
max. 45 °C
Instelmodus
DN 15
In de instelmodus kan de spoelhoeveelheid worden
G ½
gecontroleerd en gewijzigd (zie Spoelvolume instellen).
Het detectiebereik van de kraan kan worden gecontroleerd. In
de instelmodus brandt het controlelampje in de sensoren van
A
de kraan wanneer bij het benaderen van de kraan het
2
detectiebereik wordt bereikt.
2500 V
Bij het verlaten van het detectiebereik wordt er meteen een
100 °C
spoeling geactiveerd. In de instelmodus vervalt de min.
verblijfsduur van 10 s.
Voor het activeren van de instelmodus gaat u als volgt te werk:
1. Draai de borgschroef (K1) los, zie afb. [8].
2. Verwijder de plaat (K) naar boven van het frame (G).
3. Onderbreek de voeding op de elektronica en sluit deze
na 5 sec. weer aan, zie afb. [9].
De instelmodus wordt automatisch na 3 minuten beëindigd.
Spoelvolume instellen
De fabrieksinstelling van het spoelvolume is ca. 2 liter bij 3 bar
stromingsdruk.
Het spoelvolume kan als volgt worden gewijzigd:
1. instelmodus activeren (zie boven).
2. Hand op een afstand van 5 - 10cm vóór de sensoren van de
kraan houden.
Het controlelampje in de sensoren van de kraan knippert
snel.
3. Na ca. 5 seconden dooft het controlelampje vanzelf.
4. Hand uit het detectiebereik (min. 60cm) terugtrekken.
5. Hand weer op een afstand van 5 -10cm vóór de sensoren
houden.
De spoelvolumes worden door groepen van knippertekens,
die steeds door een pauze zijn gescheiden, via het
controlelampje in de sensoren aangegeven.
Schakel de voeding uit.
14