NL
BE
Toerental instellen
Procedure
• Druk op de toerental-toets (19) om het
geschikte toerental in te stellen.
Het verband tussen het getal 1 2 3 op de
indicator (niveau) (20), het toerental en
de snijbewegingen per minuut wordt in de
volgende tabel weergegeven.
niveau 1
Toeren-
1000
tal
-1
min
Snijbe-
2000
wegin-
-1
min
gen
In- en uitschakelen
Instructies
• Het apparaat kan slechts met twee ge-
plaatste accu's worden gebruikt.
• Verwijder de mesbeschermingskoker
(13) van de veiligheidsmesbalk (2)
voordat u de machine inschakelt.
• De aan-/uitknop (7) en de veiligheids-
schakelaar (21) mogen niet worden
vastgezet. U moet na het loslaten van
de schakelaar de motor uitschakelen.
Inschakelen
VOORZICHTIG! Persoonlijk letsel of
schade aan apparatuur! Zorg dat u sta-
biel staat en houd het apparaat met bei-
de handen goed vast en houd het op vol-
doende afstand van uw lichaam.
1. Overtuig u ervan dat de accu's (9) zijn
geplaatst.
2. Verwijder de mesbeschermingskoker
(13).
3. Houd het apparaat steeds met beide
handen vast: een hand aan de hand-
greep (8) en de andere hand aan de
voorste handgreep (4).
4. Druk op de veiligheidsschakelaar (21)
op de voorste handgreep (4).
84
2
3
1500
1800
-1
-1
min
min
3000
3600
-1
-1
min
min
5. AANWIJZING! Controleer eerst of het
apparaat geen voorwerpen raakt alvo-
rens het in te schakelen.
Houd de veiligheidsschakelaar (21)
op de voorste handgreep (4) ingedrukt
terwijl u de aan/uit-schakelaar (7) op
de handgreep (8) indrukt.
Het apparaat draait op de laagste
snelheid.
Voor het instellen van de snelheid,
zie hoofdstuk „Toerental instellen,
Pag. 84".
Uitschakelen
1. Laat één van de twee schakelaars los.
2. Wacht tot het elektrische werktuig tot
stilstand is gekomen alvorens het weg
te leggen.
3. Verwijder de accu (9) uit het apparaat,
als u het apparaat onbeheerd achter-
laat of klaar bent met het werk.
Laadtoestand van de
accu aan het apparaat
controleren
1. Druk op de knop van de laadstatusin-
dicator (18) op het bedieningselement
(5).
De laadtoestand van de accu wordt
aangegeven door de overeenkomsti-
ge leds die oplichten op de laadtoe-
standsindicator op het apparaat (17).
Tijdens het gebruik wordt de laadtoe-
stand van de accu permanent weerge-
geven op de oplaadindicator op het
apparaat (17).
rood-geel-groen ⭢ accu volledig
geladen
rood-geel ⭢ accu ca. voor de helft
geladen
rood ⭢ accu moet geladen worden
2. Laad de accu (9) op wanneer alleen
nog de rode led van de laadindicator
op het apparaat (17) brandt.