NL
Deze handleiding dient te worden vertaald door de doorverkoper in de taal van het land waar de uitrusting wordt gebruikt, tenzij de vertaling wordt
geleverd door de fabrikant.
Voor uw veiligheid dient u de gebruiksinstructies, controle-instructies en instructies voor onderhoud en opslag strikt in acht te nemen.
De maatschappij KRATOS SAFETY kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor elk direct of indirect ongeluk dat zich voordoet als gevolg van
een gebruik anders dan het gebruik bedoeld in deze handleiding, gebruik deze uitrusting niet buiten haar grenzen! De gebruiker is verantwoordelijk voor
de risico's waaraan hij zich blootstelt. Personen die niet in staat zijn om deze verantwoordelijkheid op zich te nemen mogen dit product niet gebruiken.
Alvorens deze uitrusting in gebruik te nemen, dient u alle gebruiksinstructies in deze handleiding zorgvuldig te lezen.
GEBRUIKSAANWIJZING EN VOORZORGSMAATREGELEN:
De zekeringsband is een persoonlijk beschermingsmiddel dat moet worden toegewezen aan een enkele gebruiker (het mag slechts door een persoon
tegelijk gebruikt worden). De zekeringsbanden mogen niet worden gebruikt voor het hijsen van uitrusting. Zekeringsbanden kunnen de vorm hebben
van een in elkaar gedraaid of gevlochten touw (polyamide), een band (polyester), een kabel (gegalvaniseerd staal).
De zekeringsband wordt verbonden met de gebruiker d.m.v. een verbindingsstuk (EN 362-norm). De leesbaarheid van het merkteken van het product
moet regelmatig worden gecontroleerd.
Tijdens het gebruik moet u erop letten dat er zo weinig mogelijk speling is ter hoogte van uw lijn als u risico loopt om te vallen. Tijdens de afstelling van
de lijn mag u niet in een zone gaan waar u het risico loopt om te vallen.
DE ZEKERINGSBAND (NORM EN354): De zekeringsband om te reizen te beperken binnen een bepaalde ruimte om een
mogelijke val te vermijden.
Een zekeringsband (conform EN354) kan worden gebruikt met een energie-absorber (conform EN355) en 2 verbindingsstukken,
op voorwaarde dat de totale lengte niet langer is dan 2 meter verbonden met een veiligheidsharnas (verbinding d.m.v. een ver-
bindingsstuk).
Twee verschillende vallijnen die elk een energie-absorber hebben, mogen niet naast elkaar worden gebruikt om een lange leeflijn te verkrijgen. Het
ongebruikte uiteinde van de lange leeflijn, gecombineerd met een energie-absorber, mag niet worden bevestigd aan uw harnas.
Voor zekeringsbanden die voldoen aan de EN 354-norm: Van touw of band: statische breeksterkte > 22 kN. Kabel of ketting: statische
breeksterkte > 15 kN.
WERKEN MET VERLENGING (NORM EN358) De lengte van zekeringsbanden met een verstelmechanisme kan worden versteld
door het verplaatsen van dat mechanisme. Verbind de zekeringsband met een koppeling rechtstreeks aan de veiligheidsgordel. Plaats of
stel de steunband zo, dat het veankeringspunt ter hoogte of boven de riem blijft zodat de band strak blijft en een vrije val beperkt blijft
tot maximum 0,6 meter. Bij verstelbare zekeringsbanden dient u tijdens het gebruik regelmatig de positie van het verstelmechanisme te
controleren. Voor zekeringsbanden die voldoen aan de EN 358-norm: statische breeksterkte > 15 kN.
VERANKERINGSBAND (NORM EN795): KRATOS SAFETY verklaart dat deze banden zijn getest over-
eenkomstig norm EN 795.Verankeringen dienen niet te worden aangebracht rondom hoekprofielen van
minder dan 30x30 mm of op grotere steunen die niet compatibel zijn met de lengte van de zekeringsband.
Voor zekeringsbanden die voldoen aan de EN 795:1996-norm klasse B: statische breeksterkte > 10 kN.
Voor zekeringsbanden die voldoen aan de EN 795:2012-norm type B:
Metalen: statische breeksterkte > 12 kN / Niet-metalen: statische breeksterkte > 18 kN.
Voordat u de verankeringsband installeert, moet u controleren of de verankeringsstructuur in staat is om een maximale last van 12 kN te dragen in de
richting waarin de kracht wordt uitgeoefend.
ANKERS EN RINGEN VOOR ALPINISME (EN 566): KRATOS SAFETY certificeert dat de EN 566-ringen een treksterkte hebben die groter is dan
22 kN.
Een zekeringsband zonder absorber dient niet te worden gebruikt als een systeem voor het breken van de val. Een lijn is niet ontworpen om
een strik of tonnesteek. Knopen verminderen de weerstand van een vanglijn, of het nu om touw of om een band gaat. Vermijd zoveel mogelijk
om een knoop in de vanglijn te maken.
Neem tijdens het gebruik alle noodzakelijke maatregelen om het materiaal te beschermen tegen gevaren die bij het werk ontstaan.
Scherpe kanten, structuren met een geringe doorsnede en corrosie zijn verboden, want ze kunnen de prestaties van de zekeringsband aantasten.
Als de evaluatie van de risico's wordt uitgevoerd voor het begin van het werk, aantoont dat een gebruik boven een rand waarschijnlijk is, is het aan-
bevolen de geschikte maatregelen te treffen om de vallijn te beschermen. De verankeringsstructuur moet voldoende weerstand hebben (min. 12 kN).
Het verankeringpunt van het zekeringsband moet zich boven de gebruiker bevinden (minimum weerstand: 12 kN). Controleer of het werk zo wordt
uitgevoerd dat slingering en het risico en de hoogte van de val worden beperkt. Om veiligheidsredenen en voor elk gebruik, controleren of in het geval
van een val, er geen obstakel is dat de normale werking van het valbeveiligingssysteem tegengaat (vrije ruimte onder de voeten van de gebruiker). De
doorloophoogte onder de voeten van de gebruiker moet minimaal zijn: zie gebruiksaanwijzing van de valbeveiliging.
Voor en tijdens het gebruik raden wij aan om de voorzorgsmaatregelen te nemen die nodig zijn om een eventuele redding in alle veiligheid uit te kunnen
voeren.
Een zekeringsband mag alleen worden gebruikt door personen die opgeleid, competent en in goede gezondheid zijn, of onder de supervisie van een
opgeleid en competente persoon. Let op! Bepaalde medische aandoeningen kunnen invloed hebben op de veiligheid van de gebruiker. Neem in geval
van twijfel contact op met uw arts. Let op voor de risico's die de prestaties van uw apparatuur, en dus de veiligheid van de gebruiker, kunnen verminde-
ren, als ze blootgesteld wordt aan extreme temperaturen (< -30°C of > 50°C), bij langdurige blootstelling aan klimaatomstandigheden (UV, vocht), aan
chemische stoffen, aan elektrische spanning, aan de torsies die teweeggebracht worden in het valbeveiligingssysteem tijdens het gebruik, aan scherpe
randen, aan wrijvingen of snijden, ... De effecten van vocht en/of gel op een vanglijn zijn onzichtbaar maar zeer reëel, het is essentieel om uw vanglijn
in dezelfde toestand te houden als bepaald wordt in hoofdstuk § ONDERHOUD EN OPSLAG.
Controleer voor elk gebruik de staat van het zekeringsband: visuele inspectie om de staat van de banden of touwen (geen beginnende insnijding, ver-
branding of ongewone krimp), de staat van de het naaiwerk (geen zichtbare beschadiging) en van de metalen onderdelen (geen vervorming of oxidatie)
te controleren en om te controleren of de veiligheidshaken goed werken (vergrendeling / opening). De markeringen moeten leesbaar blijven.In geval van
twijfel over de staat van het apparaat of na een val, mag het niet meer worden gebruikt (wij raden aan het te identificeren als "BUITEN DIENST") en
moet het naar de fabrikant of naar een competent persoon die door de fabrikant is gemachtigd, worden gestuurd.
Vóór het eerste gebruik is het aanbevolen de eerste gebruiksdatum en de datum van de volgende inspectie aan te geven.
Het is verboden om een onderdeel van het zekeringsband te verwijderen, toe te voeren of te vervangen.
GEBRUIK IN COMBINATIE MET ANDER VEILIGHEIDSMATERIAAL:
De zekeringsband moet worden gebruikt met een valbeveiligingssysteem als omschreven in de beschrijving. (zie norm EN363) om te garanderen dat
17