▸
Vingers kunnen in moerendraaiers met open
vlakke kap geplet worden.
▸
Gebruik het werktuig niet in nauwe ruimten en
let erop dat uw handen niet tussen de machine
en het werkstuk worden geplet, vooral bij het
afschroeven.
Gevaren door herhaalde bewegingen
▸
Bij het gebruik van een machine voor schroef-
verbindingen kan de operator bij de uitvoering
van werkzaamheden onaangename sensaties
ervaren in de handen, armen, schouders, hals of
andere lichaamsdelen.
▸
Neem voor het werken met deze machine een
comfortabele houding aan, let erop dat u stevig
staat en vermijd ongunstige posities of posities
waarbij het moeilijk is om het evenwicht te
bewaren. De operator moet tijdens lange werken
van lichaamshouding veranderen, wat kan
helpen om last en vermoeidheid te voorkomen.
▸
Indien de operator symptomen heeft als continu
onwel zijn, last, hartkloppingen, pijn, jeuk, doof-
heid, brandend gevoel of stijfheid, dan mogen
deze waarschuwingstekens niet genegeerd
worden. De operator moet deze meedelen aan
zijn werkgever en een gekwalificeerde arts
consulteren.
Gevaren door accessoires
▸
Koppel de machine af van de stroomtoevoer
voordat het machinewerktuig of accessoire
vervangen wordt.
▸
Raak geen vattingen of accessoires aan tijdens
het slaan. Hierdoor kunnen snij-, brand- of an-
dere verwondingen ontstaan.
▸
Gebruik uitsluitend accessoires en verbruiksmate-
rialen in de maten en types die door de fabrikant
van de machines voor schroefverbindingen zijn
aanbevolen. Gebruik geen andere types of
maten van accessoires en verbruiksmaterialen.
▸
Gebruik uitsluitend slagvattingen in goede
toestand, want een gebrekkige toestand van
handvattingen en accessoires kan ertoe leiden
dat deze tijdens het gebruik met slagschroeven-
draaiers breken en weggeslingerd worden.
Gevaren op de werkplek
▸
Uitglijden, struiken en vallen zijn de belangrijkste
oorzaken voor verwondingen op de werkplek.
Let op oppervlakken die door het gebruik van de
machine glad geworden kunnen zijn en op strui-
kelgevaar door de lucht- of hydraulische slang.
52
Bijzondere veiligheidsaanwijzingen
▸
Ga voorzichtig te werk in onbekende omge-
vingen. Er kunnen verdoken gevaren door stroom-
kabels of andere voedingskabels bestaan.
▸
De machine voor schroefverbindingen is niet
geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke
atmosferen en is niet geïsoleerd tegen contact
met elektrische stroombronnen.
▸
Zorg ervoor dat er geen elektrische leidingen,
gasleidingen, enz. voorhanden zijn die bij
schade door het gebruik van de machine tot
gevaren kunnen leiden.
Gevaren door stof en dampen
▸
De bij het gebruik van de machines voor schroef-
verbindingen ontstane stoffen en dampen kunnen
schadelijk voor de gezondheid zijn (bijv. kanker,
aangeboren afwijkingen, astma en/of derma-
titis). Het is onontbeerlijk om een inschatting van
het risico m.b.t. deze gevaren uit te voeren en
geschikte regelingsmechanismen in te stellen.
▸
Tot het inschatting van het risico moeten het bij
het gebruik van de machine ontstane stof en de
daarbij mogelijk opwervelend stof behoren.
▸
De afvoerlucht moet zo afgevoerd worden dat er
in een stoffige omgeving zo weinig mogelijk stof
kan opwaaien.
▸
Indien stof of dampen ontstaan, moet de belang-
rijkste taak zijn om deze te controleren op de
plaats van vrijstelling.
▸
Alle inbouwdelen of accessoires die dienen om
rondvliegend stof of dampen op te vangen, af
te zuigen of te onderdrukken, moeten volgens
de aanwijzingen van de fabrikant reglementair
gebruikt en onderhouden worden.
▸
Gebruik adembeschermingsuitrustingen volgens
de aanwijzingen van uw werkgever of zoals
vereist door de werk- en gezondheidsbescher-
mingsvoorschriften.
Gevaren door lawaai
▸
De inwerking van een hoog geluidsniveau kan bij
onvoldoende gehoorbescherming leiden tot per-
manente gehoorschade, gehoorverlies en andere
problemen, zoals tinnitus (piepen, suizen, fluiten
of zoemen in het oor). Het is onontbeerlijk om
een inschatting van het risico m.b.t. deze gevaren
uit te voeren en geschikte regelingsmechanismen
in te stellen.
▸
Tot de regelingsmechanismen voor risicobeper-
king behoren maatregelen zoals het gebruik van
isolerende stoffen om schel lawaai van werk-
stukken te beperken.