Houd bij inbouw boven een lade de minimale af-
standen aan
Om het overloopreservoir bij een ingebouwd ap-
1.
paraat te verwijderen, de minimumafstanden in
acht nemen.
→ Fig.
11
De positie van het overloopreservoir in acht ne-
2.
men.
→ Fig.
12
Zelfklevende tape aanbrengen
De meegeleverde lange zelfklevende tape op de
▶
aanzet van het werkblad aanbrengen.
→ Fig.
25
Meubel voor circulatiefunctie met de adapter voor-
bereiden
Opmerkingen
¡ Wij raden installatie op een niet thermisch geïso-
leerde buitenwand of koude vloer aan (µ ≥ 0,5 W/
m² °C) af.
¡ De uitblaaszijde niet direct op andere apparaten
of scheidingswanden aansluiten. Wanneer u geen
scheidingswanden kunt inbouwen, nakijken onder
andere inbouwwijzen.
Bij de combinatie met de adapter voor de uitspa-
1.
ring in de achterwand de overeenkomstige maten
aanhouden.
→ Fig.
26
De dikte van het werkblad meten. De maat op de
2.
sjabloon overbrengen en een lijn tekenen die hier-
mee overeenkomt.
→ Fig.
27
Op de sjabloon langs de gemarkeerde lijn van de
3.
werkbladdikte A, de snijmiddenlijn B en de refe-
rentielijn naar de binnenste luchtuitlaat C snijden.
Het midden van de uitsnijding in het werkblad als
4.
hartlijn op de meubelachterwand aftekenen.
→ Fig.
28
De sjabloon aan de middenlijn van de meubelach-
5.
terwand en aan de onderkant van het werkblad
uitlijnen.
Maak de uitsnijding in de achterwand aan de
6.
hand van de sjabloon.
Na de uitsnijwerkzaamheden de spaanders verwij-
7.
deren.
De snijvlakken hittebestendig en waterdicht afdich-
8.
ten.
→ Fig.
24
Beluchting
Bij circulatiefunctie in de plint van het meubel een
1.
luchtuitlaat maken.
Zorg ervoor dat de luchtuitlaat een minimale
‒
doorsnede van ca. 400 cm² heeft.
Om de trek en het geluid zo laag mogelijk te
‒
houden, in de sokkelplaat de uitlaatopening zo
groot mogelijk maken.
De uitlaatopening door het inkorten van de plint
‒
of het gebruik van een geschikt ventilatierooster
of lamellenplint realiseren.
Om een juiste werking van het apparaat te garan-
2.
deren de kookplaat via een luchtuitlaat met een
minimum doorsnede van 200 cm² in de onderkast
gepast ventileren.
Apparaat met circulatiefunctie met adapter inbouwen
De afdichting op de adapter bevestigen
De afdichting op de adapter met max. 5 mm tot
▶
de rand bevestigen.
→ Fig.
29
Adapter aanbrengen
Reinig en ontvet het lijmvlak rond de uitsnijding op
1.
de achterwand van het meubel.
Plaats de adapter in de uitlaatopening aan de ach-
2.
terkant van de kookplaat.
→ Fig.
30
Verwijder de beschermfolie van de zelfklevende
3.
tape van de adapter.
→ Fig.
31
Apparaat in de uitsnijding van het werkblad plaatsen
Verifieer dat de aansluitkabel met het apparaat is
1.
verbonden.
Het apparaat volledig in de uitsnijding van het
2.
werkblad plaatsen.
→ Fig.
32
Borgklemmen vastschroeven
De meegeleverde bevestigingsklemmen aan het
▶
werkblad en voorzichtig aan het apparaat vast-
schroeven.
Let erop dat de kookplaat op dezelfde hoogte
‒
ligt als het werkblad en dat het apparaat niet
wegglijdt.
Geen elektrische schroefmachine gebruiken.
‒
→ Fig.
33
Adapter bevestigen
De adapter aan de middelste houder vasthouden
1.
en met de zijdelingse houders tegen de meubel-
achterwand in de onderkast schuiven en vastplak-
ken.
→ Fig.
34
Indien nodig de adapter tevens met schroeven be-
2.
vestigen.
→ Fig.
35
Meubel voor circulatiefunctie met circulatiekanaal
voorbereiden
Indien nodig de achterwand van het meubel ver-
1.
wijderen.
Bij de combinatie met de vlakkanaalbocht voor de
2.
uitsparing in de achterwand de betreffende afme-
tingen in acht nemen.
→ Fig.
36
Bij circulatiefunctie in de plint van het meubel een
3.
luchtuitlaat maken.
Zorg ervoor dat de luchtuitlaat een minimale
‒
doorsnede van ca. 400 cm² heeft.
Om de trek en het geluid zo laag mogelijk te
‒
houden, in de sokkelplaat de uitlaatopening zo
groot mogelijk maken.
De uitlaatopening door het inkorten van de plint
‒
of het gebruik van een geschikt ventilatierooster
of lamellenplint realiseren.
Om een juiste werking van het apparaat te garan-
4.
deren de kookplaat via een luchtuitlaat met een
minimum doorsnede van 200 cm² in de onderkast
gepast ventileren.
Na de uitsnijwerkzaamheden de spaanders verwij-
5.
deren.
De snijvlakken hittebestendig en waterdicht afdich-
6.
ten.
→ Fig.
24
Apparaat voor circulatiefunctie met circulatiekanaal
inbouwen
Bij circulatiefunctie de afdichting, het circulatieka-
1.
naal, de diffusor en de geurfilters gebruiken.
De afmetingen voor de verschillende vlakkanaal-
2.
bochten in acht nemen. → Pagina 36
39