levering onmiddellijk contact op met de leverancier. Gebruik
het apparaat in dit geval niet.
• Reinig de accessoires en het apparaat voor gebruik (zie ==>
Reiniging en onderhoud).
• Zorg ervoor dat het apparaat volledig droog is.
• Bewaar de verpakking als u van plan bent uw apparaat in de
toekomst op te bergen.
• Bewaar de gebruikershandleiding voor toekomstig gebruik.
OPMERKING! Vanwege productieresten kan het apparaat tij-
dens de eerste paar keer gebruik een lichte geur afgeven. Dit is
normaal en duidt niet op een defect of gevaar. Zorg ervoor dat
het apparaat goed geventileerd is.
Bedieningsinstructies
Installatie/opstarten (afb. 7 op pagina 6)
• Plaats een geschikte container op een vlak, vlak, stijf, on-
brandbaar oppervlak, bij voorkeur in de buurt van een goot-
steen of afvoer voor het legen. Wanneer de werktemperatuur
van het water hoger is dan 60oC, is het erg belangrijk om een
deksel te gebruiken, om overmatige stoom te voorkomen.
Zo voorkomt u warmteverlies en beschermt u het apparaat
tegen vocht.
• Houd het apparaat stevig vast en bevestig het met voldoende
stabiliteit aan de container. Zorg ervoor dat de schakelaar en
het stopcontact binnen handbereik zijn tijdens het gebruik
van het apparaat.
• Vul de container met inachtneming van de maximale en mi-
nimale vulniveaus voor het water. Het apparaat heeft een
waterniveausensor om het minimale waterniveau te detec-
teren. Controleer altijd of de sensor goed werkt voordat u het
apparaat gebruikt.
Werking (afb. 3 op pagina 4)
• Sluit het apparaat aan en zet het aan met de schakelaar aan
de achterkant van het apparaat. Controleer of de roerder
draait.
• Nadat het apparaat is gestart, begint het automatisch te ver-
warmen tot de laatst gebruikte waarde (I). Druk op knop SET
om waarden te wijzigen.
• De indicatielampjes "S" en "°C" branden (II). Druk op de toet-
sen "+" of "-" om de temperatuur in te stellen: +/- 0,1 °C.
Als u de knop 10 seconden ingedrukt houdt, veranderen de
waarden sneller: +/- 1 °C. Om de wijzigingen te bevestigen,
drukt u op de knop SET en gaat u naar de tijdinstellingen.
• De indicatielampjes "S" en "
te stellen drukt u op de toetsen "+" of "-": +/- 1 min. Als u de
knop 10 seconden ingedrukt houdt, veranderen de waarden
sneller: +/- 10 min; als u nog 10 seconden ingedrukt houdt:
+/- 1 uur. Druk op knop SET om de wijzigingen te bevestigen.
• Het apparaat begint op te warmen tot de vooraf ingestelde
temperatuur. De indicatielampjes "
den (IV).
• Het akoestische alarm wordt geactiveerd nadat de vooraf in-
gestelde temperatuur (V) is bereikt. Druk op een willekeurige
knop om het alarm uit te schakelen.
• Plaats het verpakte voedsel in de container.
• Om de timer te starten, drukt u op de START/STOP-knop "
". De tijd telt af (VI). De resterende tijd en temperatuur wor-
den afwisselend weergegeven.
Opmerking: Als er een stroomstoring is tijdens de cyclus, keert
deze terug naar de huidige status.
" branden (III). Om de tijd in
" en "°C" gaan bran-
• Als u het einde van de cyclus wilt forceren, houdt u de knop "
" drie seconden ingedrukt (VII).
• Het akoestische alarm wordt geactiveerd na het aftellen (VIII).
Als het alarm niet wordt uitgeschakeld, gaat de timer door
met het tellen van de tijd (IX).Druk op een willekeurige knop
om het alarm uit te schakelen.
Kalibratie (afb. 2B op pagina 3)
• Schakel het apparaat uit.
• Houd de knoppen "-" en "+" tegelijkertijd ingedrukt - het ka-
libratiescherm wordt weergegeven.
• Om de waarde aan te passen, drukt u op de toets SET en de
toetsen "-" of "+".
• Schakel het apparaat uit en weer in.
Reiniging en onderhoud
• AANDACHT! Koppel het apparaat altijd los van de voeding en
koel het af voordat u het opbergt, reinigt en onderhoudt.
• Gebruik geen waterstraal of stoomreiniger voor het reinigen
en duw het apparaat niet onder water, omdat de onderdelen
nat worden en er een elektrische schok kan ontstaan.
• Als het apparaat niet schoon wordt gehouden, kan dit een
negatieve invloed hebben op de levensduur van het apparaat
en leiden tot een gevaarlijke situatie.
Reiniging
• Reinig het gekoelde buitenoppervlak met een doek of spons
die licht bevochtigd is met een milde zeepoplossing.
• Om redenen van hygiëne moet het apparaat voor en na ge-
bruik worden gereinigd.
• Vermijd contact van water met de elektrische componenten.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of andere vloei-
stoffen.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen, schuursponzen
of reinigingsmiddelen die chloor bevatten. Gebruik voor het
reinigen geen staalwol, metalen keukengerei of scherpe of
puntige voorwerpen. Gebruik geen benzine of oplosmiddelen!
• Geen enkel onderdeel is vaatwasmachinebestendig.
Onderhoud
• Controleer regelmatig de werking van het apparaat om ern-
stige ongevallen te voorkomen.
• Als u ziet dat het apparaat niet goed werkt of dat er een pro-
bleem is, stop dan met het gebruik, schakel het uit en neem
contact op met de leverancier.
• Alle onderhouds-, installatie- en reparatiewerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd door gespecialiseerde en bevoeg-
de technici, of worden aanbevolen door de fabrikant.
Transport en opslag
• Zorg er vóór opslag altijd voor dat het apparaat is losgekop-
peld van de stroomtoevoer en volledig is afgekoeld.
• Bewaar het apparaat op een koele, schone en droge plaats.
Identificatie foutcode
(Afb. 4 op pagina 4)
Fig.
Mogelijke
Mogelijke oplossing
oorzaak
4.I.
Waterniveau
Vul de container minimaal.
laag.
NL
17