RV2800VE/AV2800VE-SERIE
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
AANDACHTIG LEZEN VOOR GEBRUIK • UITSLUITEND VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK
WAARSCHUWING
om het risico op brand, elektrische schokken, letsel of materiële schade te beperken:
KINDEREN OF DIEREN DIENEN NIET ZONDER TOEZICHT ACHTERGELATEN TE WORDEN IN RUIMTES
WAAR DE ROBOTSTOFZUIGER TIJDENS HET SCHOONMAKEN TOEGANG TOE HEEFT.
LASERWAARSCHUWING
DIT PRODUCT HEEFT EEN KLASSE 1 LASER. ZET ALTIJD DE STROOM UIT VOORDAT U DE ROBOTSTOFZUIGER OPTILT
OF ER ONDERHOUD AAN PLEEGT. KIJK NIET DIRECT IN DE LASER.
ALS DE STEKKER VAN DE LAADKABEL NIET VOLLEDIG IN HET STOPCONTACT PAST, NEEM DAN CONTACT OP MET EEN
GEKWALIFICEERDE ELEKTRICIEN. NOOIT IN HET STOPCONTACT DRUKKEN OF PROBEREN HEM PASSEND TE MAKEN.
ALGEMEEN GEBRUIK
Als u een elektrisch apparaat gebruikt, dient u altijd
de standaard veiligheidsvoorschriften in acht te nemen,
waaronder het volgende:
1.
Dit apparaat bestaat uit een robotvloerreiniger/
stofzuiger en een laadstation met stroomvoorziening.
Deze onderdelen bevatten elektrische verbindingen,
elektrische bedrading en bewegende delen die een
risico voor de gebruiker kunnen vormen.
2.
Controleer vóór elk gebruik zorgvuldig alle onderdelen
op eventuele schade. Als een onderdeel beschadigd is,
stop dan met gebruiken.
3.
Gebruik alleen identieke vervangende onderdelen. Zie
de pagina met vervangende accessoires van dit boekje.
4.
Deze robotvloerreiniger heeft geen onderdelen die
onderhoud nodig hebben.
5.
Gebruik het apparaat alleen zoals beschreven in deze
handleiding. Gebruik de robotvloerreiniger NIET voor
andere doeleinden dan die beschreven
in deze handleiding.
6.
Met uitzondering van de filters, stofbakken en pads, stel
GEEN onderdelen van de robotvloerreiniger bloot aan
water of andere vloeistoffen.
7.
Steek uw handen NIET in een opening
in het station of de robot.
Waarschuwingen VOOR GEBRUIK
8.
Dit product heeft een klasse 1 laser. Zet altijd
de stroom uit voordat u de robotstofzuiger
optilt of er onderhoud aan pleegt.
9.
Kijk NIET direct in de laser.
10. Schakel de robotstofzuiger altijd uit voordat
u de filter, de stofbak of het.
11.
Raak de stekker, het oplaadstation, de oplaadkabel of
de robotvloerreiniger NOOIT aan met natte handen.
Schoonmaken en onderhouden dient niet door
kinderen te worden uitgevoerd zonder supervisie
12. Kinderen mogen NIET met dit apparaat spelen.
13. Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen
met een leeftijd vanaf 8 jaar en door personen
met beperkte fysieke, zintuiglijke of verstandelijke
vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, mits
deze personen het apparaat onder toezicht gebruiken
of instructies hebben gekregen over het veilig
sha rkcl e a n.eu
gebruiken van het apparaat en zij begrijpen welke
gevaren ermee gepaard gaan.
14. Gebruik de robot NIET als de stofbak, de filter.
15. Beschadig het oplaadsnoer NIET:
a) Trek NIET aan het oplaadstation, til het NIET
op bij het snoer en gebruik het snoer niet
als handvat.
b) Haal het snoer NIET uit het stopcontact door eraan
te trekken. Houd het apparaat aan de stekker vast,
niet aan het snoer.
c) Sluit GEEN deuren als het snoer ertussen zit,
haal het snoer NIET langs scherpe hoeken,
en laat het snoer NIET liggen in de buurt
van hete oppervlakken.
d) De voedingskabel kan NIET worden vervangen.
Als het snoer beschadigd is, moet het toestel
worden weggegooid.
16. Plaats GEEN voorwerpen in de openingen van de
zuigmond of de accessoires. Gebruik het apparaat NIET
als een opening verstopt is; houd vrij van stof, pluisjes,
haar en alles wat de luchtstroom kan verminderen.
17. NIET gebruiken als de luchtstroom van de
robotvloerreiniger is geblokkeerd. Als de luchtstroom
geblokkeerd raakt, zet de stofzuiger dan uit en
verwijder alle obstakels voordat u hem weer aanzet.
18. Houd het mondstuk en alle openingen van de
stofzuiger uit de buurt van haar, gezicht, vingers,
blote voeten of losse kleding.
19. NIET gebruiken als de robotvloerreiniger niet naar
behoren werkt, gevallen of beschadigd is, buiten heeft
gestaan of in het water is terechtgekomen.
20. Zet de stofzuiger NIETop instabiele oppervlakken.
21. Gebruik NIET om het volgende op te zuigen:
a) Vloeistoffen.
b) Grote voorwerpen.
c) Harde of scherpe voorwerpen (glas, nagels,
schroeven of muntjes).
d) Grote hoeveelheden stof (stof uit muren,
as van een openhaard, of sintel).
e) Gebruik NIET als hulpstuk voor elektrisch
gereedschap om stof te verzamelen.
f) Rokende of brandende voorwerpen
(hete kolen, sigaretten of lucifers).
g) Ontvlambare of ontbrandbare materialen
(aanstekervloeistof, benzine, of kerosine).
h) Giftige materialen (chloorbleekwater, ammoniak,
of reinigingsmiddel afvoer).
i) Giftige materialen (hoge concentratie bleekmiddel,
hoge concentratie ammoniak of reinigingsmiddel
afvoer).
22. Gebruik NIET op de volgende plekken:
a) Buitenruimtes in de buurt van een open haard
met ongehinderde toegang.
b) Gesloten ruimtes die mogelijk explosieve of giftige
rook of damp (vloeistof voor aanstekers, benzine,
kerosine, verf, verfverdunners, motwerende
substanties, of ontvlambaar stof) bevatten.
c) Op een plek waar een verwarmingsapparaat is.
d) Vlakbij openhaarden met ongehinderde toegang.
23. Schakel de robotvloerreiniger uit voordat u een
aanpassing doet, schoonmaakt, onderhoudt of
problemen oplost. Opmerking: in de UIT (O)-positie
gebruikt de robot nog steeds een kleine hoeveelheid
energie.
24. Laat alle filters drogen voordat u ze terugplaatst,
om te voorkomen dat er vloeistof in de elektrische
onderdelen terechtkomt.
25. NIET de robotstofzuiger of batterij aanpassen of
proberen te repareren, anders dan zoals aangegeven
in deze handleiding. Gebruik de stofzuiger NIET als
hij is aangepast of beschadigd.
26. Gebruik GEEN huishoudelijke schoonmaakmiddelen
(allesreinigers, glasreinigers, bleek) op een van
de gepolijste glanzende oppervlakken van het
oplaadstation of de robotstofzuiger, omdat dit
chemische middelen zijn die deze oppervlakken
kunnen beschadigen. Gebruik in plaats daarvan
een doek met water om voorzichtig te reinigen.
27. Kies no-go zones met de functie voor in kaart
brengen in de SharkClean mobiele app om te
voorkomen dat de robot een onveilige grens
overschrijdt (randen van trappen of afgronden,
open haarden, water). Na het instellen van de grens
start u de stofzuiger en controleert u visueel of de
instellingen effectief voorkomen dat de robot de
ingestelde grens overschrijdt. Pas de instellingen
indien nodig aan. Als u geen app heeft, kunt u een
barrière maken om een onveilige plek te blokkeren.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING
Ga voor de meest recente waarschuwingen naar www.sharkclean.eu/robothelp
BATTERIJGEBRUIK
28. De batterij is de voedingsbron van de stofzuiger.
Lees alle oplaadinstructies goed door en volg
ze zorgvuldig op.
29. Om onbedoeld starten te voorkomen, moet u ervoor
zorgen dat de stofzuiger is uitgeschakeld voordat
u hem oppakt of draagt. Draag het apparaat NIET
met uw vinger op de aan- en uitschakelaar.
30. Gebruik uitsluitend het Shark® oplaadstation
XDKRV2820VEEU/XDKAV2820VEEU en gebruik
alleen batterij RVBAT850A. Gebruik van andere
batterijen of batterijopladers dan aangegeven kan
brandgevaar veroorzaken.
31. Houd de batterij uit de buurt van alle metalen
voorwerpen, zoals paperclips, munten, sleutels,
spijkers of schroeven. Kortsluiting tussen de
batterijcontacten verhoogt het risico op brand
of brandwonden.
32. Bij verkeerd gebruik kan er vloeistof uit de batterij
lopen. Voorkom contact met de vloeistof, want
deze kan irritatie of brandwonden veroorzaken.
Bij contact met water afspoelen. Bij contact met
de ogen direct medische hulp zoeken.
33. De robotstofzuiger dient niet opgeborgen, opgeladen
of gebruikt te worden bij temperaturen onder de 10 °C of
boven de 40 °C. Zorg dat de batterij en stofzuiger op
kamertemperatuur zijn vóór het opladen of gebruiken.
De robot of batterij blootstellen aan temperaturen
buiten dit gespecificeerde bereik kan schade aan de
batterij veroorzaken en het risico op brand verhogen.
34. Stel de robotvloerreiniger en batterij NIET bloot aan
vuur of temperaturen boven 130 °C, omdat dit een
explosie kan veroorzaken.
NO-GO ZONES EN BOTBOUNDARY-STRIPS
35. Plaats de BotBoundary-strips NIET onder tapijten en
vloerkleden.
36. Plaats BotBoundary-strips NIET boven op elkaar.
37. Gebruik altijd no-go zones of BotBoundary-strips
rond reflecterende vloeren en oppervlakken.
38. BotBoundary-strips moeten altijd worden gebruikt
in de buurt van trappen met tapijt.
39. Zet GEEN no-go zones of Bot-Boundary strips
binnen 3 meter van het station.
40. Om te zorgen dat de afgrondsensoren van de robot
goed werken, dienen alle lopers, vloerkleden, tapijten
of belemmeringen (zoals kinderhekjes) minstens
20cm van alle trappen af te liggen (of ze moeten
over de randen van de treden liggen). Als een loper,
vloerkleed, tapijt of belemmering op minder dan
20cm van de trap niet kan worden verplaatst,
dient u een BotBoundary-strip te gebruiken
om de trap af te sluiten.
s ha rkc lea n.eu