GEBRUIK
De horizontale lamellen aan de voorzijde van de airco kan je manueel open en dicht klappen om zo de
luchtuitlaat beter te kunnen richten.
CONTROLEPANEEL
3
1. ON-OFF-toets
Om het toestel in en uit te schakelen.
2. "+" en "-" toetsen
Om de temperatuurinstelling aan te passen. De temperatuur kan ingesteld worden tussen 17°C en 35°C
(COOL mode). Als je beide toetsen tegelijkertijd ingedrukt houdt gedurende 3 sec, kan je wisselen tussen
°C en °F.
3. MODE-toets
Met deze toets selecteer je de gewenste gebruiksinstelling. Telkens je op de toets drukt, zal de
gebruiksinstelling wijzigen: COOL, FAN en DRY. Het desbetreffende lichtje op het controlepaneel
zal oplichten. Als je de FAN-instelling kiest, blaast de ventilatie op automatische stand. Je kan de
ventilatiesnelheid enkel aanpassen met de afstandsbediening.
4. LED display
Toont de ingestelde temperatuur. Wanneer het toestel in de DRY of FAN instelling staat, zal op het display
de kamertemperatuur weergegeven worden.
AFSTANDSBEDIENING
Zorg bij het gebruik van de afstandsbediening dat je deze steeds
richt naar het toestel. Als je dit niet doet, kan je na het wijzigen
van een bepaalde instelling de afstandsbediening nog even
richten naar het toestel en op de ON-OFF toets drukken.
Als het toestel een signaal ontvangt van de afstandsbediening
hoor je een piep. De afstandsbediening moet in een straal van 8
meter rond het toestel gebruikt worden.
12
DO10161
4
2
1
1
2
3
5
4
6
7
8
9