Veiligheidsinstructies
Oververhittingsgevaar!
Let er altijd op dat de warmte die bij het gebruik ontstaat goed
afgevoerd kan worden. Zorg voor een beluchtingsopening met
een diameter van minstens 250 cm² alsmede een ontluch-
tingsopening.
Let erop dat de ventilatieopeningen niet worden afgedekt.
Vul het binnenreservoir niet met vloeistoffen of ijs.
Dompel het toestel nooit onder in water.
Bescherm het toestel en de kabels tegen hitte en vocht.
2.3
Veiligheid tijdens gebruik van het toestel met
12 Vg
LET OP!
A
De leiding tussen accu en koeltoestel moet door een zekering
van max. 15 A zijn beveiligd.
Kies gebruik met 12 Vg (accubedrijf) alleen als u een accu-
bewaker gebruikt of de voertuiggenerator voldoende spanning
levert.
Gebruik alleen kabels met passende kabeldiameter:
2.4
Veiligheid tijdens gebruik van het toestel met
230 Vw
LET OP!
A
Sluit het toestel enkel met de bijbehorende aansluitkabel op het
wisselstroomnet aan.
Trek de stekker nooit aan de aansluitkabel uit het stopcontact.
Als de aansluitkabel is beschadigd, moet deze worden vervan-
gen om gevaren te voorkomen. Vervang een beschadigde aan-
sluitkabel alleen door een aansluitkabel van hetzelfde type en
met dezelfde specificatie.
Let er voor de ingebruikneming op dat toevoerleiding en stekker
droog zijn.
Vergelijk de spanning op het typeplaatje met de aanwezige
energievoorziening.
114
RM122, RM123
NL