7. PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN
Controleer eerst het volgende voordat u de airconditioner ter reparatie aanbiedt.
Problemen
Redenen
Er is geen stroom.
De water-vol indicator gaat
branden.
De omgevingstemperatuur is te
laag of te hoog
De airco werkt
niet.
In de koelmodus is de
kamertemperatuur lager dan de
ingestelde temperatuur.
In de ontvochtigingsmodus is de
omgevingstemperatuur laag.
Er is direct zonlicht.
Deuren of ramen staan open;
er zijn veel mensen; of in
de koelstand zijn er andere
Het
warmtebronnen.
koelingeffect is
niet goed
De filterzeef is vuil.
De luchtinlaat of -uitlaat is
geblokkeerd.
De airconditioning is niet op een
Hard geluid
vlakke ondergrond geplaatst.
Vriesproductie begint.
compressor
werkt niet.
Oververhittingbeveiliging start.
De afstand tussen de machine en
de afstandsbediening is te groot.
De afstands-
De afstandsbediening is op
bediening
een lijn met de richting van de
werkt niet.
afstandsbediening-ontvanger.
De batterijen zijn leeg.
Geeft 'E1'
De sensor van de
weer.
kamertemperatuur wijkt af.
De leidingtemperatuursensor
Geeft 'E2' weer
wijkt af.
* Neem contact op met een professioneel servicebedrijf als het probleem niet in
de onderstaande lijst staat
Oplossingen
Zet het apparaat aan nadat het op een
stopcontact met elektriciteit is aangesloten.
Laat het water uit het apparaat wegstromen.
Aanbevolen wordt het apparaat te gebruiken bij
een temperatuur van 7-35 °C.
Wijzig de ingestelde temperatuur.
Plaats het apparaat in een ruimte met een
omgevingstemperatuur van meer dan 17 °C.
Sluit de zonwering.
Sluit deuren en ramen, en voeg nieuwe
airconditioning toe.
Reinig of vervang de filterzeef.
Verwijder de obstructies.
Zet de airco op een vlakke en harde
ondergrond (om lawaai te verminderen).
Wacht 3 minuten tot de temperatuur is gedaald,
en start dan het apparaat opnieuw.
Houd de afstandsbediening dichter bij
de airconditioning. Zorg ervoor dat de
afstandsbediening direct in de richting van de
afstandsbediening-ontvanger wijst.
Vervang de batterijen.
Controleer de kamertemperatuursensor en het
bijbehorende circuit.
Controleer de leidingtemperatuursensor en het
bijbehorende circuit.