WERKING - Voor het eerste gebruik
1. Verwijder de verpakking.
2. Reinig het apparaat. Zie 'Reiniging en onderhoud'.
WERKING - Gebruik
1. Plaats de hulpstukken in het apparaat (zie 'Hulpstukken plaatsen').
2. Steek de stekker in het stopcontact.
3. Het apparaat is uitgerust met 6 snelheidsstanden en een turbostand. Begin het roeren of mixen altijd in
positie 1 voordat u naar positie 6 overgaat. Om zware bereidingen te mixen, raden wij u aan om alleen
met positie 6 te werken.
4. U kunt ook de snelheid versnellen door op de turbostand (8) te drukken: deze functie werkt alleen bij de
standen 1 t/m 5. Wij raden u echter aan om deze stand slechts kort te gebruiken (maximaal 30 seconden
voor zware bereidingen).
5. Schakel het apparaat na gebruik uit door de snelheidsschakelaar in stand '0' te zetten.
LET OP:
•
De mixer mag maximaal 5 minuten continu ingeschakeld zijn. Daarna moet u het apparaat 20 minuten
laten afkoelen.
WERKING - Hulpstukken plaatsen
Voordat u de mixer inschakelt, moet u altijd eerst de hulpstukken plaatsen. De mixer wordt geleverd met de
volgende hulpstukken:
- Twee gardes: deze zijn geschikt voor het kloppen/mixen van eiwit, slagroom, mayonaise, pudding, puree
en lichte deegsoorten;
- Twee deeghaken: deze zijn geschikt voor het mixen van zwaardere deegsoorten zoals brooddeeg.
LET OP:
•
Schakel het apparaat uit (snelheidsschakelaar in stand '0') en trek de stekker uit het stopcontact voordat
u de hulpstukken gaat plaatsen.
Steek het hulpstuk in de opening aan de onderkant van de mixer. De pinnetjes op het hulpstuk moeten in de
uitsparing vallen. Duw het hulpstuk aan. U hoort een klik als teken dat het hulpstuk vergrendeld is. Plaats
op dezelfde wijze het andere hulpstuk.
WERKING - Hulpstukken verwijderen (zie afbeelding 2 op pagina 2)
LET OP:
•
Schakel het apparaat uit (snelheidsschakelaar in stand '0') en trek de stekker uit het stopcontact voordat
u de hulpstukken gaat verwijderen.
Als de snelheidsschakelaar niet in stand '0' staat, kunt u de
hulpstukken niet verwijderen. De ontgrendelingsknop zal niet
ingedrukt kunnen worden.
Houdt de hulpstukken met één hand vast en druk met de andere hand op de ontgrendelingsknop om de
hulpstukken te verwijderen.
REINIGING EN ONDERHOUD
1. Trek de stekker uit het stopcontact.
2. Neem de hulpstukken uit het apparaat (zie 'Hulpstukken verwijderen'). De hulpstukken kunt u in
zeepwater of in de vaatwasser afwassen. Spoel de hulpstukken goed af en droog ze grondig.
3. Reinig de motorbehuizing van het apparaat met een vochtige doek. Droog de behuizing vervolgens
grondig.
4. Berg het apparaat op.
LET OP:
•
Zorg ervoor dat de stekker uit het stopcontact is voordat u de mixer gaat schoonmaken.
•
Reinig de hulpstukken na ieder gebruik.
•
Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen of scherpe voorwerpen (zoals messen of
harde borstels) bij het reinigen.
•
Dompel de motorbehuizing nooit in water of een andere vloeistof.
11
11
NL
NL