OPMERKING: Om de lampstatus te controleren,
knijpt u de trekkerschakelaar in. Als de lamp op de
voorkant gaat branden wanneer u de trekkerschake-
laar inknijpt, is de lampstatus AAN. Als de lamp op de
voorkant niet gaat branden, is de lampstatus UIT.
OPMERKING: Wanneer het gereedschap overver-
hit is, knippert de lamp op de voorkant gedurende
één minuut waarna de indicatorlampjes op het
bedieningspaneel UIT gaan. In dat geval laat u het
gereedschap afkoelen alvorens het weer in gebruik
te nemen.
OPMERKING: Gebruik een droge doek om het vuil
van de lens van de lamp op de voorkant af te vegen.
Wees voorzichtig dat u de lens van de lamp op de
voorkant niet bekrast omdat de verlichting dan minder
wordt.
OPMERKING: U kunt de lampstatus niet omschake-
len, zolang de trekkerschakelaar wordt ingeknepen.
OPMERKING: Ongeveer 10 seconden na het losla-
ten van de trekkerschakelaar kunt u de lampstatus
omschakelen.
De bedieningsfunctie veranderen
Wijzigen van de slagkracht
U kunt de slagkracht in vier stappen instellen: 4 (maximaal), 3 (hard), 2 (gemiddeld) en 1 (zacht).
Zo kunt u de beste aandraaikracht voor het te verrichten werk kiezen.
Het niveau van de slagkracht verandert elke keer wanneer u op de knop
U kunt de slagkracht veranderen binnen ongeveer een minuut nadat u de trekkerschakelaar hebt losgelaten.
OPMERKING: U kunt de tijdsduur gedurende welke u de slagkracht kunt veranderen verlengen met ongeveer één
minuut door op de knop
► Fig.7: 1. Knop
Bedieningsfunctie
(Slagkrachtniveau
aangegeven op het
bedieningspaneel)
4 (maximaal)
3 (hard)
2 (gemiddeld)
of de knop
te drukken.
Maximaal aantal slagen
TW009G
TW010G
-1
1.750 min
-1
1.500 min
-1
1.300 min
Lampfunctie
U kunt het gereedschap gebruiken als een lamp.
Om de lamp in te schakelen, zet u de omkeerschake-
laar in de neutrale stand en knijpt u de trekkerschake-
laar in.
De lamp op de voorkant blijft gedurende ongeveer één
uur branden.
Om de lamp in te schakelen, knijpt u de trekkerschake-
laar opnieuw in.
De helderheid veranderen
Om de helderheid te veranderen, drukt u op de
knop
. De helderheid kent drie niveaus. Elke keer
wanneer u op de knop
af. De helderheid keert na het laagste helderheidsni-
veau terug naar het hoogste helderheidsniveau.
OPMERKING: Terwijl de lampfunctie is ingeschakeld,
kunt u de bedieningsfunctie niet veranderen. De
lampjes op het bedieningspaneel gaan niet branden
wanneer de lampfunctie is ingeschakeld.
OPMERKING: U kunt de lampstatus niet in-/uitscha-
kelen terwijl de lampfunctie is ingeschakeld.
OPMERKING: De lampfunctie werkt niet wanneer het
gereedschaps-/accubeveiligingssysteem is geacti-
veerd of als de acculading onvoldoende is.
drukt.
Doel
Vastdraaien met de maximale kracht en
snelheid.
Vastdraaien wanneer kracht en snelheid
gewenst zijn.
Vastdraaien met minder kracht en
snelheid dan in de Maximaal-stand
(gemakkelijker te controleren dan in de
Maximaal-stand).
Vastdraaien wanneer kracht en snelheid
gewenst zijn.
Vastdraaien wanneer een goede afwer-
king noodzakelijk is.
Vastdraaien wanneer u voldoende en
doseerbare kracht nodig hebt.
50 NEDERLANDS
drukt, neemt de helderheid