Bepaalde houtsoorten zijn t.o.v. vuur reactiever dan andere. De soorten die het langst meegaan zijn:
haagbeuk, beuk en eik. Ratelpopulier, berk en linde branden gemakkelijk, maar minder lang. Hierna volgen
de zachte loofbomen en de naaldbomen. De diameter van een houtblok is belangrijk voor de verwarming.
Toch is deze classifi cering louter indicatief, want het beste brandhout blijft het droogste brandhout.
Hout dat wordt geleverd tijdens het gebruik en dat onmiddelllijk wordt opgeslagen op een beschutte,
verluchte plaats, zal sneller drogen dan hout dat in bulk, in stères wordt bewaard. Kwartjes drogen sneller
dan rondhout. Hout dat te klein is om nog gespleten te worden, moet ingekerfd worden. Een deel van de
schors verwijderen.
De droogtijd voor brandhout moet ten minste 18 maanden tot 2 jaar bedragen. Deze termijn wordt korter
(12 tot 15 maanden) als het hout tijdens het verbruik wordt versneden en onmiddellijk daarna opgeslagen
wordt op een beschutte, verluchte plaats.
4.3. TEERAFZETTING EN VLEKKENVORMING
Als de rookgassen met een lage temperatuur aankomen in de schoorsteen zal een gedeelte van de
waterdamp die ze bevatten condenseren. De zwaarste bestanddelen zullen afgezet worden in de
rookgasleiding. Dit is TEERVORMING. De lucht oxideert het mengsel en doen bruine vlekken ontstaan.
Dit is VLEKVORMING.
Om dit te voorkomen moet aan vier voorwaarden voldaan worden: droog hout gebruiken, een schoorsteen
gebruiken met een dikke wand en met een regelmatige doorsnede (schoorsteenelementen van 20 x 20
cm worden hiervoor vaak gebruikt) en de aansluitleidingen zo kort mogelijk houden.
Tijdens de verwarmingsperiode moet de schoorsteenleiding frequent gecontroleerd worden, om na te
gaan of er zich geen creosootafzetting heeft gevormd. Als er een creosootafzetting van 1/8" (3 mm) of
meer gevormd is, moet die verwijderd worden om het gevaar voor een schoorsteenbrand te elimineren.
5.1. DE BEDIENINGSELEMENTEN
Op
het
apparaat
bedieningselementen voor:
De instelling van de ONDERLUCHT
De instelling van de BOVENLUCHT
LET OP! De bedieningselementen kunnen warm
zijn. Gebruik altijd het meegeleverde gereedschap
om de instellingen te wijzigen.
De instellingen sturen kleppen die op verschillende
manieren kunnen geopend of gesloten worden,
afhankelijk van de gebruikte brandstof en de gewenste
verwarmingsintensiteit.
Bediening voor de luchttoevoer onderaan
gebruikt om het aansteken van het hout te
vergemakkelijken.
LET OP! GEBRUIK GEEN ROOSTERS, VUURBLOKKEN OF ANDERE
SOORTEN EXTRA DRAGERS DAN DEZE DIE WERDEN MEEGELEVERD MET HET APPARAAT.
komen
twe
belangrijke
5.
Gereedschap
Bediening voor de luchttoevoer aan de
bovenkant gebruikt voor de normale
verbranding van het hout
23
GEBRUIK
Afb. 12