aanslagrail van de voorste tafelkant tot aan achter
de splijtwig reikt.
De snijbreedte wordt na losmaken van de zijde-
lingse vleugelschroef aan de stanghouder 27 door
verschuiven van de geleidingsstang ingesteld. Ze
kan op de meetschaal 29 aan de het zaagblad
toegedraaide kant van de aanslagrail worden
afgelezen. Na het instellen de vleugelschroef
weer vasttrekken.
• aan de rechter of linker voorkant van de tafel bij
instelling van de aanslagrail op 90° op de hoeksc-
haal. Hierbij wordt na losmaken van de zijdelingse
vleugelschroef de stanghouder 27 door verschui-
ven van de geleidingsstang de aanslag zo inge-
steld, dat de aanslagrail van de voorste tafelkant
tot achter de splijtwig reikt. Na het instellen de
vleugelschroef weer vasttrekken.
De snijbreedte wordt na losmaken van de op de
onderkant van de stanghouder 27 voorhanden
vleugelschoef door verschuiven van de gehele
aanslag in de zwaluwstaartgeleiding ingesteld.
Ook hier kan de snijbreedte op de meetschaal 29
op de het zaagblad toegedraaide kant van de
aanslagrail worden afgelezen. Na het instellen de
vleugelschroef weer vasttrekken.
Aanvullend kan de aanslagrail nog in de aanslag in
langsrichting worden versteld. Bestaat bv bij het
langssnijden van massief hout het gevaar dat het
werkstuk tussen aanslag en zaagblad gaat klem-
men, wordt de aanslagrail zo verschoven dat het
achterste einde ongeveer tot het midden van het
zaagblad reikt. Hiervoor wordt de op de bovenkant
van de aanslag gerangschikte spanhendel 30
(afb. 8 - pagina 4) losgemaakt en de aanslagrail
verschoven. Na de instelling de spanhendel weer
vasttrekken.
Bovendien kan de aanslagrail 14 nog om 90°
gedraaid worden ingezet. Dit vereenvoudigt het snij-
den van smalle werkstukken vooral bij schuin gezet
zaagblad, omdat de dan voorhanden lage gelei-
dingsvlakte een nader opschuiven van de parallela-
anslag aan het zaagblad mogelijk maakt. Hiervoor
wordt de spanhendel 30 aan de aanslag losge-
maakt. De aanslagrail 14 wordt geheel uit de houder
getrokken en om 90° gedraaid zo ingezet, dat de
smalle kant in richting zaagblad wijst. Vervolgens
spanhendel weer aantrekken. Ook in deze instelling
van de aanslagrail kan de snijbreedte op de meetsc-
haal 29 op de het zaagblad toegedraaide kant van
het liniaal worden afgelezen.
4.8
Inzet als dwars- en verstekaanslag
Instellingen aan de universele aans-
lag uitsluitend bij stilstaand zaagblad
uitvoeren.
Voor dwars- en versteksneden op de trekzaag wordt
de universele aanslag op de voorste linker tafelkant
bevestigd. In deze positie wordt bij rechthoekige
sneden op de graadschaal de 0°-merk weergege-
ven.
Om hoeksneden te kunnen uitvoeren, wordt de op
de bovenkant voorhanden vleugelschroef 28
(afb. 9 - pagina 4) losgemaakt en de aanslagrail
volgens de schaal in de gewenste positie gezwenkt,
waarbij alle 15° een tandsegment voorhanden is.
Vervolgens vleugelschroef weer vasttrekken.
De 15°-stand laat zich door de schuiver onder de
schaal uitschakelen. Dit geschiedt door indrukken
van het eenzijdig uitstekend gedeelte van de schui-
ver, waarbij de aanslag moet zijn losgesprongen.
Om een betere snijkwaliteit te bereiken, dient de
aanslagrail zo dicht als mogelijk aan het snijvlak te
reiken Ze is vandaar aan haar einden losgeklikt,
opdat de bovenste beschermkap ook bij het snijden
van dunne werkstukken ver genoeg kan worden
aangesteld. Het verstellen van de aanslagrail
geschiedt na losmaken van de spanhendel 30
(afb. 8 - pagina 4).
Door verschuiven van de geleidingsstang in de
stanghouder 27 kan de aanslag zo worden inge-
steld, dat zich in afhankelijkheid van de desbetref-
fende werkstukafmetingen een optimale instelling
van de snijbreedte voordoet.
-89-