21.2 Instellingen op de masterflitser
• Roep met de toets
Para
na elkaar de instellingen voor de masterflitser M en
de slaafgroepen A, B en C op.
• In de tijd dat M, A, B of C wordt aangegeven met de toets
flitsfunctie (TTL of M) instellen. Als er geen flitsfunctie wordt aangegeven is de
masterflitser, c.q. de groep gedeactiveerd.
Als de masterflitser gedeactiveerd is heeft deze alleen een sturende
functie en draagt hij met zijn licht zelf niet bij aan de belichting.
+
–
• Met de toetsen
en
kunnen hierbij in de flitsfunctie TTL correcties op
de flitsbelichting van -3 EV tot +3 EV in stappen van 1/3 stop worden inge-
steld. In de functie M wordt met de toetsen
ingesteld.
• Aansluitend met de toets
Para
de reflector oproepen en met de toetsen
• Met de toets
de instelling opslaan. Als u niet op de toets
de instelling na ong. 5 s. automatisch opgeslagen.
Het systeem bepaalt, dat de instellingen voor de slaafgroep C na het
opslaan in het display van de masterflitser niet aangegeven staan en ze
alleen tijdens het instellen zichtbaar zijn.
106
Mode
telkens de
+
–
en
een deelvermogen
het remote-kanaal Ch en de zoomstand van
+
–
en
instellen.
drukt, wordt
21.3 Instellingen op de slaafflitser
• Met de toets
Para
na elkaar de instellingen voor het kiezen van de slaaf-
groep 'Group', het remote-kanaal 'Channel' en de reflectorstand 'Zoom'
selecteren. Het instellen van de gewenste slaafgroep, c.q. het remote-kanaal
en de zoomstand van de reflector vindt daarbij met de toetsen
plaats.
Le flash esclave doit être positionné sur le même canal de commande à
distance que le flash maître ! Le mode de fonctionnement du flash maître
(commande à distance E-TTL ou manuelle) ne peut pas être réglé au
niveau du flash esclave car la commande du flash maître est automati-
que !
• Sla met de toets
de instellingen op. Als u niet op de toets
de instelling na on g. 5 s. automatisch opgeslagen.
21.4 Controleren van de remote-functie
• Zet de slaafflitsers net zo neer, als voor de latere opname gewenst is.
• Wacht af dat alle deelnemende flitsers flitsparaat zijn. Bij de slaafflitsers knip-
pert de AF-meetflits als ze flitsparaat zijn. Activeer eventueel de akoestische
meldingen (Beep; zie 7.2).
• Druk op de masterflitser op de ontspanknop voor handbediening
een proefflits te ontsteken. De slaafflitsers reageren elk per groep na elkaar,
iets vertraagd, met een proefflits. Als een slaafflitser geen proefflits afgeeft,
controleer dan de instelling van het remote-kanaal en de slaafgroep.
Corrigeer de positie van de slaafflitser zodat deze het licht van de masterflit-
ser ongehinderd kan ontvangen.
Als op de masterflitser de functie van instellicht ML (zie 7.9) is ingesteld,
wordt bij het ontsteken van het instellicht tegelijkertijd bij de slaafflitsers
het instellicht ontstoken!
+
–
en
drukt, wordt
om