Filtervlies (a) en schuimfilter (b) van het stofreser-
voir reinigen
Wanneer de reiniging moet worden uitgevoerd:
Altijd nadat zich een storing heeft voorgedaan, d.w.z.
wanneer een verstopping verholpen is
Bij zichtbare vervuiling van de filter
Uiterlijk na 3 maanden
25
Afb.
.
Het sluitlipje aan de achterkant ontgrendelen en de
bodemplaat van het reservoir openen.
Beide filters (a + b) uit de bodemplaat nemen.
26
Afb.
.
Beide filters (a + b) uitwassen en vervolgens mins-
tens 24 uur laten drogen.
Na het schoonmaken beide filters inbrengen in de
bodemplaat.
Bodemplaat sluiten en het sluitlipje hoorbaar laten
vergrendelen.
!
Let op: houd bij het plaatsen van de filters de juiste
volgorde aan. De schuimfilter (b) moet op het
filtervlies (a) liggen.
Störbetrieb
Een verstopping in het stofreservoir verhelpen.
27
Afb.
.
Reservoir leegmaken.
Verstopping losmaken, bijv. met behulp van een
schroevendraaier, en verwijderen door het reser-
voir uit te kloppen of schoon te zuigen.
Het stofreservoir dient hiervoor in het apparaat te
worden geplaatst.
Afb.
Deksel van het reservoir monteren, draaggreep om-
hoog klappen en in het deksel laten vergrendelen.
Let op: de filters van het stofreservoir moeten na
!
een storing altijd gereinigd worden (
Filteronderhoud
Motorbeveiligingsfilter schoonmaken
De motorbeveiligingsfilter dient regelmatig te worden
schoongemaakt door hem uit te kloppen of uit te
wassen!
28
Afb.
.
Deksel van het stofcompartiment openen. Afb.
Motorbeveiligingsfilter in de pijlrichting naar buiten
trekken.
Motorbeveiligingsfilter reinigen door hem uit te
kloppen.
Bij sterke verontreiniging moet de motorbeveili-
gingsfilter worden uitgewassen.
De filter vervolgens minstens 24 uur laten drogen.
Na het schoonmaken de motorbeveiligingsfilter in
het toestel schuiven en het deksel van het stofcom-
partiment sluiten.
54
21
Afb.
.
19
.
25
+
Afb.
Afb
Microhygiënefilter vervangen
Wanneer moet de filter worden vervangen? Bij elke
nieuwe verpakking van een reservefilter
29*
Afb.
.
Deksel van het stofcompartiment openen. Afb.
De filterhouder ontgrendelen door in de richting
van de pijl op de afsluithendel te drukken.
Micro-hygiënefilter verwijderen. Nieuwe micro-
hygiënefilter in het toestel plaatsen.
Filterhouder in het toestel plaatsen en laten
inklikken.
(H)EPA*-uitblaasfilter reinigen
De (H)EPA*-filter hoeft niet te worden vervangen
wanneer het toestel in het huishouden en op de juiste
manier wordt gebruikt.
Voor een blijvend optimale werking van de stofzuiger
dient de (H)EPA*-filter na een jaar te worden uitgewas-
sen. De werking van de filter blijft ongeacht een moge-
lijke verkleuring van het filteroppervlak behouden.
30*
Afb.
Achterklep openen.
Door het sluitlipje in de richting van de pijl te bewe-
gen de (H)EPA*-filter ontgrendelen en uit het toestel
nemen.
Filtereenheid uitkloppen en wassen onder stromend
water.
De eenheid kan optioneel in de wasmachine worden
gereinigd, bij max. 30° C met een fijnwasprogramma
en het laagste toerental.
TIP: Doe de filtereenheid in een waszak, ter be-
scherming van de overige was.
(H)EPA*-filter weer in het toestel plaatsen en ver-
grendelen nadat hij volledig gedroogd is (minstens
24h).
Achterklep sluiten.
Na het opzuigen van fijne stofdeeltjes (zoals gips,
cement, etc), de motorbeveiligingsfilter schoonmaken
door hem uit te kloppen, zo nodig de motorbeveili-
gingsfilter en de uitblaasfilter vervangen.
26
).
Schoonmaken
Voordat de stofzuiger wordt schoongemaakt dient hij
uitgeschakeld te zijn en de stekker uit het stopcontact
te zijn gehaald.
Stofzuigers en accessoires van kunststof kunnen wor-
den onderhouden met een in de handel gebruikelijk
schoonmaakmiddel voor kunststof.
Geen schuurmiddelen, glas- of allesreiniger gebru-
!
21
iken. De stofzuiger nooit in water dompelen.
Het stofcompartiment kan indien nodig met een
tweede stofzuiger worden uitgezogen, of eenvoudig
met een droge stofdoek of stofkwast worden schoon-
gemaakt.
Technische wijzigingen voorbehouden.
* afhankelijk van de uitvoering
21