• Handleiding voor de
bediening
In deze handleiding wordt beschreven hoe er veilig
en deskundig met het product gewerkt kan worden.
De genoemde veiligheids- en overige instructies en
de voor de plaats van gebruik geldende
voorschriften ter voorkoming van ongevallen en
algemene veiligheidsbepalingen dienen te worden
nageleefd.
Instrueer alle personen die gebruik
maken van de deur hoe ze deze correct
en veilig kunnen bedienen.
Handzenders horen niet in de handen
van kinderen thuis.
Bij gebruik van de aandrijving moet
het openen en sluiten bewaakt worden.
Er mogen zich geen personen of
voorwerpen in het bewegingsbereik
van de deur bevinden.
• Normaal bedrijf (0)
(op de fabriek ingestelde modus)
De aandrijving van de garagedeur kan door
impulsgevers als handzenders, sleuteltoetsen etc.
worden geactiveerd. Er hoeft slechts een korte
impuls te worden gegeven.
Functieverloop:
Eerst impuls:
Aandrijving start en beweegt de deur naar de
ingestelde eindpositie OPEN of DICHT.
Impuls tijdens het bewegingsproces:
Deur stopt.
Nieuw impuls:
De deur loopt in de tegenovergestelde richting.
• Noodontkoppeling
Tijdens instelwerkzaamheden, stroomstoring of
storingen kan de deur handmaking worden bediend
door de trekknop aan de loopwagen van de
aandrijving te ontgrendelen.
Mocht de deur voor een langere periode
handmaking moeten worden bediend, plaats dan de
arreteerstift dienovereenkomstig (zie afbeelding
De deurvergrendeling die voor het bedrijf met
aandrijving werd stilgezet, moet weer worden
gemonteerd omdat de gesloten deur anders niet is
afgesloten.
Voor de heringebruikname van de aandrijving wordt
de vergrendelingshevel weer in de parkeerpositie ( )
gezet en de deurvergrendeling stilgezet.
Na een impuls wordt de deur automatisch weer met
de deuraandrijving vergrendeld.
• Interne beveiliging
De deur loopt tijdens het sluitproces op een
hindernis, stopt de aandrijving en geeft de hindernis
vrij doordat de deur wordt geopend tot in de
bovenste eindpositie.
Tijdens de laatste 2 seconden van het sluitproces
wordt de deur slechts een spleet hoog geopend om
de hindernis vrij te geven. De binnenkant van de
garage is echter niet zichtbaar.
Wanneer de deur tijdens de openingsbeweging op
een obstakel stoot, zal de aandrijving stoppen en de
bewegingsrichting gedurende ca. één seconde
worden omgekeerd.
• Externe beveiliging
13
Aansluitschema afbeelding
Loopdeurcontact (STOP A)
Een geopende loopdeur stopt de aandrijving direct
c.q. voorkomt het herstarten van de aandrijving.
Fotocel (STOP B)
Indien de fotocel tijdens het sluitproces wordt
Deze handleiding voor de montage, de bediening en het onderhoud dient zolang te worden bewaard als de deur gebruikt wordt!
onderbroken, wordt de deur gestopt en in de andere
richting bewogen. Een onderbreking van de fotocel
tijdens het openingsproces heeft geen invloed.
• Verlichting
De verlichting wordt na het impuls voor de start
automatisch ingeschakeld en na afloop van de
ingestelde tijd (in de fabriek ingesteld op ca. 60
seconden) ook automatisch weer uitgeschakeld.
onafhankelijk van de motor ingeschakeld en na 4
minuten weer uitgeschakeld.
Een tweede toets op de handzender kan worden
geprogrammeerd op licht dat na 4 minuten wordt
uitgeschakeld (afbeelding
handzender wordt ingedrukt, wordt het licht.
• Signaallamp
Indien er ter signalering van het open- en sluitproces
een signaallamp geïnstalleerd is, knippert deze
samen met de lamp in de aandrijving zodra er een
startimpuls wordt gegeven. De aandrijving start
v e r t r a a g d o v e r e e n k o m s t i g d e i n g e s t e l d e
waarschuwingstijd (zie menustap ).
• Handzender
Programmeren van andere handzenders:
Zie de menustappen 1 en 2 (afbeelding
Verwisselen van de batterij: schuif de deksel van het
batterijvakje van de handzender af. Haal de batterij
eruit. Plaats een nieuwe batterij Let op de juiste
poolrichting! Schuif de deksel er weer op.
Voeg lege batterijen toe aan de stroom voor
bijzonder afval!
• Overige bedrijfsmodussen
In menu 9 kan een andere bedrijfsmodus
geselecteerd worden. Tussen haakjes staat de
bijbehorende instelling voor menu 9.
Normaal bedrijf met ventilatiestand (1)
De ventilatiestand dient voor het ventileren van de
garage. De deur wordt voor dit doel ca. 10 cm
geopend. De bediening is gelijk aan die bij normaal
bedrijf. Door een impuls te geven met behulp van de
2e toets van de handzender of een andere
impulsgever kan de deur vanuit iedere positie in de
v e n t i l a t i e s t a n d w o r d e n g e z e t . Va n u i t d e
12
).
ventilatiestand kan de deur door alle impulsgevers
weer worden gesloten.
Bedrijf met de zywaartse sectionaaldeur (2)
Bij een gedeeltelijke opening van ca. 1 m in plaats
van een volledige opening kan men de garage in
a
lopen. Door een impuls te geven met behulp van de
2e toets van de handzender of een andere
impulsgever kan de deur vanuit iedere positie
gedeeltelijk geopend worden.
Toets OPEN – DICHT (3)
Bedienung via toets OPEN en toets DICHT
(sleutelschakslaar of SafeControl met handzender).
Bedrijf met eenrichtingsregel (4 en 5)
Uitsluitend in combinatie met
besturing A800. Instelling 4:
fase
via de fotocel
.
Bedrijf OPEN – DICHT (5)
In dezelfde bedrijfsmodus als de eenrichting-
regeling; de ontvanger blijft echter in de aandrijving
gestoken.
Functieverloop:
Impuls in de positie DICHT:
De aandrijving start en brengt de deur in de positie
"Deur open".
Impuls tijdens het openen van de deur:
De deur gaat gewoon verder open zonder invloed.
Impuls in de positie OPEN:
De deur gaat dicht.
Impuls tijdens het sluiten van de deur:
De deur stopt en gaat weer open.
Bedrijf met eenrichting-regeling (5)
Het gebruik van een rood-groen stoplicht is alleen
mogelijk in combinatie met een extra besturing
A800.
Het geven van een impuls zorgt er altijd voor dat de
deur geopend wordt. Na afloop van de groen- en de
oranjefase zal de deur automatisch weer worden
gesloten. Wanneer tijdens de groenfase opnieuw
een openingsimpuls wordt gegeven, zal de
groenfase verlengd worden.
Let op:
16
). Als de toets op de
worden gereden.
Automatisch sluiten (6)
Het geven van een impuls zorgt er altijd voor dat de
deur geopend wordt.
N a a f l o o p v a n d e o p e n i n g s t i j d e n d e
voorwaarschuwingsduur sluit de deur automatisch.
Het onderbeken van de fotocel zorgt er tijdens het
sluiten voor dat de deur stopt en de beweging wordt
7
omgekeerd. Tijdens het openen is een onderbreking
niet van invloed.
Automatisch sluiten (7)
15
en
16
).
Functie als bij bedrijfsmodus (6). Wanneer de fotocel
echter wordt onderbroken, wordt de tijd dat de deur
open is, voortijdig afgebroken en wordt de
voorwaarschuwingstijd gestart.
Automatisch sluiten (8)
Functie als bij bedrijfsmodus (6). Wanneer er echter
een impuls wordt gegeven, wordt de tijd dat de deur
open is, voortijdig afgebroken en wordt de
v o o r w a a r s c h u w i n g s t i j d g e s t a r t .
• Onderhoud / Inspectie
Controle van de krachtbegrenzing
De sturing van de aandrijving is voorzien van een
veiligheidssysteem met twee processors ter controle
van de krachtbegrenzing.
De geïntegreerde krachtuitschakeling wordt in elke
eindpositie automatisch getest.
Voor de inbedrijfstelling en tenminste eenmaal per
jaar dient de deurinstallatie te worden gecontroleerd.
De installatie van de krachtbegrenzing moet bij die
gelegenheid worden gecontroleerd (afbeelding
I n m e n u v e l d 5 k a n d e k r a c h t v o o r h e t
openingsproces worden bijgesteld. In menustap 6
kan de kracht voor het sluitproces worden bijgesteld.
v e r k e e r s l i c h t e n
Afbreken van de
groen
• Cyclusteller
-
De cyclusteller slaat het aantal door de aandrijving
gegenereerde open- en sluitbewegingen op.
Om de stand van de teller af te lezen moet u de toets
3 seconden lang ingedrukt houden, tot er een cijfer
verschijnt. De cijfers in het display geven een voor
een de getalswaarden aan, te beginnen met de
hoogste decimale voor de komma tot aan het
laagste. De weergave eindigt met een horizontaal
streepje. Voorbeeld: 3456 bewegingen, 3 4 5 6 –
Er mag alleen tijdens groen door de deur
Ter wille van uw eigen veiligheid
adviseren wij om de deur voor de
eerste inbedrijfstelling en naar
behoefte door een deskundig bedrijf
te laten controleren. Laat de inspectie
echter tenminste eenmaal per jaar
doorvoeren.
LET OP! Een te hoog ingestelde
sluitkracht kan verwondingen
veroorzaken.
NL
21
)!