3. Gebruik
3.3. Temperatuurinstelling
<"Cool" (Koelen), "Dry" (Drogen), "Heat" (Verwarm), en "Auto">
Fri
Room
Cool
Set temp.
Auto
Mode
Temp.
Fan
F1
F2
F3
F4
Druk op functietoets [F2] om de vooraf ingestelde temperatuur te verlagen
en druk op functietoets [F3] als u deze wilt verhogen.
• In de tabel op pagina 50 vindt u het bereik van de instelbare tempera-
tuur voor de verschillende bedieningsstanden.
• Het bereik van de vooraf ingestelde temperatuur kan niet worden inge-
steld voor de bediening van Ventilator/Ventilatie.
• Vooraf ingestelde temperatuur wordt ofwel weergegeven in graden Celsius
in 0,5-of 1-graadverhogingen, of in Fahrenheit, afhankelijk van het model
van de binnenunit en de weergavestand op de afstandsbediening.
3.4. Instelling ventilatorsnelheid
Fri
Room
Cool
Set temp.
Auto
Mode
Temp.
Fan
F1
F2
F3
F4
Druk op de functietoets [F4] en u doorloopt de ventilatorsnelheden in de volgende volgorde.
Auto
• Welke ventilatorsnelheden beschikbaar zijn is afhankelijk van het model
van de aangesloten binnenunits.
Opmerking:
Het aantal ventilatorsnelheden is afhankelijk van het type unit dat
is aangesloten. Sommige units bevatten geen instelling "Auto".
In de volgende gevallen verschilt de daadwerkelijke ventilatorsnel-
heid van de snelheid die op het display van de afstandsbediening
wordt aangegeven.
1. Als op het display "STAND BY" (STAND-BY) of "DEFROST" (ONTDOOIEN)
wordt getoond.
2. Als de temperatuur van de warmtewisselaar in de verwarmingsstand laag
is. (bijvoorbeeld onmiddellijk na het starten van het verwarmingsbedrijf)
3. In de modus HEAT, als de omgevingstemperatuur hoger is dan de inge-
stelde temperatuur.
4. In de modus COOL, als de kamertemperatuur lager is dan de ingestelde
temperatuur.
5. Als de unit in de modus DRY staat.
Fri
28.5
Room
Cool
Set temp.
Auto
28.5
Mode
Temp.
Fan
Voorbeeld display
(Celsius in 0,5-graadverhogingen)
■
Automatische windsnelheidsinstelling (voor draadloze afstandsbedie-
ning)
U hoeft alleen de draadloze afstandsbediening te gebruiken als de
windsnelheid niet automatisch ingesteld is als standaardinstelling.
Het is niet nodig de automatische afstandsbediening te gebruiken als
de windsnelheid automatisch is ingesteld als standaardinstelling.
1 Druk op de toets SET met een puntig voorwerp.
Voer dit uit als de display van de afstandsbediening uitstaat.
knippert en het modelnummer licht op A
MODEL SELECT
2 Druk op de toets AUTO STOP
knippert en het instellingsnummer licht op B
(Instelling Nr. 01: zonder automatische windsnelheid)
3 Druk op de temp.
toetsen voor instelling nr. 02.
(Instelling Nr. 02: met automatische windsnelheid)
Als u de uitvoering verkeerd heeft begrepen, druk dan op de ON/OFF
en begin de uitvoering opnieuw vanaf procedure 2 .
4 Druk op de toets SET met een puntig voorwerp.
en modelnummer lichten gedurende 3 seconden op en worden
MODEL SELECT
daarna uitgeschakeld.
MODE
CHECK
TEST RUN
14
3.5. Instelling van de richting van de luchtstroom
3.5.1 Navigeren door het Main menu (Hoofdmenu)
<Naar het Main menu (Hoofdmenu) gaan>
Main
Main menu
Vane·Louver·Vent. (Lossnay)
High power
Timer
Weekly timer
OU silent mode
Main display:
Cursor
Page
F1
F2
F3
F4
<Itemselectie>
Main
Main menu
Vane·Louver·Vent. (Lossnay)
High power
Cursor
Timer
Weekly timer
OU silent mode
Main display:
Cursor
Page
F1
F2
F3
F4
.
.
.
B
MODEL SELECT
A
ON/OFF
TEMP
3
FAN
AUTO STOP
2
VANE
AUTO START
LOUVER
h
min
SET
RESET
CLOCK
Druk op de [MENU] -toets.
Het Main menu (Hoofdmenu)
verschijnt.
Druk op [F1] als u de cursor
omlaag wilt verplaatsen.
Druk op [F2] als u de cursor
omhoog wilt verplaatsen.
51