6. Transport
Let op het grote gewicht van de kasten – zie hiervoor ook tabel bijlage 1! De transportwerkzaamheden dienen daarom
in principe met min. 2 personen te worden uitgevoerd!
Transporteer de kast met behulp van een palletwagen rechtopstaand, vastgebonden en beveiligd tegen verschuiven
naar de uiteindelijke opstellingsplek.
Attentie: de transportbeveiligingen in de deurnaden mogen pas bij de definitieve opstellingsplek worden verwij-
derd!
Indien de kast tijdens het transport platgelegd moet worden, dan mag dit alleen zonder schokken gebeuren. De kast
mag niet op deuren of laden worden neergelegd!
Let op: De kast is op grond van het grote gewicht onhandzaam. Ondeskundig transport kan tot verborgen schade aan
de beschermende brandisolatie leiden!
Wij kunnen de vereiste kwaliteit alleen garanderen wanneer de kast door ons speciaal geschoold personeel naar de op-
stellingsplek wordt getransporteerd.
Attentie: beschadigingen aan de kast dienen onmiddellijk, schriftelijk te worden gemeld!
7. Montage/ingebruikneming/functiecontrole (1)
De kast dient op de definitieve opstellingsplek zo te worden uitgelijnd dat de deuren vanuit elke positie vanzelf dicht-
gaan en correct vergrendelen (behalve TRG, G90, VBF.60 en F30.60 modellen met laden). Dit moet ook het geval zijn
wanneer het slot reeds is vergrendeld! De deuren mogen bij het dichtgaan niet over de dichtingen voor de brand-
beveiliging in de deurnaad schuren!
Voor het uitlijnen van de kasten op oneffen bodem dienen afstandsplaatjes van metaal te worden gebruikt!
Voor gebruik dient de kast aan een veiligheidstechnische inspectie te worden onderworpen. De plaatsingsvoorwaar-
den m.b.t. veiligheidskasten voor gevaarlijke stoffen vindt u in de geldende nationale regelingen/richtlijnen.
20