Akoestische melding na het inschakelen van
de flitser:
• Een kort (ong. 2 s.) ononderbroken piepje
na het inschakelen geeft de flitsparaatheid
aan.
Set Beep-signalen bij de instellingen in de
automatisch-flitsenfunctie:
• Een korte piep als alarm treedt op, wanneer
bij de automatisch-flitsenfunctie de dia-
fragma- en ISO-instellingen tot het over-
schrijden van het regelbereik van het flits-
licht zou leiden. Het automatiekdiafragma
wordt dan automatisch in de dichtstbij lig-
gende, toelaatbare waarde veranderd..
11.11 Vergrendeling / ontgrendeling
De instellingen op de flitser kunnen tegen
onbedoeld verstellen worden vergrendeld.
Druk voor het vergrendelen, c.q. het ontgren-
delen 3 seconden lang op de toets
In het display worden alle sensortoetsen in
een witte kleur uitgevoerd en zijn dan niet
meer te bedienen
Alleen op de INFO-sensortoets kan dan wor-
den gedrukt.
OPTION
OPTION
m/ft
POWERPACK
AF BEAM
D
.
p
q
POWERPACK O
11.12 Powerpack aansluiten
(accessoire)
Op de flitser kan in de aansluitbus
Powerpack (accessoire) worden aangesloten.
Voor het aansluiten van het Powerpack heft u
en verbindingskabel nodig.
Het Powerpack verlengt de bedrijfsduur van
de flitser en zorgt voor kortere flitspauzes.
Het instellen
• Druk zo vaak op de toets
keuzemenu verschijnt.
• Druk in het aanraakscherm op de
OPTION
sensortoets
.
O
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
toetsen
en kies
• Druk in het aanraakscherm op de sensor-
POWERPACK
toets
.
• Druk in het aanraakscherm op e sensorto-
ets
voor de kortste flitsvolgtijden,
op
voor korte flitsvolgtijden.
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
een
D
, dat het
x
POWERPACK
uit.
147