De compressor werkt en bereikt de beoogde
vertrektemperatuur.
De warmtepomp ontvangt geen aanvragen van
de binnenomgevingsterminals.
Hoge momentele vraag van airconditioning.
Indien u met deze aanwijzingen het probleem niet heeft kunnen oplossen of indien u een abnormale werking van de warmtepomp
waarneemt, neem dan contact op met de servicedienst om de installatie te laten nakijken.
4.2. Alarmmeldingen
De warmtepomp controleert voortdurende talrijke werkingsparameters. Als een van de parameters afwijkt van de toegelaten marge,
activeert de controller een alarm en genereert een melding, die de fout aangeeft die in het menu ALARMEN opgeslagen wordt.
Wanneer er een alarm geactiveerd is, laat de warmtepomp de aanvang van de compressor niet toe. De knop
om aan te duiden dat er een fout optreedt en de NOODSTATUS wordt automatisch geactiveerd.
Afhankelijk van het probleem kunnen zich verschillende toestanden voordoen.
Actieve alarmen
De actieve alarmen tonen de fouten die op dat ogenblik optreden. Bij de opstart van het menu ALARMEN worden opeenvolgende
schermen weergegeven waarop een tekst getoond wordt die de oorzaak van het alarm aanduidt. De knop
en het hoofdscherm toont
Indien het probleem opgelost wordt, dan worden deze alarmen gewist en wordt de warmtepomp automatisch in werking gesteld.
De knop
knippert in rode kleur om aan te duiden dat een fout opgetreden is die al opgelost is. Ga naar toegang tot het
alarmregister, de knop
zal niet meer branden.
Vergrendeling wegens herhaaldelijke alarmen
Er zijn enkele kritieke alarmen voor de werking van de warmtepomp die, wanneer deze zich meer dan 5 keer op dezelfde dag
herhalen, een permanente vergrendeling activeren. De knop
Hoewel het probleem opgelost wordt, moet een handmatige ontgrendeling uitgevoerd worden vanuit het menu ALARMEN om de
warmtepomp opnieuw in werking te stellen.
Overzicht van alarmen
In het menu alarmen bestaat er een overzicht waarop u de informatie over de laatste 50 fouten kunt raadplegen.
▪
Terugkerende alarmen duiden aan dat er een afwijking in de installatie bestaat. Neem zo snel mogelijk
contact op met de servicedienst om uw installatie te laten nakijken.
GEVAAR!
4.3. Handmatige activering van de NOODSTATUS
Indien de warmtepomp niet in werking treedt en er geen alarm is, kunt u de NOODSTATUS handmatig activeren vanuit het menu
Aan/Uit (raadpleeg paragraaf ¡Error! No se encuentra el origen de la referencia.). Op deze wijze kan de warmtepomp de hulpapparaten gebruiken
om te voldoen aan de services waarvoor deze functie ingesteld is tot het probleem opgelost is.
.
Stel de stooklijn / koellijn af en deel dit
mee aan de servicedienst.
Stel de referentietemperatuur van de
binnenomgevingsterminals af.
Wacht enkele uren en controleer de
temperatuur van de binnenomgeving
nogmaals.
brandt in rode kleur en het hoofdscherm toont
138
Gebruikershanleiding ecoGEO
XXXXXXunits
- +
- +
DG:
SG:
SG3:
SG4:
brandt in rode kleur
brandt in rode kleur
.