5.5 Informatie met betrekking
tot de programma's van de
Comfort-versie
• U selecteert het gewenste program-
meerniveau door meermalen op de
knop MENU te drukken.
• U selecteert de behandelparameters
met behulp van de betreffende para -
meter knop.
• U verandert de behandelwaarden met
behulp van de knoppen + / – .
• U activeert / deactiveert een functie
door meermalen op de betreffende
parameterknop te drukken.
• U slaat de verrichte instellingen op door
op de knop STOP te drukken.
Alle speciale functies zijn in de standaard
instelling gedeactiveerd.
Opmerking!
NIVEAU 1 Komt overeen met
1 Standard model (zie: 5.3)
NIVEAU 2 Komt overeen met
2 Standard model (zie: 5.3)
NIVEAU 3 Komt overeen met
3 Standard model (zie: 5.3)
NIVEAU 6 Komt overeen met
4 Standard model (zie: 5.3)
NIVEAU 4:
n Opwarmprogramma
Met behulp van het opwarmprogramma
kan de patiënt langzaam wennen aan de
ingestelde grenswaarden voor adductie
/ abductie en endorotatie / exo rotatie.
Na het activeren van het opwarmpro-
gramma beweegt de slede zich tussen
de combinatie van maximale adductie
/ maximale endorotatie en de mid-
denwaarde van de geprogrammeerde
bewegingsuitslag (adductie / endorota-
tie en abductie / exorotatie).
Met iedere bewegingscyclus wordt de
bewegingsuitslag in de richting van
de abductie / exorotatie steeds met 3°
vergroot, tot de ingestelde maximale
06_MOT-321-NL-REV-06-02-2014_DV.indd 246
waarden voor abductie / exo rotatie zijn
bereikt.
De waarden voor adductie en endorota-
tie worden bij elke cyclus bereikt. Na het
bereiken van de maximale waarden voor
abductie en exorotatie gaat de slede
naar de normaal modus.
Wanneer een behandeltijd is geacti-
veerd, begint de behandeling na afloop
van de behandeltijd en het opnieuw
opstarten van het toestel weer met het
opwarmprogramma.
Tijdens de opwarmmodus van de slede
ziet u in het veld linksboven in het
scherm het symbool
Standaard instelling: gedeactiveerd
n Isolatieprogramma
Bij deze speciale functie zijn beide mo-
toren ingeschakeld, maar maken nooit
gelijktijdig bewegingen.
De speciale functie verloopt als volgt:
• Eerst beweegt motor A gedurende
10 cycli naar de geprogrammeerde
maximale waarden voor abductie en
adductie, dan stopt hij. Gedurende
deze tijd is motor B gedeactiveerd
(indicatie motor B: OFF)
• Dan beweegt motor B gedurende
10 cycli naar de geprogrammeerde
maximale waarden voor endorotatie
en exorotatie, voor ook hij stopt en
de gehele cyclus weermet motor A
begint. Wanneer motor B draait, is
motor A gedeactiveerd (indicatie
motor A: OFF)
• De stoppositie aan het eind van elke
tiende cyclus (zowel bij ab-/adduc-
tie, als bij endo/exorotatie) kunt u
in stappen van 25% kiezen tussen 0
en 100% van elke geprogrammeerde
maximalebewegingsuitslag.
• De stappen 1 en 2 kunt u, indien nodig,
een willekeurig aantal keren herhalen.
U beëindigt de behandeling met behulp
van de knop STOP, of door de gepro-
grammeerde behandelduur te laten
veropen.
Tijdens de het isolatieprogramma van
de slede ziet u in het veld linksboven
in het scherm het symbool
Standaard instelling: gedeactiveerd
246
.
.
18.03.14 13:15