Installatie
Aanbevolen inbouwpositie
Voorbeelden van een correcte camera-installatie
aan de achterkant van het voertuig
Inbouwpositie
Monteer de camera dusdanig, dat
het "JVC"-logo aan de bovenkant
zichtbaar is.
De camera inbouwen/de camerahoek
afstellen
1
Bepaal de inbouwpositie van de camera.
2
Maak de inbouwpositie van de camera schoon.
Met behulp van een in de handel verkrijgbaar
reinigingsmiddel verwijdert u vuil, vocht en olie van het
oppervlak waarop de camerabeugel moet worden bevestigd.
3
Draai de bevestigingsschroeven van de
camerabeugel los.
Voer stappen 4 en 5 alleen uit wanneer ze nodig zijn.
22
|
NEDERLANDS
Met behulp van een normale
kruiskopschroevendraaier
draait u de twee
bevestigingsschroeven los.
4
Indien noodzakelijk, maakt u de camerabeugel
los van de camera en past u de vorm aan het
oppervlak aan waarop de beugel moet worden
gemonteerd.
Buigen
Buigen
Camerabeugel
5
Monteer de camera op de camerabeugel.
Monteer de camera dusdanig, dat het "JVC"-logo aan de
bovenkant zichtbaar is.
6
Zet de camera tijdelijk vast met tape o.i.d.
Zet de camera tijdelijk vast met plakband o.i.d.
12345
Installeer de camera in het midden van het voertuig en
zonder de kentekenplaat te bedekken. En installeer hem ook
recht in de rijrichting vooruit/achteruit van het voertuig.
Voorkom dat de camera in de andere richtingen van de auto
enz. wordt gebogen.
7
Voer alle noodzakelijke aansluitingen uit.
8
Geef het videobeeld van de camera weer.
Voordat u de camera gaat bekijken, trekt u de handrem aan
en blokkeert u de wielen, zodat de auto niet kan bewegen.
Anders kan er een onverwacht ongeluk gebeuren.
Voor het weergeven van het camerabeeld raadpleegt u de
gebruiksaanwijzing van uw videomonitor.
Zet de transmissiehendel in de R-stand
(achteruit) om het beeld aan de achterkant van
de auto te laten weergeven.
Pas de vorm van de
camerabeugel aan, zodat
hij afgesteld is op de
inbouwpositie van de
camera.