BEDIENING
Brandstof (Afb. 1)
WAARSCHUWING
De kettingzaag is uitgerust met een tweetaktmotor. Gebruik
altijd mengsmering.
Let op goede ventilatie bij de omgang met benzine.
Brandstof
○ Gebruik altijd minstens 89 octaan loodvrije merkbenzine.
○ Gebruik originele tweetaktolie of een mengsel van 25:1 tot 50:1;
voor de juiste verhouding raadpleeg a.u.b. het etiket op de
oliefl es of uw Tanaka dealer.
○ Als er geen originele olie beschikbaar is, gebruik dan een
kwaliteitsolie voor luchtgekoelde 2-takt motoren, waaraan
een anti-oxidantiemiddel toegevoegd is (JASO FC GRADE
OIL of ISO EGC GRADE). Gebruik nooit BIA of TCW (voor
watergekoelde 2-taktmotoren) gemengde olie.
○ Gebruik nooit multigrade olie (10W/30) of vervuilde olie.
○ Meng benzine en olie in een aparte jerrycan.
Vul de jerrycan met de helft van de hoeveelheid benzine die u denkt
te verbruiken. Voeg de tweetaktolie toe. Meng (schud) het mengsel.
Voeg de resthoeveelheid benzine toe.
Meng (schud) het mengsel grondig alvorens de tank ermee te
vullen.
Tanken
WAARSCHUWING (Afb. 2)
○ Schakel de motor altijd uit voor het tanken.
○ Maak de tank (1) voorzichtig open om te tanken, om de
eventuele druk te laten ontwijken.
○ Na het tanken de dop weer goed vastschroeven.
○ Ga minstens 3 m van de plaats waar u tankt vandaan alvorens u
de motor start.
Maak de tankdop zorgvuldig schoon voor het tanken zodat er geen
vuil in de tank kan vallen. De brandstof dient goed te zijn gemengd
door de jerrycan te schudden voor het tanken.
Starten
LET OP
Voordat u start moet u controleren of het snoeigedeelte niets
aanraakt.
1.
Zet de ontstekingsschakelaar (2) in de positie AAN (A).
(Afb. 3)
* Duw verschillende keren op de injectiepomp (4), zodat de
brandstof door de pomp of de terugloopleiding vloeit (indien
aanwezig). (Afb. 4)
2. Houd
de
gashendel-vergrendeling
tegelijkertijd aan de gashendel en laat dan eerst langzaam
de gashendel los en daarna de gashendel-vergrendeling.
Hierdoor wordt de gashendel in de startstand vergrendeld.
(Afb. 3)
3. Zet de chokehendel (5) in de positie GESLOTEN (B). (Afb. 5)
4. Trek met een korte ruk aan de trekstarter en zorg ervoor dat u
de starter goed in uw hand houdt, zodat hij niet plotseling terug
kan schieten. (Afb. 6)
5. Als u hoort dat de motor probeert te starten, zet u de
chokehendel weer in de positie START (open) (C). Trek dan
opnieuw met een korte ruk aan de trekstarter.
OPMERKING
Als de machine niet wil starten, herhaal dan de stappen 2 tot 4.
6. Na het opstarten moet de machine ongeveer 2-3 minuten warm
lopen voordat ze belast kan worden.
36
Snoeien
Tijdens het snoeien moet de machine op volgas draaien, omdat zo
de juiste snoeisnelheid behouden blijft. Als u de bovenkant van een
heg wilt trimmen, moet u de trimmer zodanig vasthouden dat de
messen een hoek van 15 tot 30 graden t.o.v. de horizontale positie
vormen, zwenk de trimmer met een boogvormige beweging naar de
rand van de heg om zo de afgesneden takken te verwijderen. Als u
de zijkanten van de heg wilt trimmen, moet u de trimmer verticaal
houden en boogvormig bewegen.
OPMERKING
○ Handgreep met meerdere posities (Afb. 7)
○ De motor slaat automatisch af, als de gashendel ingedrukt
Stoppen (Afb. 8)
Verminder
ontstekingsschakelaar in de positie stop (F).
ONDERHOUD
ONDERHOUD,
ONDERDELEN EN SYSTEMEN DIE MET UITSTOOT VAN
UITLAATGASSEN EN GELUIDSOVERLAST TE MAKEN HEBBEN
MOGEN WORDEN UITGEVOERD DOOR DESBETREFFENDE
VAKBEDRIJVEN EN VAKLUI.
Carburateurafstelling (Afb. 9)
○ De messen kunnen mogelijk draaien terwijl de carburateur
○ Start de motor nooit met de kap van de koppeling verwijderd.
In de carburateur wordt de brandstof met lucht vermengd. De
carburateur wordt afgesteld als de motor wordt getest in de fabriek.
Er kunnen aanpassingen nodig zijn, afhankelijk van klimaat en
hoogte. De carburateur heeft één afstelmogelijkheid:
(3)
ingedrukt,
trek
T = afstellingsschroef stationair toerental.
Afstelling stationair toerental (T)
Controleer of het luchtfi lter schoon is. Als het stationair toerental
juist is, draait de ketting niet. Als afstellen nodig blijkt, draai (met
de klok mee) aan de T-schroef terwijl de motor loopt tot de ketting
begint te draaien. Draai de schroef terug (tegen de klok) tot de
ketting stopt. U heeft het juiste stationair toerental ingesteld als de
motor in elke positie rond loopt op een toerental dat ver onder het
toerental ligt waarbij de ketting begint te draaien.
Als het snijgereedschap nog draait, nadat u de onbelaste snelheid
ingesteld heeft, neem dan contact op met uw Tanaka dealer.
Luchtfi lter (Afb. 10)
Verwijder stof en vuil uit het luchtfi lter om te vermijden dat:
○ de carburateur storingen vertoont.
○ de motor slecht start.
○ de motor minder kracht heeft.
○ de motoronderdelen onnodig verslijten.
○ de machine meer benzine verbruikt.
Als u in een zeer stoffi ge omgeving werkt dient u dagelijks het
luchtfi lter te reinigen.
De achterste hendel kan 90 graden gedraaid worden, zodat
u de machine comfortabel in verschillende snijhoeken kunt
gebruiken. De hendel kan in vijf verschillende posities gedraaid
worden. Controleer eerst of de motor stationair loopt of
uitgeschakeld is, voordat u de achterste hendel gaat instellen.
wordt, terwijl de hendel NIET in een van de vijf posities
vastgezet is. Probeer nooit om met de machine te werken, als
de achterste hendel niet stevig vastgezet is.
Om de hendel in een bepaalde positie te kunnen draaien,
moet u eerst de vergrendelknop (6) indrukken. Druk op de
blokkeerhendel (6) om de blokkering op te heff en zodat de
handgreep kan worden gedraaid. Draai de handgreep tot
de gewenste 0°, 45° of 90° vergrendelstand en druk dan
op de vrijzethendel (7) om de handgreep op de plaats te
vergrendelen.
D: VERGRENDELEN
E: ONTGRENDELEN
de
snelheid
VERVANGING
WAARSCHUWING
afgesteld wordt.
De koppeling kan loskomen en persoonlijk letsel veroorzaken.
van
de
motor
en
EN
REPARATIE
VAN
zet
de
DE