C
Gebruik van het toestel
Temperatuurregeling
• De temperatuur in de koelkast en het
koelcompartiment wordt gecontroleerd
door de temperatuurbediening aan de
binnenwand van het koelcompartiment. We
raden u ten zeerste aan een thermometer
te gebruiken om te controleren of de
temperatuur in uw diepvriezer wel degelijk
lager is dan -18°C alvorens er uw voeding in
te plaatsen. Dit kan twee tot drie uur duren.
• De markeringen op de knop komen
overeen met temperatuurbereiken, NIET
met exacte graden. '0' betekent dat het
toestel uitgeschakeld is en '7' komt overeen
met de laagste temperatuur.
• Begin door de knop op stand '4' te zetten.
Gebruik een passende thermometer om de
temperatuur na twee uur te controleren. De
temperatuur van de koelkast dient ingesteld
te worden tussen +2°C en +5°C en deze
van de diepvriezer tussen -18°C en -25°C
voor modelcyclus. Om de temperatuur van
de koelkast sterker te laten dalen, zet u de
knop op de stand '6' en controleert u na een
uur.
Supervriezen
• Dankzij de snelle bevriezing zal het vocht
in de voedingsmiddelen fijne glaskristallen
vormen die verhinderen het membraan van
de cellen te beschadigen en het cytoplasma
te verliezen tijdens het ontdooien, waardoor
het mogelijk wordt de versheid en de
voedingswaarde van de voedingsmiddelen
te behouden.
• Vers vlees en verse vis voorzien om
gedurende een langere periode bewaard
te worden dienen het voorwerp van snelle
bevriezing te vormen.
34
NL
b
O m s n e l i n t e v r i e z e n , d r a a i t u d e
temperatuurknop tot stand '7' alvorens er
voeding in te stoppen.
• Zodra de snelle invriezing tot stand
gekomen is, zet u de knop opnieuw op
de originele stand (de duur van de snelle
invriezing mag normaal niet meer dan 4 uur
in beslag nemen).
OPMERKING
Het is mogelijk dat de koelkast-/
diepvriescombinatie niet aan
de passende temperatuur
werkt wanneer deze zich in
een bijzonder warme of koude
kamer bevindt, of wanneer
u de deur van de koelkast-/
diepvriescombinatie te vaak
opent.
Knop van de thermostaat