Montaje; Reglaje Del Enfoque; Funcionamiento Combinado De Varios - IMG STAGELINE LE-280DMX Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

4
De halogeenlamp aanbrengen
Het toestel wordt zonder lampen geleverd. U hebt
een reflector-halogeenlamp nodig met de volgende
technische eigenschappen:
24 V/250 W, type MR 16 met lampvoet GX 5,3
b.v. HLG-24/250MR of HLT-24/250MR uit het gam-
ma van "img Stage Line".
Gebruik in geen geval lampen met andere speci-
ficaties!
Opgelet!
Alvorens de halogeenlamp aan te brengen resp. te
verwijderen, dient u in elk geval de stekker uit het
stopcontact te trekken! Omdat halogeenlampen
tijdens het gebruik zeer warm worden, laat u de
lamp na gebruik van het apparaat eerst afkoelen
(afkoeltijd van minstens 15 minuten), alvorens ze
te vervangen.
1) Schroef het afsluitdeksel (5) voor het lampen-
compartiment los. In het compartiment bevindt
zich de lamphouder (figuur 3).
2) Steek de lampaansluiting op de halogeenlamp
en schuif de lamp in de houder (figuur 4). Zorg
dat de lamp gecentreerd in de houder steekt.
3) Schroef het afsluitdeksel voor het lampencom-
partiment opnieuw vast. Neem het apparaat nooit
zonder afsluitdeksel in gebruik. Rechtstreeks in
de brandende halogeenlamp kijken kan door de
hoge helderheid en de UV-straling beschadiging
van de ogen tot gevolg hebben.
5
Montage
Het apparaat moet deskundig en veilig worden
gemonteerd.
Belangrijk!
1. Om te vermijden dat het apparaat oververhit
geraakt, moet de installatieplaats zorgvuldig
worden geselecteerd, zodat tijdens het gebruik
voldoende ventilatie is gegarandeerd. De af-
stand tussen het apparaat en de aangrenzende
4
Inserción de la lámpara halógena
El aparato está entregado sin lámpara, necesita una
lámpara halógena reflectora con las características
siguientes:
24 V/250 W, tipo MR 16 con zócalo GX 5,3,
p. ej. HLG-24/250MR o HLT-24/250MR de la gama
"img Stage Line".
No utilice en ningún caso una lámpara con otras
características.
¡Atención!
Antes de insertar o sacar la lámpara halógena,
debe imperativamente desconectar el aparato de
la red. Durante el funcionamiento, la lámpara haló-
gena es muy caliente, deje enfriar la lámpara
después de toda utilización del aparato y antes de
cualquier cambio. (Enfriamiento durante 15 minu-
tos como mínimo).
1) Desatornille la tapa (5) del compartimiento lám-
para. El soporte de la lámpara está dentro del
compartimiento (esquema 3).
2) Ponga la conexión de la lámpara sobre la lám-
para halógena y pulse la lámpara dentro del
soporte (esquema 4). Verifique que la lámpara
esté centrada sobre el soporte.
3) Coloque de nuevo la tapa para el compartimiento
lámpara y atornille. No haga funcionar nunca el
aparato sin la tapa. Mirar directamente la lám-
para halógena conectada puede provocar pro-
blemas de vista a causa de la luminosidad impor-
tante y de los rayos UV.
5

Montaje

El aparato debe estar montado de manera segura y
apropiada.
¡Importante!
1. Para evitar toda acumulación de calor en el
aparato, el lugar de montaje debe elegirse de
manera a que durante el funcionamiento, la cir-
culación de aire sea suficiente. El aparato debe
oppervlakken moet minstens 25 cm bedragen,
en de ventilatieopeningen on de behuizing
mogen in geen geval worden afgedekt.
2. Zorg in elk geval ook voor een voldoende grote
afstand tot licht ontvlambare of hittegevoelige
materialen.
3. Indien het apparaat als zwevende last boven
personen wordt geïnstalleerd, moet het bijko-
mend worden beveiligd (b.v. door een hijskabel
aan de montagebeugel). Bevestig de hijskabel
zo dat het apparaat niet meer dan 20 cm kan
vallen.
1) Verbind het apparaat door middel van een spot-
lichthouder resp. een stabiele montageschroef
met de montagebeugel (2) op de gewenste
plaats (b.v. aan een traverse of aan de dwars-
stang van lichtbundelapparatuur).
2) Om het apparaat te richten, draait u de twee vast-
zetschroeven (1) op de montagebeugel los. Stel
de gewenste hellingshoek van het toestel in en
draai de schroeven weer vast.
6
Bediening
Sluit het bijgeleverde netsnoer aan op de POWER-
jack (8) en plug de stekker in een stopcontact
(230 V~/50 Hz). Zo is het apparaat ingeschakeld en
licht de POWER-LED ON (11) op. Trek de stekker
uit het stopcontact om het apparaat uit te schakelen.
Voor een makkelijker bediening is het aangera-
den het toestel in een stopcontact te pluggen dat u
via een lichtschakelaar kan in- en uitschakelen.
6.1 De focusinstelling
Voor de focusinstelling draait u de vastzetschroef (3)
los en stelt u het lichtpatroon scherp in door de
schroef in het langsgat te verschuiven. De scherpte-
instelling wordt bepaald door de afstand van het
apparaat tot het projectievlak.
colocarse a una distancia mínima de 25 cm de
las superficies vecinas y de los agujeros de ven-
tilación de la caja no deben en ningún caso
estar obstruidas.
2. Verifique imperativamente a dejar una distancia
suficiente con materiales fácilmente inflamables
o sensibles al calor.
3. Si el aparato debe suspenderse encima de per-
sonas, debe instalarse con más seguridad (por
ejemplo con una cuerda de seguridad sobre el
soporte de montaje). Fije la cuerda de manera a
que la distancia de caída del aparato no pueda
ser superior a 20 cm.
1) Fije el aparato en el lugar deseado (p. ej. traviesa
o barra transversal de un pie de iluminación)
mediante el soporte de proyector o de una tuerca
de montaje estable vía el soporte de montaje (2).
2) Para orientar el aparato, desatornille las dos
tuercas de fijación (1) en el soporte de montaje.
Regule la orientación deseada del aparato y ator-
nille las tuercas.
6
Puesta en marcha
Conecte la toma de red (8) vía el cable de red entre-
gado a un enchufe 230 V~/50 Hz. El aparato está
entonces encendido y el LED ON (11) testigo de
funcionamiento brilla. Para apagarlo, desconecte el
cable de red.
Para una mejor utilización, le aconsejamos de
conectar el aparato a una toma de red que se pueda
encender y apagar vía un interruptor.

6.1 Reglaje del enfoque

Para regular el enfoque, desatornille la tuerca de
reglaje (3) y regule con precisión los modelos de luz
pulsando la tuerca en el agujero largo. El reglaje de
la nítidad depende de la distancia del aparato con la
superficie de proyección.
6.2 Muzieksturing
Om het apparaat via de ingebouwde microfoon (9)
te sturen, stelt u het volume van de muziekinstallatie
zo in dat de dynamiek van de muziek optimaal wordt
weergeven door de wijzigingen van de lichtstralen.
De groene LED DMX (11) knippert op het ritme van
de muziek.
Als de muzieksturing niet optimaal zou functio-
neren, verhoogt u het geluidsvolume of verkort u
de afstand tussen luidspreker en lichteffectappa-
raat.
Aanwijzing: Om de muziek via de microfoon te stu-
ren, mag er op de ingang DMX IN (4) geen DMX-sig-
naal beschikbaar zijn.
6.2.1 Meerdere LE-280DMX-apparaten aaneen-
schakelen
U kunt meerdere apparaten aaneenschakelen om
zo via de microfoon van het centrale apparaat
alle overige randapparaten op hetzelfde ritme te
besturen.
1) Verbind de aansluiting DMX OUT (6) van het cen-
trale apparaat via een 3-polige XLR-kabel (b.v.
serie MEC-... of MECN-... uit het gamma van
"img Stage Line") met de aansluiting DMX IN (4)
van het eerste randapparaat.
2) Verbind de aansluiting DMX OUT van het eerste
randapparaat met de aansluiting DMX IN van het
tweede randapparaat etc.
3) De besturing van de nevenapparaten kan syn-
chroon aan deze van het centrale apparaat verlo-
pen, of net tegengesteld (b.v. wanneer slechts
één randapparaat wordt gebruikt): Bij alle neven-
apparaten die tegengesteld aan het centrale
apparaat moeten worden gestuurd, plaatst u de
DIP-schakelaar (10) nr. 10 naar beneden in de
stand ON. Voor de synchrone besturing plaatst u
deze schakelaar in de bovenste stand (OFF).
Aanwijzing: De DIP-schakelaars nr. 1 tot 9 moeten
alleen bij de bediening via een DMX-besturingsap-
paraat worden ingesteld (zie hoofdstuk 6.4).
6.2 Control vía la música
Para controlar el aparato vía el micro integrado (9),
regule el volumen de la instalación de música de
manera a que la dinámica de la música se restituya
de manera óptima por los haces luminosos que se
modifican. El LED verde DMX (11) parpadean al
ritmo de la música.
Si el control vía la música no funcionará de
manera óptima, aumente el volumen o disminuya
distancia entre el altavoz y el efecto de luz.
Consejo: para un control vía el micro, ninguna
señal DMX debe estar presente en la entrada DMX
IN (4).

6.2.1 Funcionamiento combinado de varios

LE-280DMX
Es posible hacer funcionar juntos varios aparatos
para controlar todos los aparatos auxiliares al mis-
mo ritmo vía el micro del aparato principal.
1) Conecte la conexión DMX OUT (6) del aparato
principal vía un cable XLR 3 polos (por ejemplo
MEC-... o MECN-... de la gama "img Stage
Line") a la entrada DMX IN (4) del primer aparato
auxiliar.
2) Conecte la salida DMX OUT del primer aparato
auxiliar a la entrada DMX IN del segundo aparato
auxiliar.
3) El control de los aparatos auxiliares se puede
efectuar de manera sincronizada con el aparato
principal o exactamente al contrario (por ejemplo
si únicamente un aparato auxiliar está insertado);
en los aparatos auxiliares que deben controlarse
a la inversa del aparato principal, ponga el inter-
ruptor DIP (10) N° 10 hacia abajo en la posición
ON. Para un control sincronizado, pulse el inter-
ruptor hacia arriba (en OFF).
Consejo: los interruptores DIP 1 a 9 deben regu-
larse únicamente durante la utilización vía un con-
trolador DMX (vea capítulo 6.4).
NL
B
E
13

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Este manual también es adecuado para:

38.2080

Tabla de contenido