Meten Met De Benning Cc - Benning CC 3 Instrucciones De Servicio

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 23
gehouden met een extra fout van 1 % van de aangegeven waarde.
Belastingsimpedantie:
7.2 Meetbereik voor wisselstroom
Uitgangsspanning:
Meetbereik
40 A
300 A
*
De meetnauwkeurigheid is gespecificeerd voor een sinusvorm. De aange-
geven nauwkeurigheid is gespecificeerd voor stroomleidingen die precies in
het midden van de stroomtang  omvat worden (zie fig. 2). Voor leidingen
die niet precies in het midden omvat kunnen worden, moet rekening worden
gehouden met een extra fout van 1 % van de aangegeven waarde.
Belastingsimpedantie:
8.

Meten met de BENNING CC 3

8.1 Voorbereiden van metingen
Gebruik en bewaar de BENNING CC 3 uitsluitend bij de aangegeven werk- en
opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
Het meegeleverde, gespiraliseerde veiligheidsmeetsnoer voldoet aan de
te stellen eisen ten aanzien van nominale spanning en stroom. Het veilig-
heidsmeetsnoer is vast aangesloten aan de BENNING CC 3 en kan niet
afgekoppeld worden.
-
Controleer de isolatie van het veiligheidsmeetsnoer. Is de isolatie bescha-
digd, dan de BENNING CC 3 niet meer gebruiken.
-
Plaats de stroomtang nooit om een spanningsvoerende leiding voordat u de
BENNING CC 3 verbonden hebt met een multimeter.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CC 3 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/of meetfouten.
-
Geen spanning zetten op de uitgangscontacten van de BENNING CC 3.
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde.
Gevaarlijke spanning!!
De hoogste spanning die aan de BENNING CC 3 mag liggen t.o.v. aarde,
bedraagt maximaal 600 V.
8.2 Gelijkstroommeting
-
Met de schuifschakelaar  het meetgebied 40 A of 300 A kiezen.
-
Zet de multimeter op de instelling "gelijkspanningmeting" (V DC) en kies
een meetbereik die spanningen van 1 mV tot 400 mV kan aangeven.
-
De zwarte 4 mm veiligheidssteker van het spiraalmeetsnoer inpluggen in de
COM-contactbus van de multimeter.
-
De rode 4 mm veiligheidssteker van het spiraalmeetsnoer inpluggen in de
contactbus voor spanningsingang (V) van de multimeter.
-
De ZERO-toets (nulafstellingstoets)  ingedrukt houden tot er een meet-
waarde op de multimeter verschijnt van ongeveer 0 V. Daartoe de meettang
 sluiten en van de stroomgeleider (buitenveld) afhalen.
-
Druk op de openingshendel  en plaats de meettang  om de éénaderige
stroomvoerende leiding.
-
Lees de gemeten spanningswaarde op de multimeter en bereken de
stroomwaarde. Houd daarbij rekening met de omrekeningsfactor:
Meetgebied 40 A:
Meetgebied 300 A:
(zien behuizing met label veld 8 )
Voorbeeld:
Meetgebied: 300 A
Aangegeven spanningswaarde op de multimeter: 0,250 V DC = 250 mV
DC, komt overéén met een gemeten stroomwaarde van 250 A DC.
Zie fig. 2:
8.3 Wisselstroommeting
-
Met de schuifschakelaar  het meetgebied 40 A of 300 A kiezen.
-
Zet de multimeter op de instelling "wisselspanningmeting" (V AC) en kies
een meetbereik die spanningen van 1 mV tot 400 mV kan aangeven.
-
De zwarte 4 mm veiligheidssteker van het spiraalmeetsnoer inpluggen in de
COM-contactbus van de multimeter.
08/ 2011
min. 10 MΩ (ingangsweerstand van de multimeter)
10 mV
/ A
AC
AC
1 mV
/ A
AC
AC
Meetwaarde
0 . . . 40 A
40 . . . 200 A
200 . . . 300 A
min. 10 MΩ (ingangsweerstand van de multimeter)
10 mV/ A
1 mV/ A
meten van gelijk- en wisselstroom
BENNING CC 3
in het meetgebied 40 A
in het meetgebied 300 A
Nauwkeurigheid van de meting*
Uitgang
0 . . . 400 mV
40 . . . 200 mV
200 . . . 300 mV
bij 40 Hz - 400 Hz
± (1,0 % + 0,2 A)
± (1,0 % + 1 A)
± (1,9 % + 2 A)
40

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido