NL
4 Het apparaat opstellen
en aansluiten
B
Het bedieningsgedeelte en afspeelgedeelte zijn
voorzien voor montage in een rack voor appara-
tuur met een breedte van 19" (482 mm); ze kun-
nen echter ook als vrijstaande tafelmodellen
worden gebruikt. Het afspeelgedeelte moet
steeds horizontaal worden geplaatst, terwijl men
het bedieningsgedeelte in een willekeurige posi-
tie kan inbouwen, zelfs gekanteld. Voor de mon-
tage in een rack hebt u voor het bedienings- en
het afspeelgedeelte telkens 2 rackeenheden
nodig (1 rackeenheid = 44,45 mm).
Schakel de cd / mp3-speler en de aan te sluiten
apparatuur uit, alvorens apparaten aan te sluiten
resp. bestaande aansluitingen te wijzigen.
1) Verbind het bedieningsgedeelte en het af -
speelgedeelte via de beide meegeleverde
aansluitingskabels:
De jack CONNECT TO REMOTE CONTROL 2
(35) van het afspeelgedeelte met de jack
REMOTE CONTROL CONNECT TO MAIN
UNIT 2 van het bedieningsgedeelte en
de jack CONNECT TO REMOTE CONTROL 1
(37) van het afspeelgedeelte met de jack
REMOTE CONTROL CONNECT TO MAIN
UNIT 1 van het besturingsgedeelte.
2) Sluit elk van de beide signaaluitgangen LINE
OUT (32, 39) aan op een ingang met lijnni-
veau b.v. van een mengpaneel of een ver-
sterker (mogelijke labeling: Line, CD, Aux).
3) De beide afspeeleenheden kunnen via een
mengpaneel met faderstartfunctie worden
gestart en in pauze geschakeld. Verbind hier-
voor de jacks START / PAUSE (33, 38) via
twee kabels met 3,5 mm-stekkers met de
overeenkomstige jacks van het mengpaneel.
De CD-292USB moet op de faderstart van
het mengpaneel worden ingesteld; zie hier-
voor hoofdstuk 6.
4) Plug ten slotte de stekker van het netsnoer
(36) in een stopcontact (230 V~ / 50 Hz).
5 Bediening
De bediening van de beide afspeelmechanis-
men is volledig identiek. Schakel het toestel in
met de POWER-schakelaar (28). Op het display
(10) verschijnt kort "boot" (opstart) en WEL-
COME als begroeting. Als er een cd in de lade is
geplaatst, verschijnen er na het inlezen gege-
vens van de cd op het display. Als er geen cd in
de lade is geplaatst, verschijnt het displaybericht
"no dISC" (geen cd).
Schakel het apparaat uit na gebruik. De vol-
gende instellingen blijven opgeslagen voor het
verdere gebruik:
1. de geselecteerde bedrijfsmodus (afspelen
van een individuele track / doorlopend afspe-
len,
hoofdstuk 5.4.1)
2. de geselecteerde tijdsweergave (resterende
speeltijd / reeds verstreken speeltijd,
hoofdstuk 5.3)
3. het geselecteerde snelheidsregelbereik
(
hoofdstuk 5.9)
5.1 Muziekfragmenten afspelen
1) Om een cd te laden, opent u de cd-lade (25,
31) met de toets
(4, 27 of 29). Leg een cd
in de lade met het label naar boven en sluit de
cd-lade opnieuw met de toets .
2) Bijkomend of als alternatief kunt u telkens
een USB-stick in de USB-aansluitingen (26,
30) pluggen of telkens een harde schijf met
de USB-aansluitingen verbinden. Voor het
30
omschakelen tussen cd en USB-geheugen
drukt u op de toets CD / USB (5). De afspeel-
eenheid moet daarom in pauze geschakeld
zijn; druk eventueel op de toets
Als er twee USB-geheugens zijn aange-
sloten, selecteert u na het drukken op de
toets CD / USB de signaalbron (CD, USB 1,
USB 2) met de toets
of
gel (O) geeft de selectie aan. Daarbij wordt
over de momenteel geselecteerde signaal-
bron gesprongen. Bevestig de selectie met
toets CD / USB.
Opmerkingen
1. De geselecteerde signaalbron wordt ook weer-
gegeven in het displayveld (K):
"CD" = cd-afspeelmechanisme is geselecteerd
"USB" constant ingevoegd = USB 1
"USB" knippert = USB 2
2. Een harde schijf moet door een eigen netadapter
worden gevoed, als het stroomverbruik ervan
meer dan 500 mA bedraagt.
3. Als er op een harde schijf meerdere partities zijn
aangemaakt, kunnen deze als volgt worden
geselecteerd:
a) Houd de toets FOLDER (12) ingedrukt tot het
displaybericht "PA-SEL" (Partition Selection)
verschijnt.
b) Selecteer de partitie met de toets
tekstregel (O) duidt telkens de naam aan.
c) Druk op de toets FOLDER om te bevestigen.
3) Druk op de toets
(20) om de eerste track
te starten. Tijdens het afspelen wordt het
symbool
(B) weergegeven. Het afspelen
kan op elk moment met de toets
onderbroken en weer voortgezet.
4) Gebruik de toetsen
en
track te selecteren.
Toets
: naar de volgende track gaan
Toets
: naar het begin van de geselec-
teerde track terugkeren. Door verschillende
keren op de toets te drukken, wordt telkens
een track teruggesprongen.
Als een van de toetsen ingedrukt wordt ge -
houden, kunt u de tracks met de draaiknop
(16) snel selecteren.
5) Als bij mp3-bedrijf de tracks in verschillende
mappen zijn ingedeeld, druk dan op de toets
FOLDER (12) om een map te selecteren. Het
displaybericht "FO-SEL" (Folder Selection)
wordt weergegeven, en in de tekstregel (O)
verschijnt de naam van de map. De cijfers (A)
links bovenaan het display duiden nu het
nummer van de map aan en de cijfers (N)
onder "Total" het aantal beschikbare map-
pen.
Selecteer de map met de toets
een van de toetsen ingedrukt wordt gehou-
den, kunt u de mappen met de draaiknop (16)
snel selecteren.
Druk op de toets FOLDER om uw selectie te
bevestigen; op het display wordt opnieuw
speeltijd (P) weergegeven. Selecteer met de
toets
of
de gewenste track in de map.
6) Wenst u een andere cd te laden, schakel dan
eerst met de toets
in pauze, anders kunt u
de cd-lade met de toets
niet openen.
7) Alvorens het apparaat uit te schakelen, moet
u de cd-lade steeds sluiten met de toetsen ,
om het laseraftastsystemen tegen verontrei-
niging te beschermen. Schakel pas dan de
cd-speler uit met de POWER-schakelaar.
5.2 Afspeellijst laden
Om een bepaalde selectie mp3-bestanden af te
spelen, kunt u op een computer aangemaakte
speellijsten met de extensies ".wpl", ".xml" of
".m3u" naar de CD-292USB kopiëren.
Belangrijk: Een afspeellijst en de betreffende
mp3-bestanden moeten op hetzelfde opslagme-
dium staan. De afspeellijsten moeten steeds in
(20).
de hoofdindex (root directory) opgeslagen zijn.
1) Als er een track wordt afgespeeld, moet u
deze met de toets
len.
(21). De tekstre-
2) Houd de toets CONT / LIST (8) ingedrukt en
selecteer met de toets
bestandsextensie moet worden gezocht. De
tekstregel (O) geeft de selectie aan (M3U
Scan, WPL Scan, XML Scan).
3) Druk op de toets FOLDER (12). Op het dis-
play wordt "FO-SEL" weergegeven en in de
tekstregel verschijnt de naam van de eerste
speellijst. De cijfers (A) links bovenaan het
display duiden nu het nummer van de
afspeellijst aan en de cijfers (N) onder "Total"
het aantal beschikbare afspeellijsten.
4) Selecteer de gewenste afspeellijst met de
toets
5) Druk op de toets FOLDER om de selectie te
bevestigen. Na het laden van de lijst geeft het
display opnieuw de speeltijd (P) weer.
6) Om de eerste track van de afspeellijst te star-
of
. De
ten, drukt u op de toets
track uit de lijst te selecteren, drukt u op de
toets
ingedrukt en draait u met de draaiknop (16).
7) Om de tracks opnieuw zonder afspeellijst af
worden
te spelen, schakelt u met de toets
pauze. Houd de toets CONT / LIST ingedrukt
en druk enkele keren op de toets
om een andere
tot het displaybericht "Folder" in de tekstregel
verschijnt. Na het loslaten van de toetsen,
verschijnt het displaybericht "SCAn" en ver-
volgens opnieuw de speeltijd (P). Er is dan
geen speellijst meer geladen.
5.3 Weergave van trackgegevens
en de rustmodus
Op het display (10) verschijnen heel wat gege-
vens:
1. Nummer van de geselecteerde track (A), als
boven de cijfers het displaybericht "TRACK"
verschijnt. Als onder de cijfers het displaybe-
richt "FOLDER" verschijnt, wordt het nummer
van de geselecteerde map weergegeven
[kan met de FOLDER (12) worden gewis-
seld].
2. Aantal tracks (N) op de cd of, als de tracks in
verschillende mappen zijn ingedeeld, het
aantal tracks in de geselecteerde map
of
. Als
3. Speeltijd van de geselecteerde track, relatief
(H) en absoluut (P); de seconden zijn in 75
zogenaamde frames ingedeeld
De weergave van de speeltijd kan met de
toets TIME (7) worden omgeschakeld:
Bij het displaybericht Elapse (E) wordt de
reeds verstreken speeltijd van de track
aangeduid.
Bij het displaybericht Total Remain (F, G)
wordt de resterende tijd van de totale cd
aangeduid (niet mogelijk bij mp3-bedrijf).
Bij het displaybericht Remain (G) wordt de
resterende speeltijd van de track aange-
duid.
4. In de tekstregel (O) verschijnt:
– de naam van de track bij gewone audio-
cdʼs met cd-tekst
– de bestandsnaam bij mp3-bestanden
U kunt tussen de tekstregel en de weer-
gave van volgende gegevens (ID3-tagss)
omschakelen. Houd hiervoor de toets
(20) in pauze schake-
of
(21), welke
of
.
. Om een andere
of
of houdt u een van deze toetsen
of
naar
(21)