NL
De effect-voorinstellingen veranderen
1) Druk op de toets USER PRESETS 1 – 4 (28),
B
waaronder u de instelling wenst op te slaan (de
LED erboven licht op).
2) Selecteer eindeloze draaischakelaar EFFECT
TYPE (40) het gewenste effect. Druk voor een
delay-effect op de toets DELAY (27) en voor een
echo-effect bovendien op de toets REGEN (31).
3) Druk eventueel op de toets EFFECT EQ (31) of
AUX MUTE (26). De functies hiervan worden
mee opgeslagen. U kunt ook de functies van de
toetsen EFFECT (30) of STANDBY (43) opslaan,
wanner ze voor een voetschakelaar bij de instel-
lingen MEM CYCLE worden gebruikt (zie hoofd-
stuk 6.5.2).
4) Druk een tweede keer op de betreffende toets
USER PRESETS. De instellingen zijn op deze
manier opgeslagen en de LED boven de toets
gaat uit.
5) Herhaal de stappen 1) tot 4) om een instelling te
overschrijven.
De effectenprogramma's 1 – 16 opslaan
1) Druk op de toets PGM (24). De LED boven de
toets licht op. Op het display verschijnt even
PROGRAM MODE en daarna het laatst geselec-
teerde programmanummer met de bijbehorende
naam, b. v. PGM01 PROGRAM 1.
2) Selecteer met de draaischakelaar EFFECT
TYPE (40) de programmanummers 1 – 16, waar-
onder de instelling moet worden opgeslagen.
3) Druk op de toets EDIT (25). De LED boven de
toets PGM knippert. Op het display knippert het
eerste teken van de programmanaam.
4) Om een eigen programmanaam vast te leggen
kunt u maximaal 10 tekens gebruiken. Selecteer
hiervoor de tekenplaats met de draaischakelaar
EFFECT TYPE. Houd dan de toets PARAME-
TER (42) ingedrukt en selecteer tegelijk het
teken met de draaischakelaar EFFECT TYPE. U
kunt kiezen uit volgende tekens: Spatie,
komma, –, punt, /, 0 ... 9, A ... Z, [, \, ].
Modificación de los reglajes de efectos
E
1) Pulse la tecla USER PRESETS 1 – 4 (28) donde el
reglaje debe memorizarse (el LED encima brilla).
2) Con el selector rotativo continuo EFFCT TYPE
(40), seleccione el efecto deseado. Para un efecto
Delay pulse la tecla DELAY (27) y para un efecto
Eco, pulse la tecla REGEN (31) adicionalmente.
3) Si es necesario, pulse la tecla EFFECT EQ (31)
o AUX MUTE (26); sus funciones están entonces
memorizadas. También es posible memorizar las
funciones de las teclas EFFECT (30) o STAND-
BY (43) si se utilizan para un pedal en el reglaje
MEM CYCLE (vea capítulo 6.5.2)
4) Pulse de nuevo la tecla USER PRESETS corres-
pondiente: los reglajes están así memorizadas y
el LED encima de la tecla se apaga.
5) Para aplastar un reglaje, repita las etapas de 1) a
4).
Memorización de los programas de efectos 1 – 16
1) Pulse la tecla PGM (24). El LED encima de
la tecla brilla. La pantalla indica brevemente
PROGRAM MODE y el último número de pro-
grama seleccionado con el nombre, por ejemplo
PGM01 PROGRAM 1.
2) Con el selector EFFECT TYPE (40), elija el nú-
mero de programa de 1 a 16 bajo el cual el re-
glaje debe memorizarse.
3) Pulse la tecla EDIT (25). El LED encima de la
tecla PGM parpadea. En la pantalla, el primer
carácter del nombre del programa parpadea.
4) Para constituir un nombre de programa persona-
lizado, puede utilizar hasta 10 caracteres. Selec-
cione con el selector EFFECT TYPE el sitio del úl-
timo carácter. Después, mantenga la tecla PARA-
METER (42) pulsada y simultáneamente con el
selector EFFECT TYPE, elija el carácter. Los
caracteres siguientes están disponibles: Espacio,
, +, coma, –, punto, /, 0 ... 9, A ... Z, [, \, ].
*
Si la tecla PARAMETER no está pulsada, elija
la posición siguiente y repita el proceso para los
otros caracteres.
40
Indien de toets PARAMETER niet is ingedrukt,
selecteert u de volgende tekenplaats en herhaalt
u de procedure voor de volgende tekens.
5) Om het gewenste effect te selecteren, draait u de
schakelaar EFFECT TYPE naar rechts voorbij de
10de tekenplaats (druk de toets PARAMETER
hierbij niet in), zodat het toegewezen effect wordt
weergegeven (voorinstelling VOCAL 1). Selec-
teer dan bij ingedrukte toets PARAMETER het
effect met de draaischakelaar EFFECT TYPE.
Druk eventueel op de toets/en DELAY (27),
REGEN (31), EFFECT (30), EFFECT EQ (31),
AUX MUTE (26) of STANDBY (43). U kunt de
functies ervan mee opslaan.
6) Zolang de LED boven de toets PGM knippert,
kunt u met de toets HELP (41) bedieningsaanwij-
zingen over de bewerkingsmodus oproepen op
het display.
7) Nadat een effectenprogramma is ingesteld, drukt
u opnieuw op de toets EDIT. De LED boven de
toets PGM licht opnieuw continu op en de instel-
lingen zijn opgeslagen. Herhaal de stappen 2) tot
5) om verdere effectenprogramma's op te slaan.
8) Zolang de LED boven de toets PGM continu op-
licht, kunt u de opgeslagen effectenprogramma's
met de draaischakelaar EFFECT TYPE oproe-
pen en met de toets HELP (41) bedieningsaan-
wijzingen over de programmamodus oproepen
op het display. Door even op de toets PARAME-
TER te drukken, wordt het effect weergegeven
dat onder het programmanummer is opgeslagen.
9) Om de programmamodus met de 16 effectenpro-
gramma's te verlaten, drukt u op de toets PGM,
zodat de LED boven de toets uitgaat. Het effect
dat voor het inschakelen van de programmamo-
dus is ingesteld, wordt op het display weergege-
ven.
, +,
*
5) Para seleccionar el efecto deseado, gire el selec-
tor EFFECT TYPE hacia la derecha encima de la
posición 10 del carácter (tecla PARAMETER no
pulsada), de manera que el efecto atribuido se
visualice (prereglaje VOCAL 1). Cuando la tecla
EFFECT TYPE está pulsada, seleccione el
efecto con el selector EFFECT TYPE.
Si es necesario, pulse la tecla/las teclas DE-
LAY (27), REGEN (31), EFFECT (30), EFFECT
EQ (31), AUX MUTE (26) o STANDBY (43). Sus
funciones están entonces memorizadas.
6) Mientras el LED encima de la tecla PGM parpa-
dea, es posible seleccionar en la pantalla, con la
tecla HELP (41), los consejos de utilización, para
el modo Edición.
7) Una vez un programa de efecto regulado, pulse
de nuevo la tecla EDIT. El LED encima de la tecla
PGM brilla de nuevo en continuo y los reglajes
están memorizados. Para memorizar otros pro-
gramas de efectos, repita las etapas 2) a 5).
8) Mientras que el LED encima de la tecla PGM
brilla en continuo, los programas de efectos me-
morizados pueden seleccionarse con el selector
EFFECT TYPE y los consejos de utilización para
el modo programa pueden visualizarse con la
tecla HELP (41). Por una breve presión en la
tecla PARAMETER, el efecto memorizado bajo el
número del programa está en pantalla.
9) Para salir del modo programa con los 16 progra-
mas de efectos, pulse la tecla PGM de manera
que el LED encima de la tecla PGM se apague.
El efecto regulado antes de la activación del
modo programa está en pantalla.
6.5.2 Selección de funcionamiento para el pedal
Los parámetros para un pedal conectado con la
toma FOOTSWITCH (66) están reguladas por el
fabricante como explicado:
Función: efecto On/Off (MODE – EFF ON/OFF)
Tipo: interruptor On/Off (TYPE – CHG OVER)
Si es necesario, las funciones y el tipo de interruptor
pueden modificarse.
6.5.2 De functie voor de voetschakelaar selecte-
ren
De parameters voor een voetschakelaar die op de
jack FOOTSWITCH (66) is aangesloten, zijn door
de fabrikant als volgt geprogrammeerd:
Functie: Effect aan/uit (MODE – EFF ON/OFF)
Type: In/uitschakelaar (TYPE – CHG OVER)
Eventueel kunt u de functies en het schakelaartype
wijzigen.
1) Druk op de toets F/S (22). Op het display ver-
schijnt even FOOTSWITCH MENU en dan de
toegewezen functie.
2) Houd de toets PARAMETER (42) ingedrukt en
selecteer tegelijk met de eindeloze draaischake-
laar EFFECT TYPE/DATA ENTRY (40) een van
de volgende functies:
Weergave
Functie
OFF
geen werking
Effect aan/uit;
EFF ON/OFF
zoals toets EFFECT (30)
Echo aan/uit;
DEL REGEN
zoals toets REGEN (31)
Masteruitgang en
STANDBY
monitorkanaal FB dempen,
zoals toets STANDBY (43)
Effect-voorinstellingen na elkaar
MEM CYCLE
oproepen; zoals toetsen USER
PRESETS (28)
Effectenprogramma's 1 – 16 na
elkaar oproepen; zoals met draai-
PGM STEP
schakelaar EFFECT TYPE (40)
bij ingedrukte toets PGM (24)
3) Schakel de toets parameter uit en draai de scha-
kelaar EFFECT TYPE/DATA ENTRY even naar
rechts, zodat het schakelaartype wordt weerge-
geven:
TYPE – CHG OVER = In/uitschakelaar of
TYPE – MOMENTARY = drukknop
1) Pulse la tecla F/S (22); en la pantalla, FOOT-
SWITCH MENU aparece brevemente y la fun-
ción atribuida.
2) Mantenga la tecla PARAMETER (42) pulsada y
simultáneamente con el selector rotativo conti-
nuo EFFECT TYPE/DATA ENTRY (40), selec-
cione una de las funciones siguientes:
Pantalla
Función
OFF
ninguna función
efecto On/Off;
EFF ON/OFF
como tecla EFFECT (30)
eco On/Off;
DEL REGEN
como tecla REGEN (31)
master y canal monitor FB
STANDBY
cortados;
como tecla STANDBY (43)
selección de los prereglajes
MEM CYCLE
de efectos uno tras otro; como
teclas USER PRESETS (28)
selección de los programas de
efectos 1 – 16 uno tras otro; como
PGM STEP
con el selector EFFECT TYPE (40)
si la tecla PRG (24) está pulsada.
3) Suelte la tecla PARAMETER y gire un poco el se-
lector EFFECT TYPE/DATA ENTRY brevemente
hacia la derecha de manera que el tipo de inter-
ruptor se visualice:
TYPE – CHG OVER = interruptor On/Off o
TYPE – MOMENTARY = interruptor contacto mo-
mentáneo
4) Cuando la tecla PARAMETER está pulsada,
regule el tipo de interruptor con el selector (40).
En el caso de un reglaje MOMENTARY, la
mesa de mezcla reconoce automáticamente,
durante la puesta en marcha, si un contacto de
apertura o cerradura está conectado.
5) Mientras que el LED encima de la tecla F/S brilla,
puede seleccionar en la pantalla los consejos de
utilización para el pedal, con la tecla HELP (41).