7.2.1 Dynamic Mode Control (DMC)
Het openen en sluiten van de Elektrohand 2000 wordt aangestuurd met twee ingezette elektro
den.
De grijpsnelheid en de grijpkracht worden bepaald door de hoogte van het spiersignaal.
Elektroden instellen
In de software moet de gewenste programmavariant worden gekozen.
Elke elektrode moet zo worden ingesteld, dat de patiënt het spiersignaal ca. 2 sec. lang boven de
waarde "High" kan houden.
7.2.2 Dynamic Mode Control "Low/Input" (DMC "Low/Input")
Het openen en sluiten van de Elektrohand 2000 wordt aangestuurd met twee ingezette elektro
den.
De grijpsnelheid en de grijpkracht worden bepaald door de hoogte van het spiersignaal.
De maximale grijpsnelheid en grijpkracht worden sneller bereikt dan bij de DMC-besturing. Deze
besturing dient alleen te worden gebruikt voor patiënten met een lage spierpotentiaal (lager dan
20 µV).
Elektroden instellen
In de software moet de gewenste programmavariant worden gekozen.
Elke elektrode moet zo worden ingesteld, dat de patiënt het spiersignaal ca. 2 sec. lang boven de
waarde "Low" kan houden.
7.2.3 Digitaal resp. EVO 1 (Electronic Voluntary Opening)
7.2.3.1 Besturing met twee elektroden - digitaal -
Het openen en sluiten van de Elektrohand 2000 wordt aangestuurd met twee ingezette elektro
den.
Bij spiersignalen vanaf een bepaalde hoogte wordt de Elektrohand 2000 met een constante snel
heid geopend en gesloten.
Elektroden instellen
In de software moet de gewenste programmavariant worden gekozen.
Elke elektrode moet zo worden ingesteld, dat de patiënt het spiersignaal ca. 2 sec. lang boven de
waarde "ON" kan houden.
7.2.3.2 Besturing met één elektrode - EVO 1 -
Het openen en sluiten van de Elektrohand 2000 wordt aangestuurd met één ingezette elektrode.
Bij spiersignalen vanaf een bepaalde hoogte wordt de Elektrohand 2000 met een constante snel
heid geopend en gesloten.
Voor een gemakkelijker aansturing van de Elektrohand 2000 voor kinderen die geen onderscheid
kunnen maken tussen de verschillende spiersignalen, kan de elektrode worden geplaatst op de
strekspieren.
Als alleen de flexoren over voldoende sterke spieractiepotentialen beschikken, kan de Elektro
hand 2000 ook worden aangestuurd met de flexoren.
► Sluit de elektrodekabel aan op de controller bij elektrodeaansluitstekker 1 of 2.
Elektroden instellen
In de software moet de gewenste programmavariant worden gekozen.
Elke elektrode moet zo worden ingesteld, dat de patiënt het spiersignaal ca. 2 sec. lang boven de
waarde "ON" kan houden.
7.2.4 EVO 2 (Electronic Voluntary Opening)
Het openen en sluiten van de Elektrohand 2000 wordt aangestuurd met één ingezette elektrode.
Hoe hoger het spiersignaal is, des te sneller wordt de Elektrohand 2000 geopend. Als er geen
spiersignaal meer aanwezig is, wordt de Elektrohand 2000 automatisch gesloten.
44 | Ottobock