Bedrijf
4.2
Apparaat inschakelen
1. [OK]-toets ca. 3 seconden ingedrukt houden totdat op de op het
display getoonde countdown » 3 . 2 . 1 « afgelopen is.
Gedurende korte tijd worden alle displaysegmenten en het
optische, het akoestische en het trilalarm, geactiveerd, om te
controleren of deze goed functioneren.
De softwareversie wordt weergegeven.
Het apparaat voert een zelftest uit.
De sensor die als eerste aan de beurt is voor kalibratie wordt
weergegeven met de resterende dagen tot aan de volgende
kalibratie, bijvoorbeeld ch4 %LEL CAL 20.
De tijd tot het verstrijken van het bumptestinterval wordt in
dagen aangegeven, bijv. bt 123.
Alle alarmgrenzen A1 en A2 en
alle toxische gassen (bijv. H
getoond.
Tijdens de inloopfase van de sensoren:
De weergave van de meetwaarde knippert
Het speciale symbool » « wordt weergegeven.
Tijdens de inloopfase van de sensoren vindt er geen
alarmering plaats.
De rode LEDs knipperen.
Het gasmeetapparaat is gereed voor meten, zodra de
meetwaarden niet langer knipperen en de rode LEDs niet
meer knipperen. Het speciale symbool » « wordt evt. nog
steeds weergegeven, als er waarschuwingen (bijv. nog niet
gereed voor kalibratie) actief zijn (Oproepen van de
waarschuwingen, zie Technisch handboek).
2. Op de OK-toets drukken om de weergave van de inschakelsequentie
te onderbreken.
1)
Alleen als deze in de apparaatconfiguratie is geactiveerd. Afleveringstoestand: niet
geactiveerd.
104
1
1
(TWA)
en
(STEL)
S of CO) worden achtereenvolgens
2
4.3
Apparaat uitschakelen
OK-toets en [+]-toets tegelijkertijd ingedrukt houden tot de op het
display getoonde countdown 3 . 2 . 1 is afgelopen.
Voordat het apparaat uitschakelt, worden gedurende korte tijd het
optische, het akoestische en het trilalarm geactiveerd.
4.4
Voordat de werkplek wordt betreden
Apparaat inschakelen, de huidige meetwaarden worden op het display weergegeven.
WAARSCHUWING
!
Voor veiligheidsrelevante metingen de kalibratie met een
functietest (bumptest) controleren, indien nodig instellen en
alle alarmelementen controleren. Als er nationale voorschriften
voor
gelden, moet de functietest conform deze voorschriften
worden uitgevoerd.
Een onjuiste kalibratie kan tot onjuiste meetresultaten leiden
met als gevolg ernstige schade voor de gezondheid.
VOORZICHTIG
!
De CatEx-sensor is bestemd voor metingen van brandbare
gassen en dampen in mengsel met lucht (d.w.z. O
21 Vol.%). In een stofarme of zuurstofrijke omgeving kunnen
onjuiste meetwaarden worden aangegeven.
AANWIJZING
i
i
Als het gasmeetinstrument wordt gebruikt voor offshore
toepassingen, moet aan afstand van 5 m tot het kompas
worden aangehouden.
1. Apparaat inschakelen, de huidige meetwaarden worden op het
display weergegeven.
-gehalte ≈
2
Dräger X-am 2500