Na de compressor verbonden te hebben met de elektrische lijn een
lading bij maximum druk uitvoeren en de juiste werking van de ma-
chine nagaan.
Sommige modellen zijn uitgerust met een uitlaatklep, om te helpen
bevorderen van de volgende reboot. Een rookwolk van de lucht bij
het stoppen, het is normaal.
2.4 OPGELET
De motor van de compressoren is voorzien van een automati-
sche thermische bescherming aangebracht op de binnenkant van de
wikkeling, die de compressor stilzet als de temperatuur van de motor
te hoge waarden bereikt.
Als die zou tussenkomen, start de compressor terug automatisch
na 10 - 15 minuten.
De compressoren van deze reeks zijn voorzien van een ampero-
metrische thermische bescherming die handmatig ingeschakeld wor-
dt, aangebracht op de buitenkant van het deksel klemmenbord.
Als de tussenkomst van de thermische bescherming zich voordoet,
enkele minuten wachten, dan met de hand de thermische schakelaar
Als bij de volgende start de beveiliging opnieuw ingrijpt, is
raadzaam om de compressor uit te schakelen, de stroomtoevoer
af te sluiten en contact op te nemen met een erkend
servicecentrum.
2.5 REGELING VAN DE WERKINGSDRUK
Het is niet nodig steeds de maximum werkingsdruk te gebruiken,
meestal zelfs heeft het pneumatische gereedschap minder druk no-
dig.
Bij de compressoren voorzien van een drukreductiemachine is het
nodig de werkingsdruk goed af te stellen.
De hendel van de drukreductiemachine loszetten door hem naar
boven te trekken, de druk instellen op de gewenste waarde door de
hendel met de wijzers van de klok mee te draaien om ze te verhogen,
en tegen de wijzers van de klok om ze te verlagen, eens de optimale
druk is bekomen, de hendel vastzetten door hem naar beneden te
Bij de drukreductiemachines geleverd zonder manometer is de
ijkingsdruk zichtbaar op de gegradueerde schaal aangebracht op het
lichaam van de reductiemachine zelf.
Bij de drukreductiemachines voorzien van manometer is de ijking-
sdruk zichtbaar op de manometer zelf.
LET OP: Sommige drukverlagers zijn niet voorzien van een "push
to lock", zodat de knop alleen gedraaid hoeft te worden om de druk
af te stellen.
2.6 LET OP
• Het is verboden de tank van de perslucht met opzet te doorboren,
te solderen of te misvormen.
• Omgevingstemperatuur voor een correcte werking 0°C +35°C.
• Zet de schakelaar tijdens pauzes in de stand «0» (OFF) (uit).
• Let erop dat enkele onderdelen van de compressor, zoals de kop
en de toevoerleidingen, hoge temperaturen kunnen bereiken. Raak
• Vervoer de compressor door hem aan de handgrepen of handva-
ten op te tillen.
• Als u de compressor gebruikt om te verven:
a)Werk niet in gesloten ruimten of in de nabijheid van open vuur.
b) Verzeker u ervan dat de omgeving waar u werkt een geschikte
luchtverversing heeft.
c) Bescherm neus en mond met een daarvoor geschikt masker.
• Haal de stekker na gebruik van de compressor altijd uit het stopcon-
tact.
• Kinderen en dieren moeten ver van de werkingszone van de ma-
chine gehouden worden.
• Geen voorwerpen en handen binnenin de beschermingsroosters
steken om fysieke schade en schade aan de compressor te voorko-
men.
• De compressor niet als stomp voorwerp tegenover personen, din-
gen of dieren gebruiken om zware schade te vermijden.
• Als de compressor niet meer gebruikt wordt, altijd de stekker uit het
stopcontact trekken.
3. ONDERHOUD
Alvorens iedere willekeurige operatie op de compressor uit te
voeren, dient u zich ervan te verzekeren dat:
De algemene lijnschakelaar in de "0" stand staat.
De drukregelaar en de schakelaars op de centrale uitgeschakeld
zijn, "0" stand.
De luchttank ontladen is van alle druk.
3.1 OPZUIGFILTER
vervangen als de compressor in een schone omgeving werkt; vaker
(rodekop) aangebracht, de blokkeringsmoeren van het kapje los-
zijn plaats nemen en overgaan tot de schoonmaak, door met samen-
geperste lucht te blazen in de richting tegengesteld aan de normale
doorgang.
3.2 CONDENSWATER
De compressor maakt condenswater dat zich verzamelt in de tank.
Het is nodig het condenswater van de tank minstens een maal per
week
te doen.
zou er met veel kracht kunnen uitkomen. Aangeraden druk 1-2 bar
max.
Het condenswater van de compressor mag niet weggeworpen
worden in de riool of verspreid worden in het milieu.
3.3 AANBEVOLEN ONDERHOUD
Voor de groepen met 2 polen is het raadzaam de volledige draag-
stang-pistongroep om de 700-800 werkuren te vervangen.
Voor de groepen met 4 polen is het raadzaam de draagstang-pi-
stongroep om de 1800-2000 werkuren te vervangen.
4. PROBLEEMOPLOSSEN
Verlies van water door de klep onder de drukregelaar
Dit ongemak hangt af van een slechte sluiting van de sluitingsklep,
De tank volledig drukvrij maken.
De zeshoekige kop van de klep (A) losschroeven.
Zowel het rubberen schijfje (B) als de plaats waarop het zit grondig
schoonmaken. Alles terug perfect monteren.
Luchtverlies
Kan afhangen van een slechte sluiting van een verbinding, alle ver-
bindingen controleren door ze nat te maken met water en zeep
De compressor draait maar laadt niet
Kan te wijten zijn aan de breuk van de kleppen of van een pakking
tussenkomen door het beschadigde deel te vervangen.
Het is nodig contact op te nemen met de dichtstbijzijnde geautori-
seerde assistentiedienst voor de herstelling.
De compressor start niet.
Als de compressor heeft moeite met het starten, controleer dan of:
de stroomvoorziening overeenkomt met die op het typeplaatje
elektrische verlengsnoeren de juiste diameter of lengte,
de omgevingstemperatuur te lage temperaturen (onder 0 ° C).
de thermische beveiliging is geactiveerd.
35
NL
te demon-