Camera monteren
Gebruik steeds de meegeleverde isolatieplaat (afb. 3 3, pagina 2). Hierdoor worden fout-
•
stromen door slechte massaverbindingen in het voertuig verhinderd. Strepen op het beeld of
brommen in de luidspreker en beschadigingen zijn gevolgen van foutstromen.
•
Neem bij de bevestiging de volgende instructies in acht:
– Achter de gekozen montagepositie moet voldoende vrije ruimte voor de montage voor-
handen zijn.
– Elke doorvoer moet door geschikte maatregelen tegen binnenkomend water beschermd
worden (bijv. door het aanbrengen van de schroeven met afdichtingspasta en/of door het
inspuiten van de buitenste bevestigingsonderdelen met afdichtingspasta).
– De opbouw op de bevestigingsplaats moet voldoende stevigheid bieden, zodat de came-
rahouder voldoende stevig vastgedraaid kan worden.
Controleer van tevoren, of er voldoende ruimte is voor de boor aan de achterkant (afb. 1,
•
pagina 2).
•
Als u niet zeker bent over de door u gekozen montageplaats, neem dan contact op met de
fabrikant van de opbouw of een vertegenwoordiger hiervan.
I
INSTRUCTIE
Om corrosie van de schroeven te minimaliseren wordt aanbevolen de schroefdraad in
te vetten.
Ga bij de montage als volgt te werk:
➤ Houd de onderste camerahouder op de montageplaats en markeer twee boorpunten
(afb. 6, pagina 4).
➤ Maak op de voordien gemarkeerde punten met hamer en center een gaatje om het verlopen
van de boor te verhinderen.
Als u de onderste camerahouder met plaatschroeven wilt aanbrengen
A
LET OP!
De bevestiging met plaatschroeven mag alleen in stalen platen met een minimumdikte
van 1,5 mm gebeuren.
➤ Boor op de eerder gemarkeerde punten telkens een gat van Ø 2 mm.
➤ Ontbraam alle boorgaten en behandel ze met antiroestmiddel.
➤ Leg de isolatieplaat (afb. 3 3, pagina 2) op de montageplaats van de onderste camerahou-
der.
De isolatieplaat dienet ook als afdichting en lakbescherming.
➤ Schroef de camerahouder met de plaatschroeven vast.
78
PerfectView
NL