Dräger Oxy 3000 MK III Instrucciones De Uso página 33

2.2 Beschrijving van de werking
De Dräger Oxy 3000/6000 MK III is een omgevingslucht-onafhankelijk
zuurstofvluchttoestel met gesloten ademkringloop. Het werkt onafhankelijk van
de omgevingslucht. De uitgeademde lucht wordt op basis van chemisch
gebonden zuurstof weer opgewerkt. De zuurstofbron is kaliumhyperoxide (KO
het omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel is van het type K).
De Dräger Oxy 3000 MK III heeft een nominale inzetduur van 30 minuten. De
Dräger Oxy 6000 MK III heeft een nominale inzetduur van 60 minuten. De
inzetduur hangt echter af van de ademhaling van de gebruiker.
Bij het dagelijks meenemen wordt het omgevingslucht-onafhankelijke
zuurstofvluchttoestel over de schouder gehangen of aan de riem gedragen. Het
omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel kan op een vaste plek in
een wandhouder worden opgeborgen.
2.3 Beoogd gebruik
Het omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel is een apparaat voor
noodsituaties, voor het vluchten uit omgevingen waar sprake is van rook,
toxische gassen of zuurstofgebrek.
2.4 Beperkingen van het beoogd gebruik
Het omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel mag niet worden
gebruikt in omgevingen waar overdruk heerst.
Het omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel is alleen geschikt voor
gebruik in omgevingen van de temperatuurklassen T1, T2, T3 en T4 (zie Duitse
richtlijn VDE 0171 resp. internationale standaard IEC 60079). De maximale
oppervlaktetemperatuur van
zuurstofvluchttoestel ligt onder 135 °C.
Aangezien het omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel is uitgerust
met mondstuk en veiligheidsbril is het slechts in beperkte mate geschikt voor
brildragers en dragers van een kunstgebit. De geschiktheid kan worden
vastgesteld met behulp van een trainingstoestel.
2.5 Toelatingen
Het omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel is toegelaten conform:
 DIN EN 13 794:2002
 (EU) 2016/425
 MDG 3609:2010
Conformiteitsverklaring: zie www.draeger.com/product-certificates
2.6 Markering
Op het tekstveld staan de volgende gegevens:
Productiedatum

 Serienummer
 Bestelnummer
 Certificeringsmarkering
 Testnorm
 Toestelaanduiding
 Nominale inzetduur van het toestel (zie hoofdstuk 2.2 op pagina 33)
3 Gebruik
3.1 Vóór het eerste gebruik
Vóór de ingebruikname moet de leveringsdatum worden geregistreerd op het
tekstveld. Voor de registratie mogen geen cijferstempels worden gebruikt.
Dräger adviseert u om te graveren of te etsen.
3.2 Omgang met het omgevingslucht-onafhankelijke
zuurstofvluchttoestel
WAARSCHUWING
!
Voorkom dat brandbare stoffen (benzine, vet, oplosmiddelen enz.)
voor of tijdens het gebruik in het omgevingslucht-onafhankelijke
zuurstofvluchttoestel terechtkomen. Anders bestaat er gevaar voor
brand!
Bovendien bestaat er ontstekingsgevaar wanneer bij vernieling van
het omgevingslucht-onafhankelijke
chemische stof die zuurstof afsplitst in contact komt met brandbare
stoffen, bijv. koolstof.
 Omgang met het omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel
regelmatig met het trainingstoestel
 Bij koude weersomstandigheden, met name bij een temperatuur onder het
vriespunt, kan het omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel
mogelijk moeilijk worden geopend
1 geen onderdeel van het EG-typeonderzoek
Dräger Oxy 3000/6000 MK III
het omgevingslucht-onafhankelijke
zuurstofvluchttoestel
1
oefenen.
 Het omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel alleen voor
gebruik openen!
Anders dringt er vocht uit de omgevingslucht binnen in het open
omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel en wordt de werking
ervan beïnvloed.
,
2
Geopende apparaten kunnen niet weer worden afgesloten. Deze gelden als
gebruikt en mogen niet worden opgeborgen, maar moeten worden
afgevoerd zie hoofdstuk 7 op pagina 35.
 Omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel telkens voor het
meenemen/dagelijks controleren zie hoofdstuk 3.3 op pagina 33.
 Het omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel maar één keer
gebruiken.
3.3 Voorbereidingen voor het gebruik
De volgende controles moeten dagelijks worden uitgevoerd. Als niet aan een
van de genoemde criteria is voldaan, mag het omgevingslucht-onafhankelijke
zuurstofvluchttoestel niet worden gebruikt.
AANWIJZING
i i
Wanneer het omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel
een niet-normale belasting heeft ondergaan (slag, druk, enz.), moeten
de beschreven controles onmiddellijk worden uitgevoerd.
In de volgende gevallen
zuurstofvluchttoestel worden gerepareerd door opgeleid personeel:
 Wanneer het omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel aan een
schouderband of handriem wordt gedragen, controleren of deze aan de
draagring vergrendeld is. Wanneer de draagriem gerafeld of beschadigd is,
moet deze worden vervangen.
 Controleren, of het kijkvenster onbeschadigd is. Een beschadigd kijkvenster
moet worden vervangen.
In de volgende gevallen
zuurstofvluchttoestel buiten gebruik worden genomen of naar Dräger worden
gestuurd om het te laten nakijken:
 Controleren of het omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel
volledig is.
 Controleren of het loodje onbeschadigd is.
 Controleren of de behuizing gesloten is.
 Controleren of de opener vergrendeld en onbeschadigd is.
Controleren, of de behuizing vervormingen vertoont (zie bijlage).

 Controleren, of de behuizing geen scheuren of gaten vertoont.
 Kijkvenster controleren: Als zich een groot aantal gele fragmenten, zo groot
als suikerkristallen of groter, in het kijkvenstergedeelte laat schudden, moet
het omgevingslucht-onafhankelijke zuurstofvluchttoestel buiten bedrijf
worden gesteld.
Een aangehechte, dunne gele stof stoflaag is na jarenlang meedragen
normaal en is niet van invloed op de werking.
 Controleer, of
vochtigheidsindicator (1) bruin
is. Wanneer er vocht in het
omgevingslucht-onafhankelijke
zuurstofvluchttoestel
binnengedrongen, verandert de
vochtigheidsindicator van bruin
in turkoois.
 Wanneer het omgevingslucht-
onafhankelijke
zuurstofvluchttoestel is uitgerust
met de optionele
indicator:
Controleer of de
indicator (2) licht is. Wanneer het toestel te heet is geworden, is de warmte-
indicator donker.
de
mag het omgevingslucht-onafhankelijke
moet het omgevingslucht-onafhankelijke
de
1
is
2
warmte-
warmte-
Gebruik
33