Inhoud
2. Plaats ..................................................................................................... 36
Opmerking:
De term "Snoerafstandsbediening" in deze bedieningshandleiding is alleen van toepassing op de PAR-21MAA. Raadpleeg de installatiehandleiding of de
begininstellingenhandleiding die in de PAR-30MAA-verpakking zijn meegeleverd voor meer informatie over de PAR-30MAA.
1. Veiligheidsvoorschriften
s Lees alle "Veiligheidsvoorschriften" voordat u het apparaat installeert.
s s s s s Stel de aanleverende instantie op de hoogte of vraag om toestemming
voordat u dit systeem aansluit op het elektriciteitsnet.
Waarschuwing:
Beschrijft maatregelen die genomen moeten worden om het risico van ver-
wonding of dood van de gebruiker te voorkomen.
Voorzichtig:
Beschrijft maatregelen die genomen moeten worden om schade aan het appa-
raat te voorkomen.
Waarschuwing:
• Vraag de dealer of een erkende installateur om het apparaat te installeren.
• Voor installatiewerkzaamheden volgt u de instructies in de installatie-
handleiding en gebruikt u gereedschap en pijpmateriaal dat speciaal gemaakt
is voor gebruik met de koelstof die in installatiehandleiding van het buiten-
apparaat is opgegeven.
• Het apparaat dient volgens de instructies te worden geïnstalleerd om het
risico op beschadiging bij een aardbeving of storm te beperken. Een onjuist
geïnstalleerd apparaat kan vallen en schade of letsel veroorzaken.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd op een constructie die het gewicht
ervan kan dragen.
• Als de airconditioner in een kleine ruimte wordt geÔnstalleerd, moeten maat-
regelen worden genomen om in geval van koelstoflekkage te voorkomen dat
de concentratie koelstof in de ruimte de veiligheidsgrens overschrijdt.
Als er koelstof weglekt en de concentratie koelstof de veiligheidsgrens over-
schrijdt, kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan ten gevolge van zuurstof-
gebrek in de ruimte.
1.1. Voor de installatie (Omgeving)
Voorzichtig:
• Gebruik het apparaat niet in bijzondere omgevingen. Wanneer de aircondi-
tioner geïnstalleerd wordt in een ruimte waarin deze is blootgesteld aan stoom,
vluchtige olie (waaronder machineolie) of zwavelgas, of in een gebied waarin
het apparaat wordt blootgesteld aan een hoog zoutgehalte, zoals in kust-
gebieden, dan kunnen de prestaties hierdoor aanzienlijk worden verminderd
en kan er schade ontstaan aan de interne onderdelen.
• Installeer het apparaat niet in ruimtes waar brandbare gassen worden gepro-
duceerd of kunnen lekken, stromen of samenstromen. Ophoping van brand-
bare gassen rond het apparaat kan leiden tot brand of een explosie.
• Plaats geen voedsel, planten, huisdieren, kunst of precisie-instrumenten in
de directe luchtstoom van het binnenapparaat of te dicht bij het apparaat, om
schade door temperatuurwisselingen of waterdruppels te voorkomen.
1.2. Voor installatie of verplaatsing
Voorzichtig:
• Ga zeer voorzichtig te werk bij het verplaatsen van de apparaten. Het appa-
raat dient door twee of meer personen te worden getild, aangezien het 20 kg
of meer weegt. Til het apparaat niet op aan de verpakkingsbanden. Draag
beschermende handschoenen, om letsel aan de handen door koelvinnen of
andere onderdelen te voorkomen.
• Zorg dat het verpakkingsmateriaal op een veilige manier wordt weggewor-
pen. Verpakkingsmaterialen zoals klemmen en andere metalen of houten on-
derdelen kunnen snijwonden of ander letsel veroorzaken.
1.3. Voor de installatie van de elektrische bedrading
Voorzichtig:
• Installeer stroomonderbrekers. Als er geen stroomonderbrekers worden geïn-
stalleerd, kunnen elektrische schokken optreden.
• Gebruik voor de voedingsleidingen standaardkabels met voldoende capaci-
teit. Te lichte kabels kunnen kortsluiting, oververhitting of brand veroorzaken.
• Oefen bij de installatie van de voedingsleidingen geen trekkracht uit op de
kabels.
1.4. Voor het proefdraaien
Voorzichtig:
• Zet de netspanningsschakelaar ten minste 12 uur voordat u het apparaat gaat
gebruiken aan. Als u het apparaat direct na het aanzetten van de netspannings-
schakelaar inschakelt, kunnen de interne onderdelen ernstig beschadigd ra-
ken.
• Controleer voordat u begint met proefdraaien of alle panelen, beveiligingen
en andere beschermende onderdelen goed zijn geïnstalleerd. Draaiende of
warme onderdelen of onderdelen onder hoge spanning kunnen letsel veroor-
zaken.
7. Proefdraaien .......................................................................................... 43
Informeer de klant na voltooiing van de installatie over de "Veiligheidsvoorschriften",
het gebruik en het onderhoud van het apparaat en laat het apparaat proefdraaien om
de werking ervan te controleren. Zowel de installatie- als de gebruikershandleiding
dienen ter bewaring aan de gebruiker te worden gegeven. Deze handleidingen die-
nen te worden doorgegeven aan latere gebruikers.
: Geeft een onderdeel aan dat geaard moet worden.
Waarschuwing:
Lees de stickers die op het apparaat zitten zorgvuldig.
• Ventileer de ruimte als er koelstof weglekt wanneer het apparaat in werking
is. Als de koelstof in contact komt met vuur, komen giftige gassen vrij.
• Al het elektrische werk moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerd
monteur in overeenstemming met de lokale regelgeving en de instructies in
deze handleiding.
• Gebruik uitsluitend de gespecificeerde kabels.
• De deksel van het aansluitblok van het apparaat moet stevig bevestigd zijn.
• Gebruik uitsluitend door Mitsubishi Electric goedgekeurde accessoires en
vraag de dealer of een erkende installateur deze te installeren.
• De gebruiker mag nooit proberen het apparaat zelf te repareren of te ver-
plaatsen.
• Controleer na voltooiing van de installatie op koelstoflekkage. Als koelstof
naar de ruimte lekt en in contact komt met de vlam van een verwarmings- of
kookapparaat, komen giftige gassen vrij.
• In ruimtes met een luchtvochtigheid van meer dan 80% of wanneer de afvoer-
pijp is verstopt kan water uit het binnenapparaat druppelen. Installeer het
binnenapparaat niet op plaatsen waar deze druppels schade kunnen veroor-
zaken.
• Houd rekening met geluid en elektrische stroringen bij installatie van het
apparaat in een ziekenhuis of communicatieruimte. Stroomomzetters, huis-
houdelijke apparaten, hoogfrequente medische apparatuur en radio-
communicatieapparatuur kunnen storingen in de airconditioner veroorzaken.
Omgekeerd kan de airconditioner storingen veroorzaken in medische appa-
ratuur, communicatieapparatuur en de weergave van beeldschermen.
• De koelpijp moet worden voorzien van warmte-isolatie om condensatie te voor-
komen. Wanneer de koelpijp onvoldoende geïsoleerd is, ontstaat er condensatie.
• Breng warmte-isolatiemateriaal aan op de pijpen om condensatie te voorko-
men. Onjuiste installatie van de afvoerpijp kan leiden tot waterlekkage en
schade aan het plafond, de vloer, het meubilair of andere eigendommen.
• Gebruik geen water om de airconditioner te reinigen. Hierdoor kunnen elek-
trische schokken optreden.
• Trek met een momentsleutel alle flensmoeren aan volgens de specificatie.
Bij overmatig aantrekken kan de flensmoer na verloop van tijd breken.
• Zorg ervoor dat het apparaat goed is geaard. Onjuiste aarding van het appa-
raat kan elektrische schokken veroorzaken.
• Gebruik stroomonderbrekers (aardlekschakelaar, isolatieschakelaar (+B-
zekering) en onderbreker met gegoten behuizing) met de opgegeven capaci-
teit. Het gebruik van stroomonderbrekers met een te hoge capaciteit kan sto-
ringen of brand veroorzaken.
• Schakel de airconditioner niet in zonder het luchtfilter. Zonder luchtfilter kan
stof zich ophopen in het apparaat en storingen veroorzaken.
• Raak de schakelaars nooit met natte vingers aan. Hierdoor kan een elektri-
sche schok optreden.
• Raak de koelstofpijpen niet met blote handen aan als het apparaat in werking
is.
• Wacht nadat het apparaat is uitgeschakeld ten minste vijf minuten voordat u
de netspanningsschakelaar uitzet. Eerder uitzetten kan waterlekkage of sto-
ringen veroorzaken.
35