6. Elektrische aansluitingen
Zie de volgende tabel indien de binnen- en buitenapparaten aparte voedingen heb-
ben. Indien de optionele vervangingskit voor kabelaansluitingen wordt gebruikt, dient
u de bedrading van de elektrische aansluitdoos te wijzigen, zie de figuur rechts en de
instellingen van de DIP-schakelaar van de bedieningspaneel van het buitenapparaat.
Aansluitkit voor de voeding van het
binnenapparaat (optie)
Aansluitingen wijzigen in de aansluitdoos
van het binnenapparaat
Label bij alle aansluitschema's aangebracht
voor de binnen- en buitenapparaten
Instellingen van de DIP-schakelaar van
het buitenapparaat (alleen bij gescheiden
binnen-/buitenapparaatvoedingen)
* Er zijn drie soorten labels (labels A, B, en C). Bevestig de juiste labels op de appa-
raten, in overeenstemming met de aansluitmethode.
Model binnenunit
Voeding binnenunit
Ingangsvermogen binnenunit
Hoofdschakelaar (stroomverbreker)
Voeding binnenunit
Aarde voor voeding binnenunit
Binnenapparaat-Buitenapparaat
Aarde voor verbindingskabel tussen binnenunit/buitenunit
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
Binnenapparaat L-N
Binnenapparaat-Buitenapparaat S1-S2
Binnenapparaat-Buitenapparaat S2-S3
Aansluitkabel tussen afstandsbediening en binnenapparaat
*1. Gebruik een netscheider zonder smeltveiligheid (NF) of een aardlekschakelaar (NV) met een contactopening van minimaal 3 mm per pool.
*2. Max. 120 m
Gebruik voor de toepassing PUHZ-RP100/125/140 YHA afgeschermde kabels. De afscherming moet worden geaard via het binnenapparaat OF via het buitenapparaat, NOOIT via beide tegelijk.
*3. De afstandsbediening is voorzien van een kabel van 10 m. Max. 500 m
*4. De cijfers zijn NIET altijd van toepassing bij aarding.
Opmerkingen: 1. De afmeting van de bedrading moet voldoen aan de van toepassing zijnde locale en nationale norm.
2. De voedingskabels en de verbindingskabels van de binnen- en buitenapparaten mogen niet lichter zijn dan met polychloropreen bekleede
flexikabels. (Ontwerp 245 IEC 57)
3. Breng een aarding aan die langer is dan de andere kabels.
B
A
30
30
46
C
Fig. 6-2
(2)
D
C
A
E
F
I
G
H
Fig. 6-3
H
(3)
J
Fig. 6-4
Specificaties van het binnenapparaat
Vereist
Vereist
Vereist
ON
3
OFF
1
2
(SW8)
*1
*2
*3
*4
*4
*4
*4
A Zij-aanzicht van de afstandsbediening
B Minimale afstanden rond de afstands-
bediening tot andere voorwerpen
C Montagediepte
B
B-1.
B-2.
H
I
I
C Muur
D Geleidingsbuis
E Borgmoer
F Doorvoerbus
G Schakelkastje
H Afstandsbedieningskabel
I Dicht met stopverf af
J Houtschroef
Elektrische verwar-
Aansluitingen (de fabrieksaansluitingen
ming
gelden voor binnenapparaatvoedingen via
(Voor modellen met
het buitenapparaat)
verwarming)
L
N
S1
S2
S3
Binnenapparaatvoeding via het buitenapparaat
(fabrieksaansluitingen)
PCA
~/N (Eenfase), 50 Hz, 230 V
16 A
2 × Min. 1,5
1 × Min. 1,5
2 × Min. 0,3
–
2 × 0,3 (Geen polariteit)
AC 230 V
–
DC24 V
DC12 V
(mm)
6.2. Afstandsbediening (Fig. 6-2)
Voor de afstandsbediening med draad
1) Montageprocedure
(1) Kies een plaats waar u de afstandsbediening wilt monteren.
De temperatuursensors bevinden zich zowel op de afstandsbediening als op het
binnenapparaat.
s Koop de volgende onderdelen zelf:
Schakelkastje voor 2 delen
Dunne koperen geleidingsbuis
Borgmoeren en doorvoerbussen
(2) Dicht de opening voor de afstandsbedieningskabel af met stopverf om te voorko-
men dat er dauwdruppels, water, kakkerlakken of wormen inkomen. (Fig. 6-3)
A Voor installatie in het schakelkastje:
B Voor directe montage op de muur kies dan voor één van de volgende methoden:
• Boor een gat door de muur om de afstandsbedieningskabel door heen te halen
(om de afstandsbedieningskabel vanaf de achterkant te leiden) en dicht daarna het
gat af met stopverf.
• Leid de afstandsbedieningskabel door het eruit gehaalde bovenste gedeelte en
dicht daarna de eruit gehaalde uitsparing af met stopverf, net zoals hierboven is
beschreven.
B-1. Om de afstandsbedieningskabel vanaf de achterkant van de afstandsbe-
diening te laten lopen:
B-2. Om de afstandsbedieningskabel door het bovenste gedeelte te laten lo-
pen:
(3) Voor montage direct op de muur (Fig. 6-4)
Indien de binnen- en
buitenapparaten
gescheiden
voedingen hebben,
wijzigt u de
aansluitingen
volgens de volgende
ORANGE
afbeelding.
CND
Elektrische
Bedienings-
verwarming
paneel van het
(Voor modellen
binnenapparaat
met verwarming)
L
N
S1
S2
S3
Gescheiden binnen-/buitenapparaatvoedingen
Aansluitingen
ORANGE
CND
Bedienings-
paneel van het
binnenapparaat
41