4 Gebruik
4.1 Veiligheid bij het gebruik
WAARSCHUWING:
Verwondingsgevaar! Controleer apparaat en stroomkabel vóór elk
gebruik. Een beschadigd apparaat mag niet worden gebruikt.
WAARSCHUWING:
Verwondingsgevaar! Let er vooral bij het zuigen van trappen op dat u
zich steeds boven het apparaat bevindt.
OPGELET:
Gebruik de stofzuiger alleen als alle filters intact, droog en correct
geplaatst zijn. Controleer of geen voorwerpen de telescoopbuis, de zuig-
slang of andere openingen verstoppen.
4.2 Stofzuigen
4
6
1
7
4.3 Uitschakelen
WAARSCHUWING:
Verwondingsgevaar! Bij het ongecontroleerd intrekken van de stroomka-
bel kan deze rondzwiepen en een struikelgevaar vormen of voorwerpen
omver gooien. Houd daarom bij het intrekken van de stroomkabel de
stekker in uw hand.
4.4 Transporteren en opbergen
A
1
8
3
5
2
1
A
B
B
1
AANWIJZING:
De stofzuiger bezit een oververhittingsbeveiliging. Hij schakelt bij over-
verhitting (b.v. door verstopte aanzuigwegen) automatisch uit.
Als dit het geval is:
Schakel de stofzuiger uit.
Trek de stekker uit het stopcontact.
Verwijder de oorzaak van de oververhitting.
Wacht ca. 45 minuten.
De afgekoelde stofzuiger kunt u nu weer inschakelen.
1. Trek de stroomkabel aan de stekker uit de stofzuiger tot aan de gele
markering (afb. 6/1).
WAARSCHUWING:
Gevaar voor een elektrische schok! Als de rode markering (afb. 6/2)
zichtbaar is, trekt u de stroomkabel met behulp van de kabeloproltoets
(afb. 6/3) weer in tot aan de gele markering (afb. 6/1). Anders kan de
stroomkabel beschadigd raken.
2. Steek de stekker in een stopcontact met randaarde.
3. Druk op de Aan-/uit-schakelaar met geïntegreerde zuigvermogenrege-
laar (afb. 6/4) en schakel de stofzuiger in.
4. Draai aan de Aan-/Uit-schakelaar met geïntegreerde zuigvermogenre-
gelaar (afb. 6/4), om het zuigvermogen afhankelijk van de te zuigen on-
dergrond in te stellen.
AANWIJZING:
De hulpluchtregelaar (afb. 6/5) moet normaliter volledig gesloten zijn.
Met de hulpluchtregelaar kunt u de zuigkracht zonodig snel verlagen, bv.
om ingezogen gordijnen weer uit de stofzuiger te krijgen.
5. Als u het vloermondstuk gebruikt, stel de omschakelaar „Tapijt/Harde
vloer" dan in op het soort vloerbedekking (afb. 7/1):
voor hoog- en laagpolig tapijt, lopers (afb. 7/A)
voor harde vloeren, zoals parket, tegels, PVC enz. (afb. 7/B).
6. Trek de stofzuiger tijdens het zuigen als een slee achter u aan.
1. Druk op de Aan-/uit-schakelaar met geïntegreerde zuigvermogenrege-
laar (afb. 6/4) en schakel zo de stofzuiger uit.
2. Trek de stekker uit het stopcontact.
3. Houd de stekker in uw hand.
4. Om de stroomkabel in te trekken, drukt u op de kabeloproltoets (afb. 6/3).
Draag de stofzuigeruitsluitend aan de transportgreep (afb. 8/A1) of aan
de draaggreep (afb. 8/B1).
Als u de stofzuiger wilt opbergen kunt u de buis m.b.v. de parkeerhaak
van het vloermondstuk bevestigen (afb. 8/A) of opbergen (afb. 8/B).
Als u het apparaat langere tijd wilt opbergen, neem de stoffilterzak
hoofdstuk 5.1, „Stoffilterzak vervangen" er dan uit en gooi deze weg zo-
als voorgeschreven. Bewaar het apparaat in een koele, droge ruimte en
ontoegankelijk voor kinderen.
OPGELET:
Zet het apparaat nooit direct naast warmtebronnen neer (bv. verwar-
ming, kachel). Vermijd direct zonlicht. De hitte kan het apparaat bescha-
digen.
39