controleer of de schakelaar uit is als u de kernboor zonder toezicht achterlaat; bij montage- en
demontagewerkzaamheden, bij spanningsverlies (lager dan 200V), bij het instellen of bij de
montage van accessoires, onderhoudswerkzaamheden, enz.
2.
Houd de boor alleen vast aan de geïsoleerde handgrepen als u bezig bent met boren waarbij de
kans bestaat dat u verborgen leidingen of uw eigen snoer raakt. Bij contact met een
stroomgeleidende kabel worden de vrije metalen gedeeltes van de boor ook geleidend, waardoor
de gebruiker een elektrische schok kan oplopen.
3.
Gebruik de boor niet als een deel van de behuizing defect is of als de schakelaar, voedingsdraad
of steker beschadigd is (Controleer dit dagelijks!). Laat beschadigingen direct herstellen door een
vakman.
4.
De boor mag niet vochtig zijn.
5.
Draag bij langer gebruik van de boor gehoorbeschermers. Langdurige geluidsbelasting kan leiden
tot gehoorbeschadiging.
6.
Draag een veiligheidshelm, veiligheidsbril en/of gezichtsbescherming. Verder verdient het
aanbeveling een stofmasker en dik gepolsterde handschoenen te dragen.
7.
Overtuigt u zich er voor gebruik van dat het inzetstuk goed is gemonteerd.
8.
Controleer voordat u met uw werkzaamheden begint of alle schroeven goed vastzitten. Door de
trillingen die tijdens het boren optreden, kunnen schroeven lostrillen en daardoor leiden tot schade
of letsel.
9.
Wanneer u de boor gebruikt op hoog gelegen werkplekken, let er dan op dat onder u geen mensen
staan.
10.
Blijf met uw handen uit de buurt van draaiende onderdelen.
11.
Bij gebruik van de kernboor mag in geen enkele gebruikssituatie koelwater doordringen in de motor
of de elektrische onderdelen.
12.
Als er water naar buiten komt tussen de kunststofring en de aandrijving, stop dan met uw
werkzaamheden en laat de kernboor repareren in een erkende werkplaats.
13.
Bovenhandse boorwerkzaamheden alleen uitvoeren met gebruik van de hiervoor bestemde
veiligheidsvoorzieningen (wateropvang).
14.
Schakel de boor na een storing pas weer in als de boorkop vrij kan worden gedraaid.
15.
Raak direct na het droogboren het inzetstuk niet aan. Dit kan erg heet zijn geworden, wat kan
leiden tot brandwonden.
16.
Voorkom dat de boor per ongeluk kan gaan draaien: ontgrendel altijd de schakelaar als u de steker
uit de wandcontactdoos trekt, of als er een stroomstoring is opgetreden.
17.
Tijdens handmatige toepassing dient u altijd gebruik te maken van de bijgeleverde extra greep en
de boor altijd met beide handen vast te houden.
18.
Zorg ervoor dat u stevig staat en wees bedacht op het reactiemoment van de boor.
Elektrische veiligheid
De kernboor DBM 131 is uitgevoerd in veiligheidsklasse II.
Ter bescherming van de gebruiker mag de boor bij natboren uitsluitend worden gevoed via een
aardlekstroombeveiliging.
veiligheidschakelaar betekent een gezondheidsrisico en kan levensgevaarlijk zijn!
De boor wordt om die reden standaard geleverd met een geïntegreerde PRCD-veiligheidschakelaar. Deze
moet worden aangesloten op een veiligheidswandcontactdoos.
Er mogen geen wijzigingen worden aangebracht in de boormachine. Om de veiligheid te waarborgen
dienen beschadigingen van de PRCD-veiligheidschakelaar terstond te worden hersteld door een erkende
reparateur.
Extra handgreep
Bij handmatig gebruik mag de boor alleen worden gebruikt in combinatie met de bijgevoegde losse
handgreep. Deze wordt aangebracht op de spanhals en bevestigd door de greep aan te draaien.
Omschakeling tussen beide aandrijvingen
Afhankelijk van de doorsnede van de boorkop moet worden gekozen tussen beide beschikbare
toerentallen.
Gebruik
van
de
boor
zonder
goed
functionerende
PRCD-