Houdt u zich aan de beladingsvoorschriften die in het kader van de
validatie zijn vastgelegd.
Ruim het rek van achteren naar voren in en haal het rek in om‐
gekeerde volgorde leeg. De kans op verwondingen is dan het
kleinst.
Alle MIC-instrumenten moeten voorafgaand aan de behandeling
volgens de aanwijzingen van de fabrikant worden gedemonteerd.
Nauwe, niet demonteerbare schachtinstrumenten moeten volgens
de aanwijzingen van de fabrikant worden voorgereinigd.
Vóór de plaatsing van holle instrumenten moet zijn gewaarborgd
dat de lumina of de kanalen goed doorgespoeld kunnen worden.
Spoelgoed dat tijdens de behandeling is losgeraakt van de in‐
spuiters, adapters of houders, moet opnieuw worden behandeld.
Controleer bij het beladen en voor elke programma‐
start:
– Zijn de siliconen houders in de injectoreenheid volledig aanwezig en
onbeschadigd?
– Zijn de spoelsystemen, zoals spoelhulzen, inspuiters en trechters,
vast in de siliconen houders gestoken?
Er mogen geen siliconen houders ontbreken. Beschadigde sili‐
conen houders moeten worden vervangen. Alleen dan mag u de
wagen (het rek, de module) weer gebruiken. Onder deze voorwaar‐
den standaardiseren de siliconen houders de spoeldruk zelf.
Gebruik geen beschadigde spoelsystemen zoals inspuiters, adap‐
ters en spoelhulzen.
– Is het ingeschoven rek goed op de watertoevoer van de reinigings‐
automaat aangesloten?
– Kan de sproeiarm vrij roteren?
– Zijn de sproeikoppen niet verstopt?
nl - Gebruik
121