7
Start de voedingstherapie
Voorzorgsmaatregelen:
•
Zorg ervoor dat u bij het programmeren van een nieuwe voedingstherapie de parameter
•
Controleer na het starten van een therapie alle parameters (inclusief de snelheid, dosis en actueel geleverde volume).
Opmerkingen:
Als u
of
ingedrukt houdt, veranderen de waarden snel:
•
• Bij het instellen van de inloopsnelheid pauzeert de waarde bij 1, 50, 125, 250, 600 mL/uur.
• Het totale volume pauzeert ook bij 1, 125, 250, 500, 750, 1000, 1250, 1500, 2000 en 4000 mL.
Als de maximale waarde voor de inloopsnelheid is bereikt, gaat u bij het indrukken van
•
naar 1 mL/uur.
•
De pomp geeft een akoestisch alarm wanneer een geprogrammeerd volume volledig is afgegeven of als de voedingshouder leegraakt. Het alarm
kan tijdelijk worden uitgeschakeld (zie 12.).
DE THERAPIE
•
Patiënten die gevoelig zijn voor de voedingstoevoer, moeten te allen tijde in de gaten worden gehouden.
9. Voeden in de intervalstand
De intervalstand wordt gebruikt om met regelmatige intervallen meerdere bolusvolumes af te geven bij een bepaalde inloopsnelheid, met of zonder een
volumelimiet.
Stap
Toets
Functie
1
Schakel de pomp in
2"
2
Bekijk het actueel geleverde volume Druk op
3
Wis het actueel geleverde volume
Sluit de toedieningsset aan op de voedingssonde van de patiënt.
Druk op
om de voedingstherapie uit te voeren. De pomp voert automatisch de voedingsthera-
pie uit en toont de voortgang.
Instructie
De meest recente instellingen voor de voedingstherapie blijven altijd bewaard in het geheugen. Als
de voeding wordt ingeschakeld, toont het display de als laatste geprogrammeerde inloopsnelheiden
het feitelijk geleverd volume.
De toedieningsset in de pomp plaatsen
en controleer het
Druk desgewenst op
Opmerking:
dit moet altijd worden gedaan bij het starten van een nieuwe voedingstherapie.
ACTUEEL GELEVERD VOLUME
weer naar de minimumwaarde en omgekeerd, bijv. van 600 mL/uur
ACTUEEL GELEVERD VOLUME
voor het wissen van het
ACTUEEL GELEVERD VOLUME
NL
163
wist.
EIN-
.
.