DE MOTOR STARTEN EN STOPPEN
WAARSCHUWING:
• Start de motor niet voordat de kettingzaag volledig in elkaar gezet en
gecontroleerd is.
LET OP:
• Start de motor van het kettingzaag minimaal 3 meter verwijderd van de plaats
waar brandstof is bijgevuld.
• Zorg ervoor dat u stevig staat en zet de kettingzaag op de grond.
• Zorg ervoor dat het zaagblad en de zaagketting niets aanraken.
• Vergeet niet de kettingrem in werking te stellen voordat u de motor start.
KENNISGEVING:
• Trek nooit door tot aan het einde van het trekstartkoord.
• Laat de trekstarthandgreep gecontroleerd teruglopen in de behuizing. Als u de
trekstarthandgreep loslaat kan deze uw lichaam raken of kan het trekstartkoord
verkeerd worden opgerold.
• Onmiddellijk na het starten moet de motor op stationair worden gezet. Als dat
niet gebeurt, kan de koppeling worden beschadigd. Raadpleeg een erkend
servicecentrum.
De motor starten
1. Stel de kettingrem in werking (vergrendelen).
2. Houd de voorhandgreep stevig met uw linkerhand vast en druk de kettingzaag
tegen de grond.
3. Houd de beschermkap van de achterhandgreep omlaag gedrukt met uw
rechtervoet.
4. Start de motor overeenkomstig de toestand van de motor als volgt.
Koude start
Als de motor niet werd gebruikt vlak voordat u hem wilt starten, voert u de volgende
stappen uit:
1. Druk meerdere keren op de brandstofhandpomp tot de brandstof in de
brandstofhandpomp stroomt. (Over het algemeen, 7 tot 10 keer drukken.)
2. Duw de combinatieschakelaar omhoog (choke-stand). Dit stelt tevens de
halfgasvergrendeling in werking.
3. Trek langzaam aan de trekstarthandgreep tot u de compressieweerstand voelt.
Trek er daarna hard aan. Het kan twee tot vier pogingen vergen tot de motor
vonkt.
4. Zodra de motor vonkt, zet u de combinatieschakelaar in de middelste stand (I).
Trek daarna nogmaals hard aan de trekstarthandgreep tot de motor aanslaat.
5. Pak de achterhandgreep vast (de gashendelvergrendeling wordt opgeheven door
het vastpakken) en knijp de gashendel een stukje in en laat hem weer los.
6. Zet de kettingrem los.
Warme start
Als de motor werd gebruikt vlak voordat u hem wilt starten en nog warm is, voert u
de volgende stappen uit:
1. Druk meerdere keren op de brandstofhandpomp tot de brandstof in de
brandstofhandpomp stroomt. (Over het algemeen, 7 tot 10 keer drukken.)
2. Duw de combinatieschakelaar omhoog (choke-stand) en weer terug naar de
middelste stand (I).
3. Trek langzaam aan de trekstarthandgreep tot u de compressieweerstand voelt.
Trek er daarna hard aan. Het kan twee tot vier pogingen vergen tot de motor
start. Als de motor niet start, voert u de stappen voor een koude start uit (zie het
tekstdeel getiteld "Koude start").
Zodra de motor is gestart, pakt u de achterhandgreep vast (de
gashendelvergrendeling wordt opgeheven door het vastpakken) en knijp de
gashendel een stukje in en laat hem weer los.
4. Zet de kettingrem los.
118