68
LET OP:
Alvorens dit product te installeren, alle waarschuwingen
en instructies lezen en opvolgen.
Waarschuwings- en alarmstatus
De alarmen en waarschuwingen van IntelliFlo
het bedieningspaneel. Als zich bijvoorbeeld een "Aandrijftemperatuur" waarschuwing voordoet, zal
de LED twee keer knipperen, dan uit gaan en opnieuw twee keer knipperen. Deze sequentie wordt
herhaald tot de status opgeheven is.
• Waarschuwingsstatus: Als er zich een waarschuwingsstatus voordoet zal de pomp blijven
draaien, maar op verlaagde snelheid. De groene LED voert een knippersequentie uit om aan
te geven welk alarm of welke waarschuwing zich heeft voorgedaan.
• Alarmstatus: Als er zich een alarmstatus voordoet, zal de pompaandrijving stoppen. De
rode LED zal ononderbroken knipperen om de aanwezigheid van een alarm aan te geven. De
alarmLED's zullen teruggesteld worden als de status wordt opgeheven.
Led-sequentie bij alarm en waarschuwing
Aantal keer dat
de LED knippert
2
5
6
7
8
9
Alarm
Waarschuwing
aandrijftemperatuur
Ongekend alarm
Alarm aandrijftemperatuur
Alarm stroom uit
Alarm overstroom
Alarm overspanning
Foutopsporing
VS worden aangegeven door knipperende LED's op
®
Beschrijving
Te hoge aandrijftemperatuur
Elektronstoring
Te hoge aandrijftemperatuur
Netspanning laag
Te veel aandrijfstroom
Te veel spanning op aandrijfbus
Sectie 5
Actie
1. Controleer of de motorventilator
voldoende ruimte heeft voor ventilatie
2. Leg de motor stil en laat hem afkoelen.
3. Laat de motor op hoge snelheid draaien
om de stroming van de koellucht te verbeteren.
1. Onder stroom zetten om pomp terug te stellen.
2. Vervang aandrijving.
1. Controleer of de motorventilator
voldoende ruimte heeft voor ventilatie
2. Laat de motor op hoge snelheid draaien
om de stroming van de koellucht te verbeteren.
Zorg voor de juiste netspanning.
1. Controleer vloeistof-/mechanisch
systeem op de bron van de overbelasting.
2. Schakel de stroomtoevoer naar de motor uit en
ga na of de motor vrij draait.
3. Vervang aandrijving.
1. Snelle omschakeling tussen snelheden
kan een te hoge spanning veroorzaken
op de DC-bus van de aandrijving
2. Zorg voor de juiste netspanning.