EINHELL GC-MM 52 I AS Manual De Instrucciones Original página 152

start.
•
Schakel het apparaat uit, voordat u het weg-
zet.
•
Houd het apparaat altijd met beide handen
vast. Daarbij moeten duimen en vingers de
grepen omsluiten.
•
Zorg ervoor dat schroeven en verbindings-
elementen vast zijn aangedraaid. Bedien het
apparaat nooit als het niet juist ingesteld, niet
volledig of onveilig geassembleerd is.
•
Let erop dat de grepen droog en schoon zijn
en dat er geen benzinemengsel aan zit.
•
Breng de draadspoel op de gewenste hoogte.
Vermijd kleine voorwerpen (bijv. stenen) aan
te raken met de draadspoel.
•
Zorg ervoor dat u bij maaiwerkzaamheden op
een helling altijd onder het snijgereedschap
staat. Maai of trim nooit op een gladde, glib-
berige heuvel of glooiing.
•
Houd elk lichaamsdeel en kledingstuk uit de
buurt van de draadspoel, wanneer u de motor
start of laat lopen. Controleer voordat u de
motor start of de draadspoel niet in aanraking
komt met een hindernis.
•
Zet de motor altijd af vóór werkzaamheden
aan het snijgereedschap.
•
Berg het apparaat en toebehoren veilig en
beschermd tegen bronnen van hitte/vonken,
zoals gasgeisers, droogtrommels, oliekachels
of draagbare radiatoren enz., op.
•
Houd de beschermkap, de draadspoel en de
motor bij de opslag altijd vrij van maairesten.
•
Alleen voldoende geschoolde personen en
volwassenen mogen het apparaat bedienen,
instellen en onderhouden.
•
Mocht u niet vertrouwd zijn met het apparaat,
oefen dan de omgang ermee bij niet lopende
motor.
•
Controleer vóór het werk het te maaien
terrein. Vaste voorwerpen zoals metalen
delen, flessen, stenen e.d. kunnen worden
weggeslingerd en ernstige verwondingen
veroorzaken, en het apparaat onherstelbaar
beschadigen. Mocht u per ongeluk met het
apparaat een vast voorwerp raken, schakel
dan meteen de motor uit en onderzoek het op
eventuele schade. Gebruik het apparaat nooit
als het beschadigd is of gebreken vertoont.
•
Trim en maai altijd met een hoog toerental.
Laat de motor bij het begin van het maaien of
tijdens het trimmen niet lopen met een laag
toerental.
•
Houd de draadspoel nooit boven uw knie als
het apparaat in bedrijf is.
•
Gebruik het apparaat niet als er toes-
Anl_GC_MM_52_I_AS_SPK9.indb 152 Anl_GC_MM_52_I_AS_SPK9.indb 152
NL
chouwers of dieren vlak in de buurt zijn. Houd
tijdens de maaiwerkzaamheden een mini-
mum afstand van 15 meter tussen gebruiker
en andere personen of dieren aan. Houd bij
het afmaaien tot aan de grond een minimum
afstand van 30 meter aan.
Als er langer met het gereedschap wordt gewerkt
kunnen er zich op grond van trillingen in de han-
den van de bedieningspersoon doorbloedings-
stoornissen (witte vinger syndroom) voordoen.
Het witte vinger syndroom is een vaatziekte,
waarbij de kleine bloedvaten aan de vingers en
tenen in de vorm van aanvallen verkrampen. De
getroff en arealen worden niet meer voorzien
van voldoende bloed en lijken daardoor extreem
bleek.
Het frequente gebruik van trillende apparaten kan
bij personen wier bloeddoorstroming verminderd
is (bijv. rokers, diabetici), schade toebrengen aan
het zenuwstelsel.
Indien u ongewone negatieve invloeden opmerkt,
staak het werk dan onmiddellijk en raadpleeg een
arts.
Neem de volgende instructies in acht om de ge-
varen te verminderen:
•
Houd uw lichaam en met name de handen bij
koud weer warm.
•
Las regelmatig een pauze in en beweeg daar-
bij uw handen om de bloeddoorstroming te
stimuleren.
•
Zorg voor een zo gering mogelijke trilling van
de machine door regelmatig onderhoud en
door u ervan te vergewissen dat alle onderde-
len goed vastzitten aan het apparaat.
Bijkomende instructies
•
Gebruik geen andere brandstof dan die
aanbevolen in de handleiding. Volg altijd de
aanwijzingen in het hoofdstuk 'Brandstof
en olie' in deze handleiding. Gebruik geen
benzine die niet goed is gemengd met 2-takt
motorolie. Anders bestaat het gevaar van on-
herstelbare schade aan de motor, waardoor
de garantie van de fabrikant komt te vervallen.
•
Rook niet terwijl u tankt of het apparaat be-
dient.
•
Bedien het apparaat niet zonder uitlaat.
•
Raak de uitlaat niet aan, niet met uw handen
noch met uw lichaam. Houd het apparaat zo,
dat duimen en vingers de grepen omsluiten.
•
Bedien het apparaat niet in een ongemak-
kelijke houding, niet bij slecht evenwicht,
met uitgestrekte armen of maar met één
- 152 -
15.03.2019 07:39:53 15.03.2019 07:39:53