Bediening
6.5
Koelapparaat in het voertuig beveiligen (CF11)
➤ Open de deksel van het koelapparaat.
➤ Leg de veiligheidsriem in de geleiding (afb. 4 1, pagina 4) van het koe-
lapparaat.
➤ Sluit het deksel.
➤ Klik de veiligheidsgordel vast en trek hem strak.
6.6
Koelapparaat inschakelen (afb. 1, pagina 3,
afb. 2, pagina 3)
A
LET OP! Gevaar voor beschadiging!
Let er altijd op dat de warmte die bij het gebruik ontstaat goed
afgevoerd kan worden. Let erop dat de ventilatiesleuven niet
worden afgedekt. Zorg ervoor dat het toestel op voldoende af-
stand tot wanden en voorwerpen staat, zodat de lucht kan cir-
culeren.
Zorg ervoor dat er zich alleen voorwerpen of waren in het koe-
lapparaat bevinden die op de gekozen temperatuur gekoeld
mogen worden.
Maak het koelapparaat en andere verbruikers los van de accu
alvorens de accu met een snellader op te laden. Overspannin-
gen kunnen de elektronica van de toestellen beschadigen.
Voor de veiligheid is het koelapparaat met een elektronische beveiliging te-
gen verkeerd polen uitgerust, die het koelapparaat tegen verkeerd polen bij
aansluiting op de accu en tegen kortsluiting beschermt.
➤ Druk drie seconden op de aan/uit-schakelaar (1) .
✓ De LED „POWER" (2) brandt groen.
Als het koelapparaat de opgeslagen temperatuur heeft bereikt, brandt de
LED oranje.
✓ Het display (5) wordt ingeschakeld en geeft de actuele koeltemperatuur
weer.
✓ Het koelapparaat start met het koelen van de binnenruimte.
98
CoolFreeze
NL