LED groen – langzaam knipperen
Accupack wordt met gereduceerde stroom
geladen, Li Ion is voor 80 % geladen.
LED groen – continulicht
Accupack is opgeladen, conditielading in
werking.
LED rood – continulicht
Accutemperatuur ligt buiten de toelaatbare
grenswaarden.
LED rood – knipperen
Algemene foutindicatie, bijv. geen volledig
contact, kortsluiting, accupack defect, etc.
5.3 Wandbevestiging
Het oplaadapparaat BC 3 beschikt aan de
achterzijde over twee langgaten. Het kan met
behulp van twee schroeven (bijv. halfronde
of vlakkopschroeven met schachtdiameter
5 mm) aan een wand worden opgehangen.
Schroef hiervoor de beide schroeven op een
afstand van 96 mm zo ver in de wand dat
de schroefkop nog ca. 4 mm van de wand
afstaat.
6
Instellingen aan de
machine
► Zet voor het instellen van de machine
deze eerst in de ruststand. De instel-
lingen worden pas opgeslagen zodra de
machine opnieuw is aangezet.
6.1 Draairichting omschakelen
Met de rechts/links-schakelaar [1-3] kunt
u de draairichting bepalen.
Schakelaar van rechts naar links = rechts-
loop;
schakelaar van links naar rechts = links-
loop.
6.2 Aandrijving omschakelen
► De aandrijving alleen bij uitgeschakelde
machine omschakelen!
Met de versnellingsschakelaar [1-4] kunt u
de aandrijving omschakelen.
1e versnelling
2e versnelling
(| –•– |)
= laag toerental
= hoog toerental
– slagmechanisme
ingeschakeld
6.3 Schroeven
Met behulp van de schakelaar [1-6] stel
op de schaal [1-5] het overeenstemmende
draaimoment in.
Stand op 1
Stand op 12
De machine wordt bij het bereiken van het
ingestelde draaimoment uitgeschakeld en
het bereiken van de uitschakelwaarde wordt
met een akoestisch signaal weergegeven.
De machine loopt pas weer verder wanneer
de AAN-/UIT-knop [1-2] is losgelaten en
opnieuw wordt ingedrukt.
In stand 1 – 12 kan een verlaagd toerental
worden ingesteld.
6.4 Boren
De omschakelaar [1-6] geeft met de mar-
kering [1-5] op het schroefsymbool
= maximaal draaimoment.
6.5 Schroeven aantrekken
en losmaken
► Zet de machine alleen in uitgeschakelde
toestand op de moer of bout.
Het draaimoment is afhankelijk van de slag-
duur. Het maximale draaimoment wordt be-
reikt na een slagduur van 6 tot 10 secon-
den. Hierna wordt het aandraaimoment nog
maar weinig groter, de kop wordt echter wel
voelbaar warm.
Gevolgen van een overmatige verwarming
zijn een grote slijtage van alle slagwerkde-
len en een groot verbruik aan smeermid-
delen.
► De slagduur moet voor elk benodigd
aandraaimoment worden bepaald. Het
werkelijk bereikte aandraaimoment moet
altijd met een draaimom entsleutel wor-
den gecontroleerd.
► Bij het gebruik onderscheiden wij twee
karakteristieke soorten verbindingen:
Harde verbinding:
Het aaneendraaien van schroefverbindin-
gen door twee of meer gewoonlijk metalen
onderdelen te verbinden, die bij het dicht-
draaien noch veren noch zichzelf door de
druk deformeren.
= klein draaimoment
= hoog draaimoment
aan
47