3. Technische specificaties
3.1 Bedrijfscondities
De bestendigheid van de delen die in contact komen
met het medium hangt af van het medium, de medi-
umtemperatuur en de werkdruk.
Voorzichtig
Zorg er voor dat de delen die in contact komen met
het medium chemisch bestand zijn tegen het doseer-
medium onder bedrijfsomstandigheden.
3.1.1 Doseertank
•
Min. /Max. opslagtemperatuur: -20 °C tot +50 °C
•
Min. /Max. omgevingstemperatuur: -20 °C tot +45 °C
•
Min. /Max. vloeistoftemperatuur: -20 °C tot +45 °C
– Het doseermedium moet in de vloeibare toestand zijn.
Dun (max. 200 mPas), niet-explosief doseermedium zonder schu-
rende bestanddelen of componenten met lange vezels.
Het doseermedium mag de materialen van het DTS doseertank-
station niet chemisch aantasten.
3.1.2 Componenten
Raadpleeg voor de hieronder genoemde bedrijfsom-
standigheden de installatie- en bedrijfsinstructies van
N.B.
de gebruikte componenten.
•
Min. /Max. opslagtemperatuur
•
Min. /Max. omgevingstemperatuur
•
Min. /Max. vloeistoftemperatuur
•
Max. relatieve luchtvochtigheid (niet-condenserend)
•
Max. hoogte boven zeeniveau
3.2 Elektrische gegevens
•
Elektrisch roerapparaat voor tanks van 60 l en 100 l
– eenfasig, 220-240 V, 50/60 Hz
•
Elektrisch roerapparaat voor tanks van 200 l, 300 l, 500 l en
1000 l
– eenfasig, 230 V, 50 Hz (standaard),
of
– eenfasig, 240 V, 50 Hz
•
Raadpleeg voor nadere details de installatie- en bedrijfsin-
structies voor het elektrische roerapparaat en de doseerpomp.
3.3 Hydraulische gegevens
3.3.1 Procesaansluiting
•
met injectie-eenheid: G 1/2
•
zonder injectie-eenheid: zie hydraulische aansluiting van de
doseerpomp
3.3.2 Zuigleiding
Zuigslang PE 6/9 mm (9/12 mm voor DDI 60-10) met inbegrepen
aansluiting voor de zuigzijde van de doseerpomp.
95