2. INSTALLEREN VAN DE BUITENUNIT
2-1. DE UNIT PLAATSEN
• Zet de voeten van de unit vast met bouten wanneer u de unit plaatst.
• Bevestig de unit stevig zodat hij niet kan omvallen bij een aardbeving of een windvlaag.
• Zie de afbeelding rechts voor de juiste wijze van funderen.
• Gebruik de afvoerbus en de afvoerdoppen niet in het koude gebied.
De afvoer kan dan bevriezen waardoor de ventilator stopt.
• Verwijder de tape van het paneel wanneer u het pakket opent. (Verwijder de ETIKETTEN NIET van het paneel.)
Maak dit dikker
dan de boutlengte.
2-2. DRADEN VOOR BUITENUNIT AANSLUITEN
1) Verwijder het onderhoudspaneel.
2) Draai de aansluitschroef los en sluit verbindingskabel (B) tussen bin-
nen- en buitenunit vanaf de binnenunit correct aan op het aansluitblok.
Let op dat u de draden niet verkeerd aansluit. Maak de draad stevig
vast op het aansluitblok zodat de draadkern niet zichtbaar is en er
geen externe krachten op de aansluitingen van het blok komen te
staan.
3) Draai de aansluitschroeven goed vast zodat ze niet losraken. Trek na
het vastdraaien even licht aan de draden om te controleren of ze goed
vast zitten.
4) Voer 2) en 3) uit voor iedere binnenunit.
5) Sluit het netsnoer (A) aan.
6) Zet verbindingskabel (B) tussen binnen- en buitenunit en netsnoer (A)
vast met de kabelklemmen.
7) Sluit het onderhoudspaneel zorgvuldig. Let erop dat 3-2. DE LEIDIN-
GEN AANSLUITEN volledig wordt uitgevoerd.
• Zorg ervoor, nadat u netsnoer (A) en verbindingskabel (B) tussen
binnen- en buitenunit op elkaar hebt aangesloten, dat beide kabels
goed vastzitten met de kabelklemmen.
Opmerking:
• Als u de hendel verwijdert, kunt u de draden beter aansluiten.
• Vergeet niet de hendel weer terug te plaatsen.
Aansluitvolgorde
• Sluit het aansluitblok in deze volg-
orde aan.
A → B → C → D → E → F → P
Verbindingskabel binnen- en buitenunit
Aansluitblok
Aansluitblok
<BINNENUNIT>
• Zorg ervoor dat u elke schroef op de overeenkomende aansluiting vastdraait wanneer u de kabel en/of de draad op het aansluitblok vastmaakt.
• Maak de aardedraad iets langer dan de andere draden. (langer dan 35 mm)
• Geef de verbindingskabels wat extra lengte voor later onderhoud.
Du-5
Bevestig hier met
M10 bouten.
Maak dit breder
dan de unitvoeten.
Voedingsspanning
P
P
D E F
D E F
A B C
A B C
Aansluitblok voor binnen-/buitenunit
<BUITENUNIT>
Aansluitblok voor
voedingsspanning
Aansluitblok
VOEDINGSSPANNING
~/N 220-230-240 V 50 Hz
Aansluitblok
<BINNENUNIT>
Voet voor
bevestiging
600
Lengte van
Afstand tussen ankerbouten
ankerbout
Schroeven
Onderhoudspaneel
P
P
D
E F
D E F
A B C
A B C
15 mm
35 mm
Draad
(Eenheid: mm)
Aansluitblok
voor voedingsspanning
Kabelklemmen
P
D E F
A B C