KLOK EN KALENDER
Druk op "CLOCK" (Klok) om de display te wisselen tussen tijd, kalender en dag van de week.
Klok en kalender instellen:
Opmerking: U dient de klok en kalender in te stellen wanneer uw weerstation geen radiogeregelde tijdsignaal
kan ontvangen op uw locatie.
- Houd de "CLOCK" (Klok) toets ingedrukt om de klokinstellingmodus te openen.
- Gebruik "▲"of "▼" om aan te passen en druk ter bevestiging op "CLOCK" (Klok), de volgende waarden
kunnen achtereenvolgens worden ingesteld: 12/24 uur formaat > Uur > Min > Jaar > D/M of M/D formaat >
Maand > Datum > VERLATEN
THUISTIJD, WERELDTIJD (ZONE)
Houd "ZONE" ingedrukt om de tijdinstellingmodus te openen voor de wereldtijd (zone). Druk op "▲" of "▼" om
de gewenste afwijkingswaarde in uren in te stellen van –12 tot +12 uur. Druk op "ZONE" om elke instelling te
bevestigen.
Druk op de "ZONE" toets om te wisselen tussen thuistijd (radiogeregelde tijd) en wereldtijd (zone). Het
"ZONE" icoontje verschijnt wanneer wereldtijd (zone) is geregeld. Wanneer zonetijd niet wordt gebruikt, stel
de zonetijd a.u.b. in op "0".
ALARMINSTELLING
Druk op de "ALARM" toets om de alarmtijd weer te geven, het "ALARM" icoontje zal verschijnen. Druk
nogmaals in om het alarm in of uit te schakelen. Het belicoontje " " verschijnt wanneer het alarm is
ingeschakeld.
Houd "ALARM" ingedrukt om de instellingsmodus voor de alarmtijd te openen. Druk op "▲"of "▼" om de
gewenste Uur/Minuutwaarden in te voeren en druk op "ALARM" om de instelling te bevestigen.
SNOOZE EN ACHTERGRONDLICHT
Wanneer het alarm klinkt, kunt u op SNOOZE/ LIGHT (Snooze/Licht) drukken om de snooze functie te activeren,
het "Zz" icoontje zal verschijnen. U kunt het alarm voor een dag stoppen door op de "ALARM" toets te drukken.
Druk tijdens normale weergave op SNOOZE/LIGHT (Snooze/Licht) voor een langer achtergrondlicht wanneer
de adapter niet is aangesloten.
LAGE BATTERIJ INDICATIE
De indicatie voor een lage batterij is beschikbaar voor de monitor en alle afstandsensors. Vervang de
batterijen en volg de instellingsprocedure in deze gebruikshandleiding.
Belangrijk: De windrichting moet worden gekalibreerd voor de windmeter tijdens vervanging van de
batterijen (lees voor meer informatie de sectie "De windmeter kalibreren en de batterijen installeren").
BATTERIJEN AFDANKEN
Uitsluitend vervangen door hetzelfde of een gelijksoortig type aanbevolen door de fabrikant.
Dank oude, defecte batterijen a.u.b. op milieuvriendelijke wijze af, in overeenstemming met de relevante
richtlijnen.
SPECIFICATIES
Binnentemperatuur:
Buitentemperatuur:
Temperatuurresolutie:
Binnen- en buitenvochtigheid:
Vochtigheidresolutie:
Kanaal voor temp. en vochtigheid:
Windsnelheidbereik:
Regenmeterlezing:
Overdracht (Windmeter):
Overdracht (Regenmeter):
Klok:
Voeding:
0°C tot + 50°C (+32°F tot +122°F)
-20°C tot +60°C (-4°F tot +140°F)
0,1°C
20% – 99% RH
1% RH
Maximum 3
0 – 30 m/s
0 – 108 km/u
0 – 67 mpu
0 – 58,3 knopen
0 – 11 Beaufort
0 – 9999 mm
0 – 393,66 inch
Tot op 100M (328 voet) in open ruimte, RF433 MHz
Tot op 50M (164 voet) in open ruimte, RF433 MHz
DCF77 Radiogeregeld, kwarts back-up
AA x 6 stuks voor de monitor (niet inbegrepen); optioneel 6,0 V adapter
AA x 2 stuks voor de windmeter (niet inbegrepen)
AA x 2 stuks voor de regenmeter (niet inbegrepen)
38