12. Instelling zwenkzagen
○ Ook bij zachte materialen dient u te kiezen voor recht
zagen wanneer u bochten moet maken of een gave
snede nodig heeft.
○ In de buurt van de wisselhendel opgehoopt stof en vuil
kunnen het juiste functioneren daarvan belemmeren. U
dient daarom de wisselhendel en het omliggende gebied
van tijd tot tijd schoon te maken.
○ IAls u zaagt met zwenkzagen, gebruikt u best een zaag
met een recht blad. Als u een gebogen blad gebruikt kan
het zaagblad breken of kan het apparaat beschadigd
raken.
13. Gebruik
○ Draag de machine niet met uw vinger aan de
trekkerschakelaar terwijl de stekker nog in het
stopcontact zit. Als de machine plotseling opstart, kan
dat leiden tot onverwacht letsel.
○ Let er op dat er in het gebruik geen zaagsel, grond,
vocht enz. de machine binnen kunnen komen via het
plunjerdeel. Als er zich daar zaagsel enz. opgehoopt
heeft, dient u de machine schoon te maken voor gebruik.
○ Verwijder in geen geval de voor-afdekking. Houd
de voor-afdekking stevig vast tijdens de bediening.
Verplaats uw hand of vingers echter niet voorbij de fl ens
van de voor-afdekking. Anders kunt u zich verwonden.
○ Druk de voetplaat tegen het materiaal wanneer u aan het
zagen bent. Het zaagblad kan door trillingen beschadigd
raken als u de voetplaat niet goed tegen uw werkstuk
aandrukt.
Daarnaast is het mogelijk dat de punt van het zaagblad
in contact komt met de binnenkant van een te zagen pijp,
waardoor het zaagblad beschadigd kan raken.
○ Kies een zaagblad met een geschikte lengte. Het
zaagblad moet in de meest ingetrokken stand van de
slag nog onder het te zagen materiaal uitsteken (zie
Afb. 10).
Als u een grote pijp, een groot stuk hout enz. moet zagen
die de maat van het zaagblad overschrijdt, dan bestaat
het gevaar dat het zaagblad beschadigd raakt door
contact met de binnenkant van de pijp of het hout enz.
○ Om zo effi ci'nt mogelijk te zagen, rekeninghoudend met
de gebruikte materialen en de werkomstandigheden,
past u de snelheid van het zaagblad aan en stelt u in op
zwenkzagen.
Snijden
○ Druk de voetplaat stevig tegen het werkstuk.
○ Oefen geen onredelijk grote kracht uit op het zaagblad
terwijl u aan het zagen bent. Hierdoor kan het zaagblad
gemakkelijk breken.
○ Zet uw werkstuk stevig vast voor u begint te zagen.
(Afb. 11)
○ Gebruik een geschikte machine-olie (turbine-olie enz.)
wanneer u metalen gaat zagen. Doe vet op het werkstuk
wanneer u geen vloeibare machine-olie kunt gebruiken.
De levensduur van het zaagblad zal drastisch bekort
worden als u geen machine-olie gebruikt.
○ Oefen geen onredelijk grote kracht uit op het zaagblad
terwijl u aan het zagen bent. Vergeet ook niet om de
voetplaat stevig het hout aan te drukken.
Bochten zagen
○ We raden u aan het BIMETAAL zaagblad zoals vermeld
in Tabel 2, te gebruiken, omdat deze bladen duurzaam
zijn en zelden breken.
○ Zaag langzamer wanneer u het materiaal in kleine
bochten moet zagen. Probeert u te snel te zagen, dan
kan het zaagblad breken.
Middenin beginnen (Afb. 12, Afb. 13)
○ Probeer niet middenin metaal te beginnen met zagen.
Hierdoor kan het zaagblad gemakkelijk beschadigen.
○ Druk de trekkerschakelaar niet in terwijl de tip van het
zaagblad tegen het te zagen materiaal aan zit. Hierdoor
kan het zaagblad tegen het materiaal aan stoten en
beschadigd raken.
○ U moet langzaam zagen en de behuizing stevig vast
houden. Als u onredelijk veel kracht uitoefent op het
zaagblad terwijl u aan het zagen bent, kan het zaagblad
gemakkelijk beschadigd raken.
14. Het is mogelijk dat de motor soms vastloopt, afhankelijk
van de combinatie van het te zagen materiaal en het
gebruikte zaagblad. Wanneer de motor vastloopt, dient
u deze onmiddellijk uit te schakelen.
15. Raak nooit de bewegende delen aan.
Kom nooit met uw handen, vingers of andere
lichaamsdelen in de buurt van de bewegende delen van
het gereedschap.
16. Werk nooit zonder de beschermkappen te hebben
geplaatst.
Gebruik dit gereedschap alleen als alle beschermingen
op hun plaats zitten en/of als de veiligheidsfuncties goed
functioneren. Als onderhoud of Service vereist dat een
veiligheidsmaatregel verwijderd moet worden, let u er
dan op dat deze veiligheidsmaatregel terug geplaatst
wordt voordat u aan het werk gaat met het gereedschap.
17. Laat het gereedschap nooit aanstaan zonder toezicht.
Schakel stroom uit.
Laat het gereedschap niet alleen totdat hij volledig
stilstaat.
18. Het elektrisch gereedschap is uitgerust met een
temperatuurbeveiligingscircuit
beschermen. Ononderbroken werk kan de temperatuur
van
de
machine
temperatuurbeveiligingscircuit wordt geactiveerd en de
bediening automatisch wordt gestopt. Indien dit gebeurt,
laat u het elektrisch gereedschap afkoelen voordat u het
opnieuw gebruikt.
19. Stel het bedieningspaneel niet bloot aan schokken en
breek het niet. Dit kan leiden tot een storing.
NAMEN VAN ONDERDELEN
(Afb. 1 – Afb. 13)
Meshouder
1
Blad
2
Basis
3
Basishendel
4
Schakelhendel
5
Handgreep
6
Aan/uit-schakelaar
7
Schakelstopper
8
Motor
9
Voordeksel
0
Behuizing
!
Naamplaatje
@
Haak
#
Bedieningspaneel
$
Keuzeschakelaar stand
%
Mesgat
^
Hendel
&
Spleet van de zuiger
*
Ander blad
(
Slag
)
29
Nederlands
om
de
motor
doen
stijgen,
waardoor
te
het