4. De machinekop vanuit de laagste positie ontgren-
delen
Terwijl u de handgreep vasthoudt, moet u de vergren-
delpen in de richting van pijl A trekken en deze, over
een hoek van 90°, in de richting van pijl B draaien, ter-
wijl u aan de vergrendelpen trekt. Breng daarna de
handgreep langzaam omhoog.
5. Het spouwmes een andere plaats geven (Fig. 51)
De positie van het spouwmes (Fig. 51-A) moet als
volgt veranderd worden.
(1) Draai de klemmoer los en houd de onderste
beschermkap A met de hand aan de lip vast.
(Fig. 51-B)
(2) Terwijl u de onderste beschermkap A vasthoudt,
tilt u het spouwmes iets op, zodat het kan
draaien, en verdraait u het daarna naar de positie
in de richting van de pijl. (Fig. 51-C)
(3) Terwijl u het spouwmes in die positie houdt,
brengt u de onderste beschermkap A terug naar
zijn oorspronkelijke positie en draait u de klem-
moer stevig vast. (Fig. 51-D en E)
6. Montage en demontage van hulpgeleiders R en L
(Fig. 52)
LET OP:
• Bij het zagen van een werkstuk met een dikte van meer
dan 20 mm, moet u ervoor zorgen dat de hulpgeleiders
R en L stevig zijn gemonteerd met een schroef.
Demontage van hulpgeleiders R en L is handig bij het
zagen van een breed en dun werkstuk
Bij het zagen van een werkstuk met een dikte van min-
der dan 20 mm en een breedte van meer dan 180 mm,
moet u de hulpgeleiders R en L demonteren door de
schroef, zoals afgebeeld, te verwijderen.
Bij het zagen van een werkstuk met een dikte van meer
dan 20 mm, monteert u de hulpgeleiders R en L stevig
met een schroef.
Raadpleeg onderstaande tabel voor de samenhang tus-
sen grootte van het werkstuk en wel/geen gebruik van de
hulpgeleiders R en L. (Fig. 53)
Werkstukgrootte (H x B)
1
68 mm x 155 mm
2
20 mm x 210 mm
GEBRUIK
LET OP:
• Zorg voor gebruik ervoor dat u de handgreep uit de
onderste positie ontgrendelt, door aan de vergrendel-
pen te trekken en deze, over een hoek van 90°, te
draaien.
• Zorg ervoor dat het zaagblad niet in aanraking komt
met het werkstuk, e.d., voordat de machine wordt inge-
schakeld.
GEBRUIK ALS EEN VERSTEKZAAG
WAARSCHUWING:
• Zorg ervoor, dat de onderste beschermkap C gemon-
teerd is voordat de machine in de verstekzaagstand
gebruikt wordt.
70
Hulpgeleiders wel/niet
gebruiken
Met hulpgeleiders
Zonder hulpgeleiders
LET OP:
• Oefen geen overmatige kracht uit op de handgreep bij
het zagen. Teveel kracht kan een overbelasting van de
motor tot gevolg hebben en/of een verminderde zaage-
fficiëntie. Duw de handgreep omlaag met slechts vol-
doende kracht om een soepele zaagsnede mogelijk te
maken en zonder aanzienlijke verhoging van de rotatie-
snelheid van het zaagblad.
• Duw de handgreep voorzichtig omlaag om een
zaagsnede mogelijk te maken. Als de handgreep met
kracht omlaag wordt geduwd of als er een zijdelingse
kracht op uit wordt gevoerd, zal het zaagblad vibreren
en een markering (zaagmarkering) in het werkstuk
achterlaten en zal de nauwkeurigheid van de
zaagsnede achteruit gaan.
1. Afkorten
Klem het werkstuk vast tegen de langsgeleider en de
draaitafel. Schakel de machine in zonder dat het zaag-
blad in aanraking is met enig voorwerp en wacht totdat
het zaagblad de maximale rotatiesnelheid heeft
bereikt voordat u de handgreep omlaag duwt. Duw de
handgreep daarna voorzichtig helemaal omlaag om
het werkstuk af te zagen. Schakel de machine na vol-
tooiing van de zaagsnede uit en WACHT TOTDAT
HET ZAAGBLAD VOLLEDIG GESTOPT IS voordat u
het zaagblad terugbrengt naar zijn hoogste positie.
2. Horizontaal verstek
Raadpleeg het eerder beschreven "Instellen van de
horizontale verstekhoek".
3. Verticaal verstekzagen
Maak de hendel los en breng het zaagblad in een
schuine stand om de verticale zaaghoek in te stellen
(Raadpleeg het eerder beschreven "Instellen van de
verticale verstekhoek"). Zorg ervoor, dat de hendel
weer stevig wordt aangedraaid om veilig met de inge-
stelde verticale verstekhoek te kunnen werken. Klem
het werkstuk vast tegen de langsgeleider en de draai-
tafel. Schakel de machine in zonder dat het zaagblad
in aanraking komt met enig voorwerp en wacht totdat
het zaagblad de maximale rotatiesnelheid heeft
bereikt. Duw de handgreep daarna voorzichtig hele-
maal omlaag terwijl u, evenwijdig aan het zaagblad,
druk uitoefent. Schakel de machine na voltooiing van
de zaagsnede uit en WACHT TOTDAT HET ZAAG-
BLAD VOLLEDIG GESTOPT IS voordat u het zaag-
blad terugbrengt naar zijn hoogste positie.
LET OP:
• Vergewist u zich er altijd van dat, bij het verticale ver-
stekzagen, het zaagblad omlaag zal bewegen in de
richting van de verticale verstekhoek. Houd handen uit
de buurt van het pad van het zaagblad.
• Tijdens een verticale verstekzaagsnede kan het voor-
komen, dat een afgezaagd deel tegen de zijkant van
het zaagblad blijft leunen. Als het zaagblad omhoog
wordt gebracht terwijl het nog steeds ronddraait,
bestaat de kans dat dit deel door het zaagblad wordt
geschept waardoor stukjes kunnen worden rondgeslin-
gerd, wat gevaarlijke is. Het zaagblad mag ALLEEN
omhoog worden gebracht als het volledig tot stilstand is
gekomen.
• Als u de handgreep omlaag duwt, moet u, evenwijdig
aan het zaagblad, druk uitoefenen. Als de druk, tijdens
het zagen, niet evenwijdig aan het zaagblad wordt uit-
geoefend, zal de hoek van het zaagblad veranderen en
de precisie van de zaagsnede achteruit gaan.